Nieuwe ruimtelijke plannen moeten voor een levendige Blankenberge zorgen

© WK
Wim Kerkhof
Wim Kerkhof Medewerker KW

Schepen van Ruimtelijke Ordening Jurgen Content (SP.A) deelt zijn toekomstvisie voor de binnenstad: een wandel- en winkelparadijs die draait rond de beleving. “De hoge leegstand schept opportuniteiten voor verdere stadsontwikkeling.”

Aanknopingspunt voor dit onderhoud, is de opvallende discrepantie tussen de leegstandscijfers van het vorige en het huidige stadsbestuur. Of wat Content ook ‘de goednieuwsshow van VLD’ noemt. “Het vorig stadsbestuur liet uitschijnen dat de leegstand daalde: ‘daling van 17 procent’, kopt bijvoorbeeld een persbericht uit 2017. De realiteit was echter dat er steeds minder werd gecontroleerd, amper dertig opgestarte dossiers in 2016. Logisch dus dat de leegstandscijfers dan dalen”, zegt hij. Onder het huidig stadsbestuur wordt de leegstand volgens de schepen veel actiever opgespoord.

Realistische cijfers

“Na de verkiezingen hebben we op Stedenbouw een extra personeelslid aangeworven dat zich er voltijds mee bezighoudt. In 2016 werden amper 29 onderzoeken opgestart, in 2019 waren dat er 461! Het gevolg is logisch: volgens de cijfers stonden er in 2017 zogezegd 276 panden leeg, in 2019 staan er 599 op het register. Is de leegstand dan toegenomen? Ik denk het niet, deze cijfers tonen gewoon een veel realistischer beeld”, aldus Content.

Vooral het aantal leegstaande woningen dat door de ambtenaren van Stedenbouw werd opgespoord, is opmerkelijk: waar er in 2017 nog ‘maar’ 168 panden op de lijst stonden, waren dat er twee jaar later al 437. Content vermoedt dat er in 2020 wel nog een verdere toename volgt in de cijfers. “Doordat we vorig jaar eigenlijk pas in april goed van start zijn gegaan en omdat er eerst een periode is ingebouwd van een ‘vermoeden van leegstand’, zit er immers een vertraging op de cijfers”, klinkt het. “Maar in 2021 valt er dan een stagnatie te verwachten en die zal min of meer samenvallen met de opmaak van de nieuwe ruimtelijke uitvoeringsplannen die voortvloeien uit het GRS (Gemeentelijke Ruimtelijk Structuurplan, red.)”.

Daar ziet de schepen ironisch genoeg opportuniteiten ontstaan. “De combinatie van beleidskeuzes waarbij we leegstand actief opsporen en belasten, het nieuwe GRS, de nieuwe RUP’s (Ruimtelijke Uitvoeringsplannen, red.) en de investeringsgolf die we als stad zelf op gang trekken, biedt een goede cocktail als we grote ingrepen willen doen in de stad. Met T.OP Kustzone, een projectoproep van de Vlaamse overheid, bekijken we hoe we de monotone muur van appartementsgebouwen op de zeedijk kunnen doorbreken.”

Spelen met bouwhoogtes

“Maar ook de casinosite en het kernwinkelgebied in de binnenstad willen we op die manier revitaliseren: meer dynamiek in de gevelstructuren, meer open ruimtes, meer levend groen en bredere straten… Door te spelen met bouwhoogtes en -volumes, willen we de binnenstad opentrekken zodat het er aangenamer fietsen en wandelen is.”

Het GRS werd ondertussen geactualiseerd met het oog op een aantal stedenbouwkundige veranderingen in het straatbeeld. “Zo zou het bijvoorbeeld op bepaalde plaatsen in de binnenstad ook mogelijk moeten zijn bij perceelsoverschrijdende projecten hoger te bouwen, mits de bouwlijn naar achter te schuiven of bijvoorbeeld een straathoek vrij te laten. Die vrijgekomen ruimte creëert op het straatniveau meer openheid, ruimte voor wat groen, een boom of een bankje. Dit geeft op lange termijn bredere straten, en door te spelen met de bouwhoogtes kan men meerdere volwaardige dakterrassen en -tuinen realiseren. Iedereen kan hiermee winnen.”

Content wil zo de beleving in de binnenstad aantrekkelijker maken. “Het GRS is het langetermijninstrument dat al die mogelijkheden creëert. Het vorige dateerde al van 2005 en de woon- en handelsbehoeftes zijn sindsdien flink geëvolueerd”, klinkt het. Volgens Content moet die reconversie voor een opwaartse spiraal zorgen, waarbij handelaars en investeerders vanzelf de opportuniteiten zien. “Als je voor een levendige binnenstad zorgt, wordt die aantrekkelijker om in te wonen en handel te drijven. Door als stadsbestuur dus de nodige impulsen te geven met een samenhangend beleid, kunnen we zelf voor de positieve omslag zorgen”, besluit Content.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier