Hoppestad krijgt er nog eens een jonge én biologische hopboer bij: “Het zit in mijn bloed”

© TP
Redactie KW

Hun aantal slonk de voorbije decennia tot 17, maar nu verwelkomen de Poperingse hopboeren een nieuwe telg in hun midden. De 27-jarige Niels maakt zijn droom waar en kan meteen oogsten op de biologische velden van Joris Cambie, die werk maakt van de eerste stadsbrouwerij in de Hoppestad.

Het moest er eens van komen, want Niels Dekervel (27) uit de Poperingse deelgemeente Proven is de zoon van een hopboer en droomt al lang van een eigen hopbedrijf. “Ik werkte in een veevoederfabriek, maar de hopteelt zit in mijn bloed”, vertelt Niels, die de kans kreeg om enkele hopvelden over te nemen van bioboer Joris Cambie aan de Elverdingseweg bij Poperinge.

Uitbreiden

“Het gaat om 2,5 hectare”, aldus Niels. “De overname van dit bedrijf is een geweldige kans: starten met bestaand plantgoed geeft meteen volle opbrengst in plaats van een wachttijd van drie jaar. Ik zal uitbreiden tot 4,5 hectare. Er is al aromatische hop aanwezig en ik zal bitterhop aanplanten om het volledige brouwproces van hop te voorzien. Ook mijn hop zal biologisch zijn en blijven.”

“Je mag je hop pas biologisch noemen, als de grond al minimum drie jaar biologisch behandeld worden met natuurlijke producten op vlak van besproeiing en bemesting. Voor hop is onkruid niet meteen een probleem, maar er komt extra handwerk aan te pas en je bent meer afhankelijk van de natuur.”

Ook de vader van Niels schakelt over naar biologische hopteelt op zijn negen hectare. “Dat soort hop biedt ook meer opbrengst: niet op vlak van gewicht, maar de verkoopprijs is beter. Er is meer vraag naar biologische producten. De markt groeit, dus is dit het moment om op de kar te springen.”

Nummer achttien

Een nieuwe hopboer is goed nieuws voor de Hoppestad, zoals Poperinge gepromoot wordt. “Hop was ooit een van de grootste teelten in de streek”, stelt Niels. “De laatste jaren zijn heel wat boeren gestopt met hop, omwille van de pensioenleeftijd en investeringslast. Ik ben de achttiende hopboer en een van de jongste. De weinige hopboeren, die nog overblijven, zijn wel gespecialiseerd en willen zeker verder doen.”

Ook Joris Cambie blijft verder hop telen op zijn bestaande velden, en krijgt er een nieuwe bezigheid bij: met zijn biobrouwerij De Plukker en medewerker Kris Langouche bouwt hij binnenkort het gelijkvloers van het huidige hopmuseum om tot de eerste stadsbrouwerij van Poperinge.

“Er zullen de komende jaren nog hopboeren stoppen zonder opvolging. Ik zal al tevreden zijn, als we ons aantal stabiel kunnen houden”, aldus de 56-jarige Joris, die de evolutie van dichtbij meemaakte. “Eind de jaren zestig waren er nog zeven hopboeren in mijn straat, dankzij Niels ben ik na tien jaar niet meer alleen. Zijn extra velden zullen het hopareaal doen groeien. Poperinge blijft dé hopstreek met 160 hectare van de 180 in heel het land.”

Traditionele delicatesse op Valentijn, maar dit jaar is ‘witte goud’ duurder

De hopscheuten zijn een traditionele delicatesse in het valentijnsmenu, maar het ‘witte goud’ wordt elk jaar duurder en schaarser. Mede door corona.

Dat merken ze ook op het domein van De Lovie, waar mensen met een verstandelijke beperking heel wat arbeid en tijd steken in de fragiele teelt.

“Door de coronamaatregelen waren minder bewoners en personeelsleden aan de slag”, aldus Brigitte Dewulf van De Lovie, die vorig najaar ook lang moest zoeken naar de nodige ‘hopblokken’ voor de teelt van hopscheuten. De opbrengst uit de binnenteelt van hopscheuten viel de voorbije jaren tegen door de sluitingen van de horeca, en dat leidde tot onzekerheid en minder hopscheuten bij een aantal hopboeren.

“De hopboeren behielden hun hopplanten, leggen nieuwe hopvelden aan of wensen dit jaar zelf te oogsten. Het was een tamelijk lastige zoektocht naar hopblokken en we zijn daarom dankbaar voor de warme hulp van ’t Hoppecruyt in Proven. Dit secuur werk met het delicate streekproduct geeft veel voldoening aan onze medewerkers, die fier zijn met het mooie resultaat.”

Deze chef werkt opnieuw met hopscheuten

Bert Recour (46), chef van het Poperingse restaurant Pegasus, haalde zijn hopscheuten op in de serre van De Lovie.

“We werken al samen met De Lovie sinds de oprichting van Pegasus in 2002. We bereiden niet alleen de hopscheuten, maar ook hun vergeten groenten zoals aardpeer en crosnes”, vertelt Bert. “Onze zaak zat vol op Valentijnsdag. Tot de valentijnperiode werkten we met hopscheuten uit de serres en vanaf eind februari – begin maart uit volle grond, afhankelijk van het weer. Na de tegenvallende coronajaren hopen we op een goed seizoen. En dat lijkt te lukken, volgens de reservaties.”

(TP)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier