Niek Benoot (Hooge Crater) ziet licht aan eind van tunnel: “We zullen sterker uit de coronacrisis komen”

Niek Benoot: “Zonder de steunmaatregelen hadden we het hoofd niet boven water kunnen houden.” © TOGH
Tom Gheeraert
Tom Gheeraert Medewerker KW

Het waren twee moeilijke jaren voor privaat WO I-museum Hooge Crater. Zaakvoerder Niek Benoot moest creatief en assertief uit de hoek komen om het hoofd boven water te houden. Stilaan komt er licht aan het einde van tunnel. “Over enkele weken hoor je weer veel meer Engels praten op de Grote Markt.”

Toen Niek Benoot (37) en Ilse Watteyne in 2008 Hooge Crater kochten was dat een kinderdroom die werkelijkheid werd. “Mijn fascinatie voor WO I begon toen ik als 8-jarige mocht gaan werken bij een landbouwer in Boezinge”, vertelt Niek. “Telkens we iets vonden op de velden legde hij uit wat het was en hij had een museum thuis waarop ik gezond jaloers was. Dan nam ik op mijn fietsje van alles mee om in mijn eigen museumpje thuis te zetten. Ik weet nog dat mijn moeder niet gelukkig was toen ik eens met een obus op mijn staantje thuiskwam.” (lacht)

Hoe kwam het museum tot stand?

“Via mijn vader wist ik dat Roger Desmul zou stoppen met zijn museum. Omdat mijn vrouw een achtergrond had in de traiteurzaak van haar ouders en studeerde voor kok aan De Groene Poort, was dat een goeie match om het museum te combineren met een themacafé. Eigenlijk was en is onze ambitie om het beste privaat WO I-museum te zijn in de streek, en dat is gelukt.”

Je verbreedde ook je activiteiten door logies te verstrekken?

“Wij werken in een toeristisch seizoen dat voor ons start vanaf de krokusvakantie en eindigt na 11 november. In de winter is er dan een groot gat dat je moet zien op te vullen, ook als je personeel wil houden. Zo hebben we in 2015 Cottage de Vinck opgestart in het huis dat we kochten van de buren. In 2019 zijn we dan begonnen met Barak de Vinck, een originele noodwoning van na WO I die we restaureerden. De mensen kunnen terugkeren naar 1919 en als een soort van spel zien te overleven in de levensomstandigheden van toen. Dat is heel succesvol, vooral bij grootouders met kleinkinderen. We zijn ook blij dat we daardoor erfgoed redden van de ondergang.”

Tijdens eerste weken van de coronacrisis leek het of we failliet waren

De Hooge Boys vormen ook zo’n succesverhaal…

“Dat was een lockdownidee. Lagere scholen die wilden komen maar niet konden vroegen of er online iets te vinden was, dus maakte ik enkele filmpjes. Toen mijn oudste zoon Louis mij bezig zag zei hij: ‘ik kan dat beter’. Dat was meteen een hit. We hadden in geen tijd 600.000 views. Bezoekers willen nog steeds handtekeningen en foto’s met de Hooge Boys, maar ondertussen zitten ze op school, hobby’s… Dus beslisten we om er een soort cartoon van te maken. Voor ons was het een zegen. We beseften niet dat er zo’n grote Vlaamse markt was voor ons. We hebben deze zomer niet veel buitenlandse bezoekers had, maar toch waren onze bezoekerscijfers goed door de Vlaamse gezinnen.”

Hoe moeilijk was de coronacrisis voor jullie?

“Voor mij voelde het de eerste weken alsof we failliet waren, maar we hebben ons snel herpakt. De Hooge Boys hebben daar goed aan gedaan, maar ook de camperplaats die we inrichtten en de webshop die we opstartten. Niettemin lijd je daar financieel erg onder.”

“Zonder de steunmaatregelen hadden we het hoofd niet boven water kunnen houden. Nu nog voelen we de naweeën. 65 procent van onze bezoekers zijn Britten, en we hebben ze nog altijd niet gezien. Onlangs werd officieel goedgekeurd dat Groot-Brittannië niet meer gezien wordt als een derde land. Dat is heel goed nieuws, want we krijgen weer volop boekingen. Binnen hier en een maand zullen we zeker weer veel Engels horen praten op de Grote Markt van Ieper. De scholen blijven wel voorzichtig. Ik denk dat die pas vanaf september zullen terugkeren.”

Hoe blik je nu terug op die periode?

“Financieel niet goed, maar er zijn wel heel veel mooie vriendschappen ontstaan met toeristische ondernemers die in hetzelfde schuitje zaten. We weten nu ook de weg naar de politiek om onze stem te laten horen. Al bij al kijken we er toch positief op terug omdat we veel verwezenlijkt hebben op een korte periode. We hebben ook gezien wat onze zwaktes waren. Dat was onder andere dat we te veel afhankelijk waren van de Britse markt. We hebben dat ook aangepakt. We hebben niet stilgezeten. Sowieso zullen we er sterker uitkomen.”

Heeft de Menenpoort een speciale betekenis voor jou?

“Toen ik in het College zat reed ik altijd expres met mijn fiets onder de Menenpoort omdat ik het zo indrukwekkend vond. Ik ben al een paar keer naar Thiepval aan de Somme geweest waar er ook zo’n triomfboog staat. Die is veel groter en hoger maar toch vind ik de Menenpoort specialer.”

Privé: Niek werd geboren op 29 februari 1984 in Ieper. Hij is de zoon van Marc Benoot en Paulette Verbeke en heeft ook nog twee zussen: Lien en Lies. Hij is getrouwd met Ilse Watteyne en is de papa van twee zonen: Louis (12) en Arthur (10).

Opleiding: Kleuterschool en een deel van de lagere school volgde Niek in Boezinge. Het tweede deel van de lagere school volgde hij in het College in Ieper. Zijn middelbaar deed hij eerst in het College en daarna op internaat in Torhout, waar hij afstudeerde in de richting biotechniek. Daarna studeerde hij nog agro- en biotechnologie.

Loopbaan: Na zijn studies werd hij projectleider voor bodemsaneringen en tijdelijke opslagplaatsen. In 2008 was hij er afdelingshoofd toen hij de Hooge Crater kocht, dat hij op vandaag nog steeds uitbaat als WO I-museum en themacafé. Daarnaast baten ze drie logies uit: Cottage de Vinck, Barak de Vinck en camperpunt Hooge Crater.