Hoewel het niveau van vóór de coronacrisis nog niet bereikt is, ziet Stefaan Vanderstraete van Menin Gate Group Accommodations stilaan de Britse groepen terugkeren, maar de van de Menense Barakken afkomstige Ieperling steekt niet onder stoelen of banken dat het moeilijk was de afgelopen drie jaar.
Met Menin Gate Group Accomodations kan Stefaan Vanderstraete (57) 600 bedden aanbieden aan groepen, vooral Britse scholen. Tijdens de coronacrisis zat hij dan ook in de hoek waar de klappen vielen. “Er is een tijdperk voor en een tijdperk na corona. Corona was het einde van een vorig leven, zowel op privé- als professioneel vlak. Twee jaar moeten strijden tegen een onbekende vijand en geen perspectief hebben… Dat had een enorme psychologische impact. Het heeft een jaar geduurd voor we daarvan hersteld waren.”
Hoe hebben jullie dat van jullie kunnen afschudden?
“We hebben nu een totaal andere mindset. Vroeger zat ik in mijn bureau te delegeren. Nu doen Mieke en ik veel meer zelf. Dat betekent natuurlijk dat we nog meer uren kloppen dan vroeger. 2022 was een heel moeilijk jaar, maar naar het einde toe konden we even de riem afleggen en zijn we twee weken op reis geweest. Pas dan is de decompressie gekomen. Nu voelen we dat we de drive van vroeger teruggevonden hebben.”
Is het Britse schooltoerisme al volledig hersteld?
“Het is al veel verbeterd. 2023 is nog een overgangsjaar, maar ik denk dat we volgend jaar zullen kunnen zeggen: oké, het ligt achter ons. De Britten hebben moeite gehad met de Brexit, al is de impact daarvan moeilijk in te schatten. Sowieso verwachten we dat ze zullen blijven terugkeren. Uit feedback hoor ik dat Ieper zeer mooi en heel toegankelijk is.”
Tijdens de coronacrisis wierp je je op als woordvoerder van de sector. Was dat nieuw voor jou?
“Laat ons zeggen dat ik tegen juni 2020 heel goed besefte in welk moeilijk parket we met ons bedrijf beland waren. We zaten helemaal vast en dan ben ik gaan aankloppen bij enkele politici. Eerst lokaal, dan bij de Provincie, dan de nationale politiek… Enerzijds om alle informatie op te vangen maar ook om invloed te hebben op het beleid. Dat is ongelofelijk meegevallen. Op die manier kwam ik wat meer in de spotlights, maar ik was zeker niet de enige. We kregen wel vaak de reactie dat de Westhoek enorm actief was. In andere provincies was dat niet zo uitgesproken.”
“Vluchtelingen terugsturen, een oplossing? Dat is volgens mij een illusie”
Begin 2022 ving je in The Poppies vluchtelingen op. Was dat een economische opportuniteit of idealisme?
“Het zorgde ervoor dat wij de volgende twee à drie maanden genoeg hadden om de financiële verplichtingen na te komen. Er stond dus financieel iets tegenover, maar anderzijds dachten wij ook dat er iets moest gedaan worden voor mensen die geen onderdak hadden. Dat is bijzonder goed meegevallen, al is Vlaams Belang wel komen betogen voor onze deur. Nadat de camera’s weg waren, heb ik hen een hand gegeven. Ik vind ook dat er een asielcrisis is in Europa. Ik deel daarin hun mening. Maar we gaan die mensen toch niet op straat laten slapen? Ze zijn er nu en we moeten ze opvangen, begeleiden en inzetten op de arbeidsmarkt. Ik denk dat het een illusie is om die mensen allemaal terug te sturen.”
Samen met de opvang van de Afghaanse dames van Moeder voor Vrede in The Menin Gate Hostel droeg je zo wel bij tot de uitstraling van Ieper als vredesstad. Is dat iets dat je onderschrijft?
“Uiteraard, wie staat er niet achter vrede? Ieper als vredesstad heeft een mooie uitstraling, maar we zijn ook een oorlogsstad. Dat mogen we niet ontkennen. We moeten daar niet woke over doen. Tijdens de coronacrisis heb ik de Vredesklassen in het leven geroepen. Daar zit enorm veel potentieel in. We moeten gewoon zorgen dat we een heel breed aanbod hebben: van re-enactment tot vredeswandelingen en alles wat daar tussen zit. Er zijn mensen in Ieper die erop hameren dat het alleen maar over vrede mag gaan. Ik deel die mening niet. Je kunt geen vrede hebben als er geen oorlog is geweest.”
Wanneer ben je in Ieper terechtgekomen?
“In 1983, dankzij mijn vrouw. Maar ik ben opgegroeid in de Barakken in Menen. Dat was prachtig. Ik zeg heel graag dat ik van de Barakken kom, want dan zie je de mensen al kijken naar de uitgang alsof ze bij een terrorist staan. Nochtans was dat een heel mooie jeugd. Geen computers, geen gsm… Ik heb heel veel deugnieterij en kwajongensstreken uitgehaald. Dan kreeg je een klets tegen uw kop en na een uur in de hoek was het weer vergeten.”
Momenteel ben je bezig met The Salient II in de D’Hondtstraat, goed voor nog eens veertig bedden bovenop de bestaande 600. Is er een limiet aan die groei?
“Niet echt, maar ik ben intussen 57 jaar. Dus als er nog grote projecten komen, dan zal ik niet meer de enige zijn die dat zal trekken. Binnen drie jaar zal er uitbreiding moeten komen van de bedrijfsleiding, want wij gaan ook niet blijven leven. Ik wil gerust doordoen tot ik zeventig ben, maar er moet continuïteit zijn.”
Privé: Stefaan werd geboren in Menen op 26 januari 1966. Hij is getrouwd met Mieke Deconinck en ze hebben een dochter Bo (25). Het gezin woont in de Wieltjesgracht.
Loopbaan: Na zijn studies werkte Stefaan negen jaar bij Barco in Stasegem. In 1998 werd hij zelfstandig en maakte hij onder andere softwaretoepassingen voor de callcenterbranche. Op 1 april 2004 startte hij samen met Mieke Menin Gate Group Accomodations met de opening van The Menin Gate Hostel en The Poppies. Nadien volgden nog verschillende accommodaties.
Vrije tijd: Fietsen, reizen en culinair genieten.
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier