Pittemse varkensboerderij verkoopt groene stroom aan 56 gezinnen: “Groot landbouwbedrijf kan perfect in harmonie met de buurt leven”

De varkensboerderij van Ruben Brabant en Peter Kerkhof, die het Menapische ras nieuw leven inbliezen, draait sinds kort volledig op energie, opgewekt door zonnepanelen. © JOKE COUVREUR
Philippe Verhaest

Sinds kort draait de varkensboerderij van Ruben Brabant en Peter Kerkhof in Pittem volledig op groene energie. 5.000 vierkante meter zonnepanelen zorgen voor voldoende duurzame stroom. Wat niet gebruikt wordt, verkopen de ondernemers via het energieplatform Bolt aan gezinnen uit de buurt. Liefst 56 familie worden zo van lokaal opgewekte en milieuvriendelijke stroom voorzien. “Dit past volledig in ons duurzame verhaal”, klinkt het. “Zowel op vlak van energie als bij onze dieren willen we zo ecologisch mogelijk te werk gaan.”

Het verhaal van Bruggeling Ruben Brabant (46) en Peter Kerkhof (50) uit Izegem start in 2007, toen ze samen Agro Consult & Services, kortweg AGS, oprichten. Daarmee wilden ze grote landbouwbedrijven helpen om hun focus op duurzaam ondernemen te leggen, maar uiteindelijk gingen de zakenpartners ook zelf aan de slag in de sector.

In Pittem stampten ze een varkensbedrijf uit de grond waar de dieren centraal staan en in 2016 bliezen ze een tweeduizend jaar geleden uitgestorven ras zelfs nieuw leven in: het Menapische varken. “Dat was ten tijde van de Romeinen een echte delicatesse”, duiden Peter en Ruben. “In die mate zelfs dat je kan stellen dat het ons allereerste Vlaamse exportproduct was, want het vlees werd gezouten en zo naar Rome getransporteerd.”

Geschiedenis herhaalt zich

In samenwerking met met Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen werd vanuit everzwijnen het Menapische varken opnieuw gefokt. “We hebben natuurlijk geen levende exemplaren van twee millennia geleden om mee te vergelijken, maar we hebben het origineel erg dicht benaderd.”

We gaan na of we de eiwitrijke dierenvoeding in de vorm van insecten kunnen geven

Na vijf jaar staat het Menapische varken opnieuw helemaal op de kaart. “Het is een traag groeiend ras waarbij we erg veel aandacht aan het dier zelf schenken. Zo kunnen de om en bij de honderd zeugen vrij in een weide rondlopen, krijgen ze – net als onze ongeveer 1.250 gewone varkens onder de Porc@-vlag – in onze stallen erg veel oppervlakte per dier… Op die manier keren we terug naar de roots van onze regio en kunnen we een varkensras dat echt van bij ons is, in de meest optimale omstandigheden kweken.”

Het Menapische varken is jaarlijks goed voor 150.000 kilo vlees en de populariteit heeft ook de landsgrenzen overschreden. “In die mate zelfs dat we, net als onze voorouders tweeduizend jaar geleden, opnieuw actief zijn in Italië. De geschiedenis herhaalt zich, op een erg duurzame manier. We mikken zowel op de bourgondiër als de consument die achter het groene en lokale verhaal staat.”

Duurzaamheid. Dat blijkt hét codewoord bij zowel Menapii (het Menapivarkensmerk, red.) als Porc@. “De landbouwsector – en in het bijzonder de veestapel – wordt ten onrechte met de vinger gewezen als het over klimaatverandering gaat. Wij willen tonen dat het mogelijk is om hand in hand met de natuur te werken en streven daarom naar een zo goed als volledig circulair bedrijf.”

Op de daken liggen momenteel voor 5.000 vierkante meter aan zonnepanelen en alle nieuwe stallen bouwen ze zo energie-arm mogelijk. Dankzij goede isolatie hoeven we enkel nog vloerverwarming aan te leggen waar de biggen zich kunnen opwarmen en ook onze mestverwerking gebeurt op een ecologische verantwoorde manier. In onze mestverwerkingscentrale in Rumbeke scheiden we alles tot twee opnieuw te gebruiken producten: compost en water om akkers mee te irrigeren. Zo gaat er niets verloren en pompen we amper CO2 in de lucht.”

Het veevoeder van Ruben en Peter bevat geen palmolie en exotische soja, die bijvoorbeeld van plekken komt waar die teelt regenwouden bedreigt, werd eveneens gebannen. “We werken liever met Europees geteelde soja of vervangers als erwten en linzen.”

295 bomen gered

De zonnepanelen, die in totaal dezelfde oppervlakte als een voetbalveld bestrijken, levert voldoende groene stroom op het Pittemse varkensbedrijf te laten draaien. “In die mate zelfs dat we overtollige energie hebben en die willen we niet zomaar verloren laten gaan.”

Het bedrijf ging in zee met het energieplatform Bolt, waarbij je als lokale energie-opwekker je stroom aan particulieren uit de buurt kan verkopen. “Aan een eerlijke prijs én met een gezicht achter de energie”, poneert Pieterjan Verhaeghen, mede-oprichter van Bolt. “Op die manier weet je van wie je je energie koopt en dat ze zowel duurzaam als lokaal is.”

Een verhaal waar Ruben en Peter zich helemaal in kunnen vinden. “We volgen ons energieproduct elke dag nauwgezet op. “Zo weten we perfect hoeveel ton steenkool we dit jaar al bespaard hebben en hoeveel bomen we hebben gered. Sinds begin januari gaat dat om 295 bomen en 18.173 ton steenkool, goed voor 21.580 ton CO2-uitstoot die we vermeden hebben. Dat zet je wel eens aan het nadenken. Bovendien bewijzen we hiermee dat het als groot landbouwbedrijf mogelijk is om in perfecte harmonie met de buurt te leven.”

Een volgende stap moet het zelf produceren van een deel van het veevoeder worden. “In de loop van volgend jaar willen we bekijken of het mogelijk is om de eiwitrijke dierenvoeding in de vorm van insecten te geven. Die kunnen dan eventueel zelfs bij ons op het bedrijf gekweekt worden. Op die manier willen we uiteindelijk een gesloten cyclus vormen en onze producten tegen een correcte prijs in de West-Europese markt plaatsen.”