De meeste hopboeren in ons land verbouwen velden in Poperinge. Toch is de bouw van een volledig nieuw veld ook in de Hoppestad uitzonderlijk, zeker in deze moeilijke tijden. Maar boer Bart bouwt voort. “Ik geloof in de Belgische biermarkt.”
Met tractoren en de eigen spierballen duwen hopboer Bart Boeraeve en een paar collega’s deze week meer dan tweehonderd zware houten palen overeind op een veld bij Poperinge. Ze meten bijna tien meter en komen uit Nederland. “Daar deden ze decennialang dienst als telefoonpalen, op mijn nieuw hopveld kunnen ze nog jaren mee”, verzekert Bart. De 43-jarige hopboer legde voor het laatst een hopveld aan in 2018.
Elders in Poperinge, de Hoppestad van ons land, dateert het laatste nieuwe hopveld van 2016. “Voor onze eigen uitbreiding van 2018 moeten we al teruggaan tot 1985: de tijd van mijn 72-jarige vader, toen de vierde generatie van dit bedrijf”, herinnert Bart. “Het Belgisch areaal gaat zelfs een beetje achteruit. Deze uitbreiding is dus heel uitzonderlijk en in deze tijden ben ik wellicht de enige.”
Klimaatverandering
Overproductie op de wereldmarkt, klimaatverandering, de oorlog in Oekraïne en dalende prijzen zetten hoptelers onder druk. “In Poperinge is nog geen sprake van crisis”, zegt Joris Cambie, een hopboer met meer dan dertig jaar ervaring op het Poperingse platteland aan de andere kant van de stad.
“We hebben jarenlang goed geboerd mede door de zogenaamde craftbeerexplosie, tot corona. Tijdens de lockdowns stockeerden brouwers grote voorraden hop en die oogsten zijn vandaag nog niet opgebruikt. In eigen streek merk ik dat links en rechts hopvelden worden ‘stilgelegd’. De houten constructies aan de buitenkant blijven staan, maar aan de binnenkant wordt een andere teelt verbouwd, zoals mais.”
Duurdere pintjes
Behalve de producent blijkt ook de consument zijn gedrag te hebben veranderd na corona. Er is sprake van een stagnerende biermarkt. “Alles is duurder, ook de pintjes waardoor een aantal niet meer op café gaat. Toch ben ik positief en blijf ik geloven in onze biermarkt”, stelt Bart.
“In alcoholvrij bier zit trouwens meer hop dan in gewoon bier. En een overproductie in Amerika en Duitsland betekent geen overproductie hier: aan eigen hop is altijd een tekort geweest in ons land.”
Druppelirrigatie
Bart rekent op Belgische brouwerijen en ontwikkelt voor hen een klimaatbestendige Belgische hopvariëteit. “Samen met andere hopboeren, Inagro, Vives en ILVO. Daarnaast willen we via een grensoverschrijdend project de effecten van druppelirrigatie onderzoeken om bestand te zijn tegen extreme droogte. Om dit hopveld te beschermen tegen extreem stormweer worden de schuine palen twee meter diep in de grond verankerd. Ze vormen de fundamenten van het veld.”
Het nieuwe hopveld van Bart is 1,7 hectare groot. “Onze bezoekboerderij is nu mooi omsloten en het veld is te zien vanaf de ring rond Poperinge. Het geeft extra elan aan de Hoppestad. Op termijn kan ik op dit veld gemiddeld 3.000 kilogram hop oogsten. Met 1 kilogram kan je ongeveer duizend liter pilsbier brouwen. Zo’n veld kan een hele carrière mee. Ik heb nog een 25-tal jaar te gaan, dus het kan mijn laatste uitbreiding zijn.”
(TP)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier