Minster Hilde Crevits en Voka-topman Bert Mons: “Nu onze troef uitspelen: onze veerkracht”

Bert Mons van Voka West-Vlaanderen en Hilde Crevits, Vlaams minister van Economie. © Foto Kurt
Jan Gheysen
Jan Gheysen Opiniërend hoofdredacteur

De minister laat weten dat ze iets later zal zijn: ze staat ergens tussen Brussel en Gent vast in de file. Het is de eerste keer sinds lang. Alsof we ineens, na maanden, weer terug zijn in het ‘oude normaal’. Maar ruim een half uur later maken Vlaams minister van Economie Hilde Crevits en algemeen directeur Bert Mons van Voka West-Vlaanderen duidelijk: na corona wordt het anders. Hoe anders? Het is nog te vroeg om dat in al zijn facetten te schetsen. Maar zowel minister Crevits als Voka-man Bert Mons wijzen naar hefbomen die ze nu al ontwaren waarmee West-Vlaanderen deze crisis kan aanpakken, naar kansen en valkuilen die ze zien en vermoeden.

“Wat we zeker niet willen,” zegt Vlaams minister van Economie Hilde Crevits, “is het W-scenario voor het herstel. Je weet wel: dat we na een periode van herstel ineens weer te maken krijgen met een ernstige uitbraak van het virus. Dat is het slechtste wat ons zou kunnen overkomen, dat moeten we vermijden en daar doen we alles aan.”

We spreken de minister en de Voka-topman in het nieuwe administratieve centrum van Torhout. Een bijzonder transparant en opvallend ruim complex in het hart van de stad. De minister heeft net een gesprek achter de rug met een wetenschappelijke raad over het samenstellen van een draaiboek om in de toekomst zo’n crisis te kunnen aanpakken. “We willen leren uit wat ons nu overkwam om van daaruit een nieuwe strategie vast te leggen. Ik geef een voorbeeld: de veeartsen zijn tijdens de lockdown blijven werken. Welke gevolgen had dat voor hen: zijn er daardoor meer veeartsen besmet geraakt of niet? Op dit ogenblik weten we weinig over de concrete impact van alle maatregelen afzonderlijk op het bedwingen van die uitbraak. We moeten dus data (gegevens) daarover verzamelen om er dan socio-economisch mee aan de slag te gaan. Misschien kunnen we in de toekomst met minder algemene maatregelen zo’n virus bedwingen,” legt de minister uit.

Minster Hilde Crevits en Voka-topman Bert Mons:
© Foto Kurt

“Veel bedrijven en sectoren hebben protocollen afgesloten die het mogelijk maken dat bedrijven en werknemers veilig kunnen werken. Ik hoop dat een aantal van die hygiënische maatregelen behouden blijven,” zegt de minister.

“De gezondheid van onze medewerkers stond en staat meer dan ooit centraal. Als je ziet wat bedrijven daarin bijkomend hebben geïnvesteerd”, zegt algemeen directeur Bert Mons van Voka West-Vlaanderen, “dan gaan ze die maatregelen niet zomaar lossen. Het werken met plexiglas-bescherming, met circulatieplannen, het herinrichten van de werkposten, het aanpassen van de arbeidsorganisatie… Dat blijft zeker om te vermijden dat ze door een tweede golf van virusuitbraken zouden worden getroffen. En ook om de vrees bij medewerkers weg te nemen.”

“Mensen zijn gaan nadenken over hun manier van werken, over het gebruik van ruimte in hun bedrijven of zaken en dat levert hen nieuwe inzichten. Mijn kapster vertelde me dat ze precies door die maatregelen haar kapsalon anders heeft ingericht en ze is daarover best tevreden,” vertelt minister Hilde Crevits.

“Wij zijn met Voka West-Vlaanderen vrijwel onmiddellijk gestart met het bevragen van onze leden. Via de quick polls maten we wekelijks de stemming bij onze ondernemers, konden we heel snel achterhalen hoe zij met de maatregelen omgingen, peilden we naar suggesties. We speelden heel kort op de bal en konden zo aan de beleidsmakers feedback geven. De West-Vlaamse ondernemingswereld is op die manier een belangrijke motor geweest voor de aanpak van deze crisis,” zegt Bert Mons.

Maar er was ook kritiek op de maatregelen. De forfaitaire steun (hinderpremie, compensatiepremie) bijvoorbeeld aan zelfstandigen en bedrijven zou te algemeen zijn.

Minster Hilde Crevits en Voka-topman Bert Mons:
© Foto Kurt

Minister Crevits: “Die kritiek kennen we. Maar deskundigen erkennen dat de aanpak belangrijk was om te voorkomen dat bedrijven en hun leveranciers in onoverkomelijke problemen zouden raken. Wat we, naast de effectieve financiële steun, ook wilden bereiken met die premies was dat ondernemers niet noodgedwongen gingen stilzitten. De premies mochten de creativiteit binnen de ondernemingen en bij de zelfstandigen niet stuiten. Een aantal van hen is niet bij de pakken blijven zitten en is na de verplichte sluiting direct gaan nadenken over de mogelijkheden om online actief te blijven of bij restaurants om via ‘take away’ toch actief te blijven.

“We kunnen het niet genoeg herhalen: investeer in opleidingen”

Er was ook kritiek op het feit dat zo’n hinderpremie voor iedereen evenveel was, maar het was noodzakelijk om een systeem te vinden waarmee we heel snel konden handelen. Als je zo’n premie afhankelijk maakt van jaarcijfers, dan hadden wij de mensen nooit zo snel en zonder al te veel paperassen kunnen helpen. Nu waren mensen verrast dat de middelen hen zo snel hebben bereikt. Maar dat was dus ook nodig.”

Bert Mons: “Bovenop de federale maatregelen en het bankenplan wil ik toch ook het Vlaams solvabiliteitsplan dat begin deze maand werd aangekondigd, onderstrepen, dat bijkomende zuurstof moet geven aan onze bedrijven. Dit is ook nodig. Heel wat bedrijven teren momenteel noodgedwongen op hun reserves. Goed om aan te stippen is, dat er daarbij ook actief een beroep zal gedaan worden op de Vlaamse spaarder via de oprichting van het Welvaartsfonds. Naast de win-win-lening komt er ook een vriendenaandeel dat familie en vrienden moet aanmoedigen om (fiscaal vriendelijk) aandelen te verwerven in kmo’s. Allemaal waardevolle initiatieven, maar hopelijk duurt het niet te lang vooraleer alles nu ook wordt uitgerold.”

Maar alle maatregelen kosten de overheid heel veel geld. Voor de crisis werd er ook door de Vlaamse regering bezuinigd om de begroting uit het rood te halen. Maar nu ineens is er wel geld.

Minster Hilde Crevits en Voka-topman Bert Mons:
© Foto Kurt

Minister Crevits: “We hebben veel geleerd uit de bankencrisis. We hebben toen 4 miljard geleend en we hebben dat dubbel en dik terug. Bert zal dat ongetwijfeld beamen: als we door een van die steunmaatregelen een faillissement kunnen vermijden, dan is dat goed besteed geld dat zowel overheid als burger terugverdienen. Zolang het gaat om eenmalige uitgaven, kunnen we dat aan. Pas bij structurele uitgaven – uitgaven die elk jaar terugkomen – wordt het een serieus probleem.”

Toch opmerkelijk hoe snel veel bedrijven in de problemen komen. Van veel grote ondernemingen zou je toch verwachten dat ze over een serieuze buffer beschikken om die eerste crisismaanden op eigen kracht te overbruggen.

“Koers die voor corona was vastgelegd, moeten we blijven varen”

Bert Mons: “Onderschat de impact niet van zo’n opgelegde sluiting van de ene dag op de andere. Bij die grote bedrijven die ook elders actief zijn, kunnen in normale tijden, die andere vestigingen dan doorgaans de stoot opvangen. Maar nu lag het in een keer overal stil. Komt daarbij dat we in het begin ook geen enkel perspectief en geen referentiepunten hadden. We hadden dit op deze schaal nog nooit meegemaakt en niemand wist hoelang dit zou duren en hoe we eruit zouden geraken. Dit was ongezien. Als we nu terugkijken naar wat de overheid aan maatregelen toen nam, dan zijn we daarover tevreden. Er is snel gehandeld. Maar nu breekt het moment aan om met een herstelplan, een relanceplan te komen.”

Minster Hilde Crevits en Voka-topman Bert Mons:
© Foto Kurt

Minister Crevits: “We zijn daar volop mee bezig. Tegen half juli verwachten wij de conclusies van de experts en dan kunnen we daarmee aan de slag voor de opmaak van de begroting. Ik hoop dat we het plan zo snel mogelijk kunnen presenteren. Maar intussen blijven we niet bij de pakken zitten. We blijven constant zoeken hoe we onze middelen het meest efficiënt kunnen inzetten en houden we alle uitgaven tegen het licht. Zo hebben we middelen teruggeschroefd voor opleidingen die nu niet meteen nuttig zijn (denk aan astrologie, mindfulness, yoga, helikopterpiloot…). We hebben gezien dat onze bedrijven de sprong hebben gemaakt naar de digitale weg en we willen nu vooral daarop inzetten. Bij de sector van agrovoeding en sierteelt – bijzonder zwaar getroffen én belangrijke sectoren voor onze provincie – starten we een ‘incubator’-project. Bedrijven die op zoek gaan naar nieuwe afzetmarkten of bestaande afzetmarkten op innovatieve manier willen benaderen, kunnen rekenen op steun vanuit de incubator. Zo hebben we geleerd dat knolselder – voor ons een gewone groente in Japan een absolute delicatesse is. We mogen nu appels en peren exporteren naar Brazilië, maar er is nog niet veel vraag naar onze producten. Dus moeten we zorgen dat die handel op gang kan komen. Het openen van nieuwe markten moet ook deel uitmaken van die relance.”

Minster Hilde Crevits en Voka-topman Bert Mons:
© Foto Kurt

Bert Mons: “Het is dus belangrijk dat we de koers die we voor corona voeren, aanhouden. We hadden een zeer sterk Vlaams regeerakkoord, over innovatie en internationalisering. Het is op die terreinen dat we nu verder moeten inzetten en nu geen dingen gaan doen die one shots zullen zijn en ons veel geld gaan kosten. Voor West-Vlaanderen is het verder inzetten op internationalisering – zeker met de Brexit – noodzakelijk. We hebben daar met de POM een plan voor klaarliggen. Inzetten op digitalisering. Corona gaf de bedrijven een duw in die richting, nu moeten we daar volop verder in gaan en bedrijven, samen met Vlaio, daarin begeleiden. Dat zal de bedrijven helpen om uiteindelijk sterker uit die crisis te komen.

De snelste weg uit de coronacrisis is en blijft via economische groei. Nu de lockdownmaatregelen grotendeels afgebouwd zijn, wordt het hoog tijd om ons op de volgende fase in deze crisis te richten. Veruit de beste manier om de enorme impact van corona op onze economie, onze welvaart, onze arbeidsmarkt én onze overheidsfinanciën op te vangen, is via economische groei. Slimme investeringen zorgen voor die snelle economische groei en verdienen zich op langere termijn dubbel en dik terug. Slimme investeringen zijn geen synoniem voor cadeaus. We kunnen het ons niet permitteren om het geld zomaar uit te geven.”

Minster Hilde Crevits en Voka-topman Bert Mons:
© Foto Kurt

Minister Crevits: “En investeren in opleidingen. We kunnen het niet genoeg herhalen. We hebben nu heel recent twee projecten daarvoor goedgekeurd. We hebben daartoe een akkoord bereikt om effectief meer opleidingen naar West-Vlaanderen te halen in de vorm van Masters na Masters en postgraduaten. Daarmee kunnen we die flexibiliteit op de arbeidsmarkt stimuleren. Het tweede project is net zo belangrijk: het zogenoemde blikopener-dossier. De hogescholen werken voortaan samen om alle onderzoeken die ze hebben ter beschikking te stellen van onze bedrijven en vooral onze kmo’s. We investeren daar iets meer dan 3 miljoen euro in. Dat is ontzettend belangrijk om wat er is aan kennis om dat te delen met onze kmo’s en operationeel in te zetten.”

“Het grote pact dat we hier moeten sluiten, is het innovatiepact”

Minister Crevits: “We stellen trouwens vast dat de aanvragen voor innovatiesteun, ook vanuit onze provincie, sinds de coronacrisis stijgen. Terwijl alle andere cijfers neerwaarts bewegen, wijzen die cijfers erop dat men inderdaad volop wil innoveren. Heel wat bedrijven waren daar al over aan het nadenken, maar de crisis doet hen nu die switch maken. Mocht er ooit sprake zijn van het terugschroeven van middelen voor innovatiesteun, dan zou ik mij daar met hand en tand tegen verzetten. Als we in onze provincie een groot pact zouden moeten afsluiten, dan moeten gaan voor zo’n innovatiepact. Dat is onderwijs, dat is de kleine kmo die zichzelf moet heruitvinden, dat is echt West-Vlaanderen. We moeten duurzaam, digitaal en innovatief aan de slag.”

“Ik vergeet niet hoe ik ineens paniek en angst in de ogen van doorgewinterde ondernemers zag”

Corona bleef voor niemand zonder gevolgen, niet alleen professioneel maar ook in ons familiaal leven. Wat heeft die periode u persoonlijk bijgebracht?

Minister Crevits:Iets wat ik voorheen nog nooit had gedaan: digitaal vergaderen. Ik was daar totaal niet mee vertrouwd, maar inmiddels kennen we dat heel goed. Het biedt het voordeel dat vergaderingen niet uitlopen, maar toegegeven, het fysiek bijeenkomen is nog altijd heel belangrijk.

En familiaal hebben wij, gedwongen door omstandigheden, met veel mensen samengeleefd. Met onze zoon, schoondochter en baby, met onze ouders en schoonouders en later ook met onze dochter: ik heb dat als iets heel positiefs ervaren. Het was heerlijk om zien hoe harmonieus dat kon, ondanks de veilige afstand die we moesten bewaren. Dat mogen ervaren, vond ik een prachtig cadeau.”

Minster Hilde Crevits en Voka-topman Bert Mons:
© Foto Kurt

Bert Mons: “Mij blijft vooral bij hoe ik bij doorgewinterde ondernemers die anders al enkele stormen hebben doorstaan, ineens de paniek en de angst zag voor wat er aan het gebeuren was. Die eerste twee weken van de lockdown zal ik niet licht vergeten. Ik zag vooral onmacht, niet alleen over wat er hun bedrijf mogelijk te wachten stond, maar ook en vooral over hun medewerkers. Ontreddering, dat zag ik. Verschrikkelijk. Dit hadden we nog nooit meegemaakt. En kort daarop zagen we dan hoe werkgevers en werknemers mekaar heel vlot vonden om protocols af te spreken zodat iedereen veilig kon werken.”

De KW-special Bedrijvig West-Vlaanderen is een unieke bijlage bij De Krant van West-Vlaanderen van vrijdag 26 juni. Verkrijgbaar bij de krantenverkoper of op tablet.