Nico Van Bever, van frituuruitbater tot zaakvoerder Spuntini: “Mijn ouders zagen in dat ondernemen mijn ding was”

foto Hein Demeyer
Redactie KW

Amper 19 was Nico Van Bever toen hij in 1979 een frituur opende aan het Torenhof in Waregem. Veertig jaar later heeft hij als zaakvoerder van Spuntini 195 werknemers in dienst. Bovendien blijft hij uitkijken om zijn groothandel in snacks, sauzen en bereide maaltijden voor de horeca te laten groeien. “Volgend jaar verhuizen we naar een gebouw dat vier keer zo groot is en in Rijsel openen we een nieuw filiaal.”

Door Freddy Vermoere

Nico Van Bever (59) heeft een toch wel tot de verbeelding sprekend parcours afgelegd. Hij wuift mijn opmerking weg als ik hem daarop wijs. “Ik ga daar zelf nooit mee uitpakken”, zegt hij. We zitten in zijn kantoor in de hoofdzetel van het bedrijf aan de Roterijstraat 145 in Waregem. Hier is alles begonnen voor Spuntini, maar eind volgend jaar verhuist Van Bever alles naar een veel groter gebouw.

Blijven jullie in Waregem?

“Neen, maar ver gaan we niet. We trekken in de vroegere gebouwen van Osta Carpets aan de Nijverheidslaan 70 in Deerlijk. Dat is 6 kilometer van hier en op de grens met Nieuwenhove. Ik heb dat gebouw enkele jaren geleden gekocht. Voor onze vele klanten in de streek vond ik het belangrijk dat we iets vonden in de buurt van onze huidige stek. Waar we terechtkomen hebben we vier keer meer plaats dan hier. Het gaat van 5.000 naar 19.000 vierkante meter. Ik was al lang op zoek naar een groter gebouw omdat ik nu plaats tekortkom en een deel van de voedingsproducten elders moet stockeren. Dan zal dat niet meer nodig zijn. Het gebouw is strikt genomen zelfs wat te groot en op de groei gekocht. We hopen er tegen eind volgend jaar in te zitten.”

Wat gebeurt er met het gebouwencomplex hier in de Roterijstraat?

“Dat is nog niet uitgemaakt. Misschien verhuur ik het wel, maar dat zijn problemen voor later.”

Jouw bedrijf groeit eigenlijk al non-stop van bij de start. Je hebt nu al negen vestigingen. Blijft groei vooropstaan?

“Ja, ik ben ook voortdurend aan het kijken naar mogelijkheden om te groeien. Omzetgroei is erg belangrijk. Die geeft ons voorsprong tegenover de concurrentie en we hebben een beter aanbod voor onze klanten. Tegen eind maart volgend jaar moet er een afdeling bijkomen in Rijsel om de Noord-Franse markt nog beter te bedienen. Dat wordt dan onze vijfde vestiging in Frankrijk. We zijn daar al een kleine 20 jaar actief en dat is een erg belangrijke markt geworden voor ons. Weet je dat veertig procent van onze snacks, gehaktballen, sausen en andere producten naar Frankrijk gaat. Die markt is bijna even belangrijk voor ons als de Belgische waar 75 procent voor Vlaanderen bestemd is en 25 procent voor Wallonië.”

Je hebt een uitgebreid gamma aan snacks. Zie je grote verschillen in smaken tussen Noord-Frankrijk, Wallonië en Vlaanderen?

“Ja, toch wel. Zo is Vlaanderen weg van stoofvlees, terwijl Wallonië het meer heeft voor de gehaktballen en Noord-Frankrijk dan weer valt voor onze runderburger. Frikandellen, die hier nog altijd goed verkopen, worden dan weer amper verkocht in Frankrijk. Een sterke groeier is het halalvlees en dan vooral in Noord-Frankrijk. Dat maakt inmiddels tien procent van onze omzet uit en die markt blijft groeien. Ook vegetarische en veganistische producten zitten in de lift al is het succes daarvan nog altijd zeer bescheiden, minder dan één procent van de totale omzet.”

In Nederland ben je amper aanwezig. Hoop je daar ook ooit voet aan de grond te krijgen?

“Ik ben daarover aan het nadenken. Dat kan een optie zijn maar je moet daar een opening zien te vinden. Onze producten vinden wel een beetje hun weg naar onze noorderburen via onze vestiging in Maldegem, maar eigenlijk volstaat dat niet. Pas als we daar echt een afdeling hebben, kunnen we een doorbraak forceren.”

In het begin waren de frituren je belangrijkste klanten, maar die tijd lijkt voorbij.

“Dat is totaal veranderd. Vandaag vormen ze nog slechts een klein deel van mijn klantenbestand. De broodjeszaken zijn er bijgekomen maar ook de hamburgerkramen, traiteurzaken, tavernes, eetcafés, restaurants en allerlei instellingen, zoals scholen.”

Zitten er bekende klanten tussen?

“In Waregem lever ik onder meer aan restaurants als Hobo’s, het Boothuis, de Bistronoom en Moeder Jeanne. Wat verderaf koopt bijvoorbeeld ook de horecazaak van tuincenter Famiflora in Moeskroen bij ons.”

Nico Van Bever: “Ik ben gestart met enkele mensen en tien jaar later had ik er een 25-tal in dienst”

Nico Van Bever was al lang op zoek naar een groter gebouw. (foto's HDV)
Nico Van Bever was al lang op zoek naar een groter gebouw. (foto’s HDV)

Zat het er al van kleins af in dat je zaken wou doen?

“Ik was als tienjarige al een kleine commerçant. Zo herinner ik me dat ik als kind bij Waregem Koerse langsging bij landbouwers met de vraag of ik hun weide als parking mocht verhuren. Met de hulp van een paar vriendjes kreeg ik dat voor mekaar. Dat was mijn eerste grote uitdaging, denk ik.”

De echte eerste stappen als ondernemer heb je gezet toen je nog maar 19 jaar was. Hoe zat dat juist?

“Ik had het wat gehad met de school en wilde als zelfstandige van start gaan. Mijn ouders hadden het daar niet zo makkelijk mee omdat ze wilden dat ik verder studeerde. Uiteindelijk zijn ze bijgedraaid en hebben ze me ook goed ondersteund. Dat was ook nodig want eind jaren 70 was je pas meerderjarig op je 21ste. Pas later zou dat veranderen (in 1990, red.). Dus had ik hun steun nodig want mijn ouders moesten zich bereid verklaren om me te ontvoogden. Uiteindelijk zagen ze ook wel dat ondernemen mijn ding was en dus werkten ze volledig mee. Ik blijf hen daar dankbaar voor. Een frituur openen was voor mij de opstart naar meer. Ik had er overigens van bij de start twee: één op de Markt en één in het Torenhof. In de jaren die volgden heb ik nog een paar frituren overgenomen vooraleer ik met Spuntini van start ging.”

Dat was in 1987. Was dat de grote droom die werkelijkheid werd?

“Ik was toch blij dat ik die nieuwe stap kon zetten. Al liep dat in het begin niet van een leien dakje. Het bleek veel moeilijker dan gedacht om bedrijven te overtuigen om aan mij te leveren. Ik heb er veel tijd en geld moeten insteken om het vertrouwen te winnen van fabrikanten. Uiteindelijk is dat in korte tijd helemaal veranderd. Men zag ook wel in dat ik het ernstig meende. Ik ben gestart met enkele mensen en tien jaar later had ik er een 25-tal in dienst. De grote groei kwam pas daarna toen ik andere bedrijven begon over te nemen. Freefoods was mijn eerste grote overname, een erg belangrijke. Een andere die veel genoegdoening gaf, was die van Ryal in Loos. Daarmee was ik in één klap ook mijn enige concurrent in Noord-Frankrijk kwijt.”

Waarom doe je het?

“Niet voor het geld in elk geval. Toegegeven, ik verdien er wel mijn boterham mee, maar een deel van de winsten heb ik altijd gebruikt om verder te investeren. De uitbouw van mijn zaak is altijd voorop blijven staan.”

Jullie hebben twee kinderen. Hoop je dat ze de zaak hier ooit overnemen?

“Ik merk dat ze het toch zien zitten om hier te komen werken. Dat is al een begin. Bovendien volgen onze kinderen de studies management, wat hen prima van pas kan komen voor een job hier. Dus mogelijk nemen ze later de zaak wel over en is de kans groot dat we een familiebedrijf kunnen blijven. Ook Isolde, mijn vrouw, werkt hier. Zij neemt het dagelijkse bestuur in Waregem voor haar rekening, terwijl ik als algemeen zaakvoerder het geheel moet overschouwen.”

Je bent 59. Hoe lang wil je nog doorgaan?

“Ik denk helemaal nog niet aan stoppen, hoor. Ik voel me lichamelijk en mentaal nog prima en houd ook mijn conditie wel op peil. Als onze kinderen hier aan de slag gaan, wil ik ze nog verder begeleiden in de job om dan nadien geleidelijk aan minder hooi op mijn vork te nemen.”

BIO

Privé

Nico Van Bever (59) is getrouwd met Isolde Van Belle (53). Ze hebben samen twee kinderen: Lise (22) en Sam (21) en wonen in de Brouwerijstraat in Waregem.

Loopbaan

Nico is naar het Heilig Hartcollege gegaan en opende daarna op zijn 19de al frituren in het Torenhof en op de Markt van Waregem. In het begin had hij ook enkele snoepstanden waarmee hij naar manifestaties trok. In 1987 richtte hij zijn bedrijf Spuntini op, een groothandel in voedingsproducten voor de horeca, gevestigd aan de Roterijstraat 145 in Waregem, met amper twee werknemers in dienst. Vandaag werken er bijna 200 mensen bij Spuntini. Er zijn negen vestigingen waarvan er zich vier in het noorden van Frankrijk bevinden. De jaarlijkse omzet bedraagt 80 miljoen euro. Spuntini verhuist tegen eind volgend jaar naar de Nijverheidsstraat in Deerlijk.

De tips van Nico

Favoriete winkel?

“Mijn favoriete winkel is Vertigo, een mooie kledingzaak voor mannen. Ze hebben er een mooi aanbod aan broeken en truien van diverse merken waaruit ik kan kiezen. Mijn vrouw gaat altijd mee als ik kleren koop. Zij bepaalt ook een beetje wat ik draag. Mij maakt dat iets minder uit. Ik zou ook wel iets uit de C&A dragen, hoor.”

Favoriete vereniging?

“Dat is onze fietsclub bij De Klauwaert. We vormen een leuke groep. Het zijn allemaal strevers en dat motiveert me wel. Als ik tijd heb, doe ik mee in een van de andere clubs waarin ik actief ben. Zo zijn er de Karmel-bikers in Waregem. Daar zijn we met een vijftiental vrienden en eenmaal per jaar rijden we 100 km mountainbike. Voorts hebben we ook nog een groep Dockx waarmee we samen al naar zeven WK’s of EK’s voetbal zijn geweest. We proberen telkens twee matchen mee te pikken. Voor de rest maken we ook wat tijd voor cultuur en een pintje. Volgende zomer gaan we naar Sint-Petersburg in Rusland en naar Kopenhagen in Denemarken om er de Rode Duivels aan het werk te zien. We blijven een dag of zes ter plekke.”

Favoriete plek

“Ik kan moeilijk een favoriete horecazaak noemen omdat ik geen problemen wil met uitbaters. Ik lever er aan veel. Laat ons zeggen dat ik wel eens graag iets ga drinken in een van de cafés achter de kerk op de Markt. Ik vind dat daar een heel gezellige plek.”

Favoriete evenement

“Dat is Waregem Koerse. Eigenlijk ben ik opgegroeid op het terrein van de Waregemse Koersefeesten. We woonden in de Felix Verhaeghestraat, dicht bij de hippodroom. Ik heb dus kunnen zien hoe Waregem Koerse geëvolueerd is van een evenement met 10.000 naar één van 40.000 toeschouwers. Als kind mocht ik altijd mee naar de hippodroom en nog altijd ben ik elk jaar trouw op post. Al ben ik nu vaak uitgenodigd in een viptent en daar zie je toch globaal minder volk. Ik mis daar ook een beetje mijn kameraden en dus ga ik altijd eens op verkenning op het terrein rond de hippodroom. Dan zie ik ook altijd veel mensen die ik ken.”