Nog vijf maanden en het Ieperse Belfort staat er opnieuw in volle glorie

“Dankzij het afbouwen van de maatregelen, kunnen we dit weekend organiseren”, weet Philip Bolle. © TOGH
Tom Gheeraert
Tom Gheeraert Medewerker KW

Tijdens het openwerfweekend van komende zaterdag en zondag krijgen nieuwsgierigen de kans om de spectaculaire werf van het belfort in Ieper te bezoeken. Ondanks onverwachte problemen verloopt de restauratie volgens schema. Zo verliep de zoektocht naar de juiste stenen heel moeizaam. De oplossing werd echter gevonden onder de Ieperse grond waar de stenen van het bisschoppelijk paleis konden gerecupereerd worden. Eind oktober krijgt de toren haar spits terug, maar het zal nog duren tot maart 2022 tegen dat we het iconische gebouw weer in volle glorie zullen kunnen bewonderen.

Een jaar geleden ging de restauratie van de Ieperse belforttoren van start. Het begon met een megabetonplaat op het Sint-Maartensplein waar de 80 meter hoge torenkraan nu staat opgesteld. Daarna ging de volledige toren in stellingen en later achter reusachtige werfdoeken.

De heropbouw van de toren verloopt in omgekeerde richting: van beneden naar boven. Momenteel bevindt de restauratie zich in een stroomversnelling. “Het eerste deel van de restauratie was vooral demonteren en afbreken van de belforttoren. De spits, de arkeltorens, alle verdiepingsvloeren en de beiaard moesten weg”, vertelt schepen van Patrimonium Philip Bolle. “Dit betekende dat alle te behouden en te restaureren onderdelen gedemonteerd werden, zoals houten balken en natuursteen ornamenten. De te vernieuwen onderdelen werden met de harde hand afgebroken en voor de zomer terug met nieuw materiaal opgebouwd. Alle te restaureren onderdelen vertrokken naar het atelier voor herstel en komen nu in grote hoeveelheden terug in Ieper waar ze aan een snel tempo gemonteerd worden, waarvan de terugkeer van de torenstoel een maand terug getuige was.”

Een deel van de stenen van het opgegraven bisschoppelijk paleis bleken van hetzelfde type

Na een jaar verlopen de werken nog altijd volgens schema. “Het bouwteam had zichzelf een zeer strakke timing opgelegd dit mede om de volgende restauratiefases niet in het gedrang te brengen”, legt schepen Bolle uit. “Met veel trots kunnen we meegeven dat de opgemaakte planning, vorig jaar in september, vandaag nog op de dag gevolgd wordt. Dit is uniek in dergelijke restauratiewerken waar niet enkel onverwachte technische problemen, maar ook weersomstandigheden de planning in de war kunnen sturen. Technische problemen en weersomstandigheden dwarsboomden in het afgelopen jaar wel onze planning, maar dankzij de inzet van de aannemer én het studiebureau slaagden we erin om strak op schema te blijven.”

Kleurverschil

Een van de problemen waarmee de restaurateurs te kampen hadden was het vinden van de juiste stenen. “De zoektocht naar de ideale vervangsteen van de atrechtse steen verliep moeizaam, en tot in Polen”, vertelt Bolle. “Die stenen kwamen uit een groeve in Frankrijk, maar die is uitgeput. Eigenlijk is dat een laag die onder Europa loopt en die ook in Polen weer boven komt. We hadden gedacht om die vervangstukken te halen uit een groeve in Polen, maar het kleurverschil bleek dermate groot dat ze niet goed overeen kwamen met de bestaande stenen. Een geluk bij een ongeluk was dat we op hetzelfde moment bezig waren met de werken aan de Leet. Bij de aanleg van het Astridpark zijn we op het vroegere bisschoppelijk paleis gestoten en in de fundamenten van het bisschoppelijk paleis kwamen we tot onze verrassing op een deel stenen van hetzelfde type. De fundamenten van het bisschoppelijk paleis waren dus deels opgebouwd uit atrechtse steen.”

De stenen van het bisschoppelijk paleis werden uitgegraven, maar men moest ook zeker zijn of ze wel nog sterk genoeg waren om te dienen als bouwmateriaal. “Ze werden naar een bureau gestuurd waar er werd gekeken of er wel voldoende drukkracht was en dat bleek het geval te zijn. Uiteindelijk hebben we alle stenen kunnen meegeven met de firma Monument, die in haar atelier de nieuwe stukken via laser volledig heeft kunnen reconstrueren. Er was zelfs nog een bijkomend voordeel dat de manier waarop ze gekapt werden – dat is eigen aan de tijd – nagenoeg dezelfde was als de stenen van het belfort. Het is dus een mooi verhaal waarbij de oude stenen van het niet meer bestaande bisschoppelijk paleis worden hergebruikt bij de restauratiewerken aan de lakenhallen.”

Terugkeer torenspits

Corona was ook een onverwacht item. “Het restauratiedossier zat vol met participatiemomenten voor de Ieperlingen. Zo plaatsten we het grote scherm om niet alleen informatie mee te geven, maar ook om bijvoorbeeld het EK voetbal, Gent Wevelgem, cultuurevenementen… te tonen. Een rooftop-diner, de overkapping van de kleine binnenkoer om daar educatief te restaureren voor het brede publiek en de oude technieken van houtbewerking en steenkappers ter plaatse te tonen… vielen helaas weg”, vertelt Bolle. “Het wegvallen van het overgrote deel van coronamaatregelen op 1 oktober geeft ons nu eindelijk de mogelijkheid om dit Openwerfweekend te organiseren. Het sneltempo waarop er vandaag terug opgebouwd wordt, zorgde ervoor dat we niet te lang mochten wachten hiermee. Binnen hier en maand staan we zodanig ver waardoor er van restauratie niet veel meer te zien zal zijn en de unieke beleving kleiner zou worden.”

Het einde van de restauratiewerken begint stilaan in zicht te komen. “De terugkeer van de open lantaarn, het kleine spitsje en daarop Margriet, staat gepland in de laatste twee weken van oktober en de eerste week van november. Waarna we stelselmatig en stukje per stukje de stellingen zullen afbreken en zo meter per meter het vernieuwde belfort te zien krijgen. De beiaard en zijn klokken staan reeds in de toren en moeten nog gestemd worden door het gespecialiseerd klokkenbedrijf uit Nederland. Deze werken staan eveneens gepland in de maand oktober. Dit zal niet het startschot zijn tot het spelen van de beiaard, dit zal nog eventjes wachten worden tot begin 2022. De belfort zonder stellingen en in volle glorie wordt momenteel ingeschat op eind februari 2022.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier