Meer dan kwart van kmo’s kraakt door coronacrisis: 33.000 gezonde bedrijven bengelen nu op randje van faillissement

Horeca, maar ook de landbouw en de evenementensector werden zwaar getroffen door de coronacrisis.© Belga
Horeca, maar ook de landbouw en de evenementensector werden zwaar getroffen door de coronacrisis.© Belga
Olaf Verhaeghe

Bijna 33.000 kleinere West-Vlaamse bedrijven die voor de coronacrisis kerngezond waren, staan een jaar later op het randje van faillissement, ondanks de steunmaatregelen van de overheid. Dat blijkt uit cijfers van bedrijfsanalysebureau Graydon.

Meer dan negen op de tien West-Vlaamse zelfstandigen en kmo’s blaakten van gezondheid. Er waren voldoende reserves, zorgen over cashproblemen doken er niet op. Tenminste, dat was zo voor de coronacrisis een krater sloeg in het economische landschap.

Graydon, specialist in de analyse van bedrijfsgegevens en sinds de start van de coronacrisis betrokken bij de adviesgroepen aan de overheid, dook na één jaar lockdown in de cijfers van de zelfstandigen en kleine bedrijven. “Het voortbestaan van tienduizenden ondernemingen in ons land wordt bedreigd. Door de crisis zagen ze hun omzet verdwijnen, terwijl de vaste kosten wel doorlopen. Velen moesten dan ook hun reserves aanspreken”, legt Eric Van den Broele, geboren Bruggeling en directeur onderzoek en ontwikkeling bij Graydon uit.

Horeca en landbouw

Van de ruim 132.000 West-Vlaamse ondernemingen met maximaal 49 werknemers zit 28,3 procent op dit moment in uiterst zware financiële problemen. In absolute cijfers gaat het om 37.269 bedrijven, in allerlei sectoren, die op het randje van faillissement balanceren. “De overgrote meerderheid (32.755 kmo’s, red.) van hen was in maart 2020 wél nog financieel kerngezond”, aldus Eric Van den Broele nog. “Dat betekent dus dat, ondanks de verschillende steunmaatregelen van de overheden, de impact op de kmo’s ook in West-Vlaanderen enorm is.” Voor sectoren als horeca en ook de landbouw en visserij zijn de gevolgen opmerkelijk zwaarder dan het West-Vlaams gemiddelde.

Om het hoofd boven water te blijven houden, knabbelen ondernemers intussen aan hun privékapitaal. “Men kan met andere woorden nog wel doorgaan, maar door noodgedwongen persoonlijke middelen in de zaak te steken, pleegt men eigenlijk roofbouw op de eigen toekomst”, aldus Eric Van Den Broele nog. “Men wordt zelf armer en knipt in het vaak zorgvuldig opgebouwde pensioen, maar tegelijk verdwijnt de ruimte die er was voor innovatie of het geld dat nodig is voor de heropstart. Wie al zijn spaarcenten heeft opgebruikt en straks geconfronteerd wordt met enkele uitgestelde betalingen – denk aan de socialezekerheidsbijdrage – zal wellicht toch de duimen moeten leggen.”

1,5 procent is beter af

Maar er is meer: bij zo’n 34.500 andere zelfstandigen en kleine bedrijven (26,2 procent van de West-Vlaamse bedrijven, red.) gaan intussen ook enkele alarmbelletjes af. Die bedrijven zitten niet in acute geldnood, maar het mag toch allemaal niet te lang meer duren. Zij zullen op termijn dus verdere ondersteuning nodig hebben. Komt die er niet, dan dreigen ook zij de coronacrisis niet te overleven.

Iets meer dan 60.000 kleine bedrijven, goed voor 45,6 procent van alle West-Vlaamse zelfstandigen en kmo’s, heeft vandaag nog voldoende cashreserves. Opvallend is dat een kleine 2.000 onder hen voor de crisis nog in slechte papieren zaten. Voor 1,5 procent van de ondernemingen in onze provincie zijn de steunmaatregelen van de overheid dus voordelig.

Unizo pleit voor blijvende steun

Wouter Blomme, directeur van Unizo West-Vlaanderen, maakt zich zorgen over de resultaten van de Graydon-analyse. “De cijfers zijn op zijn zachtst gezegd verontrustend”, zegt hij. “Sommige ondernemers zien hun levenswerk simpelweg wegkwijnen. Het komt erop aan onze ondernemers goed te blijven begeleiden zodat ze ook na dit debacle de droom om een eigen zaak uit te bouwen, blijven koesteren.”

Dat de verschillende Vlaamse en federale steunmaatregelen noodzakelijk zijn en blijven, benadrukt Unizo volmondig. “Maar deze cijfers tonen tegelijk ook de beperkingen van die steun aan”, aldus Wouter Blomme. “Zeker in sectoren die afhankelijk zijn van toerisme is het risico op faling veel hoger. Voor onze ondernemingen is het belangrijkste dat ze opnieuw voluit kunnen ondernemen. Zij snakken naar die heropening.”

Net daarom is voor Unizo een ‘ambitieuze exitagenda’ uit de coronacrisis broodnodig. “Dat in combintaie met een efficiënte, vlotte vaccinatiecampagne in België en heel Europa”, zegt de Unizo-directeur nog. “Intussen moet ook heel wat coronasteun gericht blijven doorlopen, zeker voor bedrijven en sectoren die nog altijd stil liggen of op amper een fractie van hun normale niveau draaien. Daarnaast kijken we ook uit naar bijkomende maatregelen zoals de Vlaamse herstartlening die vele bedrijven in geldnood moet helpen om toch zeker te kunnen heropstarten.”