Kortrijkse kroegen krijgen klappen: “Je moet haar op je tanden hebben om te overleven”

© AN
Redactie KW

De voorbije tien jaar verdwenen 71 van de 206 cafés in Kortrijk. Een derde dus. Vooral bruine kroegen hebben het moeilijk om te overleven. Noëlla Vercruysse van de Smisse in Aalbeke is al bijna vijftig jaar cafébazin. “Je moet haar op je tanden hebben om te overleven. Ik doe het niet meer voor het geld, want ik ben met pensioen. In de huidige omstandigheden zou ik er niet meer aan beginnen.” Een blik achter de toog van de Kortrijkse kroegen.

Door Marnix Verstichel en Annelies Nollet

Waarom verdwijnen al die kroegen? Wij gingen het vragen aan twee ‘oude’ rotten in het vak: Curd Alsberghe van café Wielsbeke in Kortrijk en Noëlla Vercruysse van De Smisse in Aalbeke. “De mentaliteit is veranderd en de kosten zijn gestegen. Het is veel uren werken om niet veel te verdienen.”

“Dat er veel cafés sluiten?” stelt Noëlla. “Wat wil je? De prijs voor een pint wordt almaar hoger. Iedereen denkt wat er in de kassa zit, dat dat zuivere winst is. Maar er komen nog zoveel kosten bij, er is de btw… Veel jonge mensen beseffen dat niet.” Curd vult aan: “Het rendement is veel gezakt. Het zijn toch vele uren werken om toch niet zo heel veel te verdienen. Bovendien zijn de klanten kritischer geworden, de brouwerijen strenger, kortom, het is er niet gemakkelijker op geworden en de verdiensten zijn verminderd.”

Curd baat café Wielsbeke in de Vooruitgangstraat in Kortrijk al bijna 29 jaar uit, de zaak bestaat al meer dan 60 jaar. Café De Smisse is al 86 jaar een vaste waarde in de Bergstraat in Aalbeke. Noëlla tapte 49 jaar geleden haar eerste pinten.

Laurens Moyaert van ‘t Kanon: “Ik sta ermee op en ga ermee slapen”

Laurens met enkele van 'zijn' studenten.
Laurens met enkele van ‘zijn’ studenten.© AN

Voor Laurens Moyaert (27) ‘t Kanon overnam in 2015 werkte hij al 2 jaar als gerant in een café in Roeselare. “Het kriebelde toch om een eigen zaak te hebben”, vertelt hij. ‘t Kanon staat al jaren bekend als hét studentencafé. Verschillende studentenclubs hebben er hun thuishaven en organiseren er geregeld een feestje. “Mensen denken soms dat ik het geld hier voor het opscheppen heb omdat er vaak veel volk in mijn café zit. Dat is helemaal niet zo”, vertelt Laurens. “De kosten zijn de laatste jaren enorm gestegen, maar de prijs van mijn bier verhogen zie ik niet zitten. Ik vrees dat studenten dan zouden weg blijven. Sommigen drinken erg veel tijdens een prédrink op kot en komen hier dan pas aan rond 23 uur. Daarnaast heb ik momenten dat ik helemaal geen inkomen heb omdat de studenten wegblijven. Zo sluit ik in de zomer zes weken.” Enkele jobstudenten helpen op de erg drukke momenten, maar Laurens doet verder alles zelf. “Ik sta op met mijn café en ga ermee slapen. Ja, ik kan ervan leven, maar je wil niet weten hoeveel uren ik er in steek. Ik doe het enorm graag, maar mijn vriendin zit elke avond alleen thuis. Ik zal dit dus waarschijnlijk geen 10 jaar meer doen.”

Aaron, Alexander en Jasper van Gainsbar: “Speciaalbier nodig om iets aan te verdienen”

Aaron en Alexander.
Aaron en Alexander.© AN

Aaron Benoit (29), Alexander Cheyns (29) en Jasper Jacques (30) beslisten bijna exact een jaar geleden om Gainsbar op de Vlasmarkt over te nemen. De bar staat vooral bekend voor zijn enorme aanbod aan speciale bieren. “Dat concept hebben we behouden, maar we hebben zelf ook het een en ander toegevoegd”, vertelt Aaron. “We schenken nu veel meer non-alcoholische dranken en biologische sapjes, er is bijna elk weekend een optreden en het interieur ondergaat om de zoveel tijd een complete metamorfose. Daarvoor gaan we wel steevast naar de kringloopwinkel hoor (lacht).”

Ook met personeel werken de mannen niet. “Onze grote troef is dat we drie zaakvoerders hebben. We verdelen de shiften onder ons en hebben daarnaast allemaal ook een halftijdse job. Daar kan ik van leven, maar niet op grote voet”, besluit Aaron. “Om veel geld te verdienen moet je het inderdaad niet doen”, vult Alexander aan. “Op een gewone pint maken we zo goed als geen winst. Wij moeten het vooral hebben van onze speciale bieren. Een enorm drukke vrijdagavond waarop iedereen gewoon bier drinkt brengt voor ons maar evenveel geld in het laatje als een rustige zaterdagnamiddag waarbij wat meer andere dingen gedronken worden. Het belangrijkst is volgens mij dat je als cafébaas altijd blijft vooruit denken en vernieuwen.”

Laurens Moyaert van ‘t Kanon: “Ik sta ermee op en ga ermee slapen”

Laurens met enkele van 'zijn' studenten.
Laurens met enkele van ‘zijn’ studenten.© AN

Voor Laurens Moyaert (27) ‘t Kanon overnam in 2015 werkte hij al 2 jaar als gerant in een café in Roeselare. “Het kriebelde toch om een eigen zaak te hebben”, vertelt hij. ‘t Kanon staat al jaren bekend als hét studentencafé. Verschillende studentenclubs hebben er hun thuishaven en organiseren er geregeld een feestje. “Mensen denken soms dat ik het geld hier voor het opscheppen heb omdat er vaak veel volk in mijn café zit. Dat is helemaal niet zo”, vertelt Laurens. “De kosten zijn de laatste jaren enorm gestegen, maar de prijs van mijn bier verhogen zie ik niet zitten. Ik vrees dat studenten dan zouden weg blijven. Sommigen drinken erg veel tijdens een prédrink op kot en komen hier dan pas aan rond 23 uur. Daarnaast heb ik momenten dat ik helemaal geen inkomen heb omdat de studenten wegblijven. Zo sluit ik in de zomer zes weken.” Enkele jobstudenten helpen op de erg drukke momenten, maar Laurens doet verder alles zelf. “Ik sta op met mijn café en ga ermee slapen. Ja, ik kan ervan leven, maar je wil niet weten hoeveel uren ik er in steek. Ik doe het enorm graag, maar mijn vriendin zit elke avond alleen thuis. Ik zal dit dus waarschijnlijk geen 10 jaar meer doen.”

In tien jaar is een derde van de Kortrijkse cafés verdwenen

Het gaat niet goed met de Vlaamse cafés. In het midden van de jaren 90 waren er nog 29.860 cafés in Vlaanderen. Vandaag zijn er daar nog 14.920 van over. Een halvering. In Kortrijk waren er tien jaar geleden 206, in 2013 nog 167 en nu maar 135 meer. Nochtans gaat 70 procent van de Vlamingen geregeld op café en heeft een kwart van hen zelfs een stamcafé waar ze minstens een keer per week een pint gaan pakken. Bovendien doet de horeca het in het algemeen wel goed. Het aantal horecazaken bleef de laatste 10 jaar in Kortrijk en deelgemeenten hangen op zo’n 340. Terwijl het aantal cafés stevig daalt, kwamen er vooral veel lunchrooms en afhaal- of bezorgdiensten bij. Wat de cijfers niet tonen is welke cafés er verdwijnen. In Kortrijk lijken dat vooral de traditionele bruine cafés te zijn. Cafébazen met vernieuwende of speciale concepten lijken wel het hoofd wel boven water te houden.

“Ik weet niet of ik in de huidige omstandigheden dezelfde job zou kiezen”, weet Curd. “Maar waarschijnlijk wel. Ik ben er misschien niet voor geboren, maar doe het graag. Het zit in de aard van het beestje, dus blijf je dat voortdoen.” Noëlla ziet het anders: “De mentaliteit is zodanig veranderd dat het helemaal niet meer hetzelfde is. Vroeger was het toch een pak plezanter. Hoewel ik nu ook nog wel wat jonge mensen over de vloer krijg, met daarbij een kaartersclub, een supportersclub voor een wielrenner en een loper. Dat brengt allemaal wel wat zaad in het bakje. Maar toch… Neen, ik zou het niet overdoen.

Hogere kosten

“Hoe je in zo’n wereld kunt overleven?”, herhaalt Curd de vraag. “Je moet veel haar op uw tanden hebben. Je moet een beetje meer kunnen verdragen dan vroeger. Al eens iets door de vingers zien. Maar evenzeer nu en dan eens kordaat optreden.”

Kortrijkse kroegen krijgen klappen:
© KDS

“Beginners moeten vooral niet te veel klanten op de spiegel laten staan” – Noëlle Vercruysse, De Smisse

“Heel juist”, stelt Noëlla, “Ik kan misschien ook wel eens wat botter zijn, maar als ze mij kort pakken, dan krijgen ze van hetzelfde laken een broek. Maar ze zoeken dat, ze hebben dat graag dat ik eens wat straffer uit de hoek kom. Mocht het echt de spuigaten uitlopen, wel, dan zet ik de deur open. Dan weten ze wat dat wil zeggen.”

Over de verdiensten in een café is Curd van café Wielsbeke duidelijk: “Aan een pint verdien ik tussen de 20 en de 25 procent. Dat betekent dat ik aan een pint van 2 euro 40 à 50 cent aan overhoud. Vroeger was dat zeker meer. Bovendien zijn er nu veel verdoken kosten: zoals Sabam en de billijke vergoeding om muziek te mogen spelen. Alle kosten zijn gestegen. Gas en elektriciteit bijvoorbeeld zijn exponentieel gestegen en staan zeker niet meer in verhouding met de opbrengsten.”

Noëlla blijft iets vager over de prijs: “Wil je nu geloven dat ik eigenlijk niet goed weet wat ik aan een pint verdien? Ik vraag maar 1,50 euro voor een pils en 2,30 euro voor de speciale bieren. Ik moet voorzichtig blijven met mijn prijzen. Ik doe er nog de Lotto bij en voor het grote geld doe ik het niet meer. Ik ben wel op pensioen. Dat verandert het een en ander. Trouwens, hoe meer ik zou vragen, hoe meer ik de belastingen moet. Ik ben ook maar meer open van 9 tot 20 uur en dan is het voor mij goed geweest.”

Curd
Curd

“Blijf niet je hele leven in een café van een brouwerij, dan werk je voor hen” – Curd Alsberghe, Café Wielsbeke

Daarnaast is de hoeveelheid bier die wordt gedronken, ook verminderd. “Mensen gaan op café om vrienden te ontmoeten, toch in een volkscafé. De drank op zich is niet meer zo belangrijk. Vroeger was het meer zo dat mannen zich laveloos kwamen drinken. Nu is doen ze het meer voor de maten. Ze zitten in een vereniging en komen dan op café om die mensen te ontmoeten. Dat is de belangrijkste reden geworden. Praten, lachen en plezier maken”, stelt Curd. “Bij ons wordt ook wat afgelachen”, vult Noëlla aan. “Soms gaat het verder dan alleen maar klant zijn. Zo helpen mijn klantjes ook al eens om met wat zware bierbakken te zeulen en mij zo te helpen om de frigo’s aan te vullen. Het is een kwestie van graag zien en graag gezien zijn.”

Rendabel

Of café houden dan nog wel rendabel is? “Bah, je kan er nog van leven, ja, maar niet meer rijkelijk“, redeneert Curd. “Het is niet meer om te zeggen: ik heb nu mijn spaarboekje vol en nu heb ik genoeg… Vroeger zei men tien jaar een goed café openhouden en je bent binnen. Nu mag je zelfs 20 jaar goed bezig zijn en het is nog geen waarheid. Je hebt dan wel een appeltje voor de dorst, maar je kan er zeker niet van rentenieren.”

“Als je begint en na zes jaar heb je een goed draaiende zaak, zoek dan iets om te kopen en begin in uw eigen zaak”, geeft Curd nog als goede raad voor starters mee. “Het zal een enorm verschil zijn tegenover de brouwerijen en de klanten. Als het uw eigen zaak is, daar kun je nog een mooi centje aan verdienen. Blijf niet je hele leven in een café dat afhangt van een brouwerij, want dan werk je voor hen en niet voor jezelf. Natuurlijk moet je dat maar doen als een je goed draaiend café hebt… Heb je dat niet, stop er dan mee.”

“Beginners moeten vooral oppassen dat ze niet te veel klanten op de spiegel laten staan. En dat ze niet denken dat al wat binnenkomt winst is,” vat Noëlla het samen.

Cafe-uitbaters blijven almaar vaker achter met financiële kater: “Ik had niet genoeg geld om een nieuw vat te kopen”

Laura* nam iets meer dan een jaar geleden een café in Kortrijk over. Ze droomde immers al lang van een eigen horecazaak. Vorige week vroeg ze het faillissement aan. De schulden stapelden zich op. Daardoor dreigt ze nu haar huis, auto en inboedel te verliezen. Ze is niet de eerste en zeker ook niet de laatste cafébaas die de eindjes niet meer aan elkaar kan knopen. Er zijn vandaag maar liefst 71 cafés minder in Kortrijk dan tien jaar geleden. Het zijn vooral de traditionele bruine kroegen die bezwijken onder de hoge kosten.

Kortrijkse kroegen krijgen klappen:
© AN

Laura wil haar verhaal vertellen, maar met enig voorbehoud. “Ik ben heel veel mensen dankbaar voor hun steun en wil zeker niet ondankbaar overkomen, ik heb mooie kansen gekregen, maar als cafébaas is het moeilijk overleven.” Daarom vertelt ze haar verhaal anoniem, Laura is dan ook een fictieve naam.

De vrouw moet haar tranen tijdens ons gesprek geregeld verbijten. “Ik voel me waardeloos. Ik durfde zelfs een hele tijd amper buiten te komen, puur uit schrik om de schande van de buurt te zijn. Ik hou me sterk, ook voor mijn kinderen. Alhoewel ik niet weet hoe ik ze straks naar school moet brengen zonder auto.”

Op het eerste gezicht heeft de voormalige cafébazin het nochtans goed voor elkaar. Een eigen huis, een eigen zaak, een auto en enkele schatten van kinderen die er netjes bijlopen en beleefd ‘goeiedag’ zeggen. Ze schoolde zich de voorbije jaren bij om de nodige commerciële bagage te hebben. Aan motivatie dus geen gebrek.

Ik hoor van cafébazen dat ze zich afvragen hoe ze hun kinderen eten moeten geven. Als je zo hard werkt, zou dat toch niet mogen?

“In mijn korte carrière als cafébaas heb ik keihard gewerkt. Van mijn ouders kreeg ik veel steun. Ze hielpen me waar ze konden en stonden mee in voor de opvang van de kinderen. Ik deed bovendien alles alleen, van bestellingen tot poetsen, personeel was te duur. Daardoor en door de hulp van mijn ouders kon ik de kosten drukken. Ik heb me tot de laatste dag helemaal gegeven. Met de glimlach, tegen beter weten in. Want hoewel ik veel goede klanten had, heb je er altijd enkele tussen die lastig doen wanneer ze een pint te veel op hebben of die hun rekening niet betalen.”

Speelgoed

Toch mocht al haar harde werk niet baten. Laura vertelt haar vertaal met één oog op ‘de roze brief’, zoals ze hem noemt. Het is de brief waarin staat dat ze haar inboedel in beslag komen nemen. “Maar hier valt niet veel te halen, we leven niet op grote voet. Ik hoop dat ze mijn kinderen tenminste hun speelgoed zullen laten”, zucht ze.

Alsof ze zich geroepen voelt, staat de postbode even later aan de deur. Of Laura vandaag enkele aangetekende brieven wil ontvangen? Ja vandaag voelt ze zich dapper genoeg. Voor een paar. “Ik durf mijn brievenbus niet meer opendoen omdat ik weet dat er toch alleen maar slecht nieuws komt. Ik probeer nu niet te veel te denken aan wat later volgt en gewoon alles van dag tot dag te bekijken.”

Vraag is hoe het dan zover is kunnen komen? “Dat is een combinatie van verschillende dingen. Doordat ik mijn droom wou realiseren, zag ik bij de overname de signalen niet dat de zaak niet zo goed draaide zoals het werd voorgesteld. Met 12 cent winst op een pint en een huur van 1.600 euro per maand kan je onmogelijk het hoofd boven water houden. Daar kwam dan nog eens bij dat de verwarmingsketel op ontploffen stond. Ik rook ook twee keer een brandgeur. Bleek dat de stekkers begonnen te smeulen. In september begaf de vloer van de bierkelder het plots. De ratten renden door het café en de frigo’s stonden in het water. Maar ik wist niet eens of ik op het einde van de maand genoeg geld zou hebben om een nieuw vat te kopen.”

Volgens Laura is zij niet de enige die het zo moeilijk heeft. “Ik hoor van andere cafébazen dat ze zich afvragen hoe ze op het einde van de maand hun kinderen eten moeten geven. Als je zo hard werkt zou dat toch niet mogen?” De mama hoopt op een kwijtschelding van haar schulden. Zodat ze met een propere lei kan beginnen met haar gezin en vriend. Toch was het niet enkel kommer en kwel in het café. “In het café leerde ik mijn huidige vriend kennen, de relatie is nog heel pril, maar samen hebben we misschien een toekomst.”

*Laura is een fictieve naam

Anne Marie Sanchez (La Bodeguita del Medio): “Als cafébaas moet je blijven vernieuwen”

(foto AN)
(foto AN)

In 2010 nam Anne Marie Sanchez samen met haar man Jouen Deremaux La Bodeguita del Medio in de Stationsstraat over. De meeste Kortrijkzanen kennen het café beter als De Cubaan. Anne Marie maakte er een familiebedrijf van. Zowel haar mama als haar zus springen geregeld bij. Daarnaast heeft ze ook een 20-tal flexi-jobs en jobstudenten in dienst. En dat is nodig want sinds ze renoveerden en een nieuwe zaal openden heeft hun café een capaciteit van zo’n 400 klanten. “Tijdens de week zit het nooit helemaal vol, maar in het weekend gebeurt het wel dat het even wachten is op een plekje”, vertelt Anne Marie. “Maar op dit moment is het uitzonderlijk rustig.” De Cubaan staat bekend voor zijn ruime aanbod aan betaalbare cocktails en het feit dat je er een sigaar kan roken. “Van alleen dat café kunnen we niet leven, dus zijn we inventief en proberen we dingen uit. Zo organiseerden we in oktober een Halloweenparty, dat was een groot succes. In het weekend kan je hier ook komen dansen, dat bleek een gat in de Kortrijkse markt. Ik denk dat de boodschap als cafébaas is om te blijven innoveren en nieuwe dingen te testen. We zien dat onze klanten dat appreciëren.”

Aaron, Alexander en Jasper van Gainsbar: “Speciaalbier nodig om iets aan te verdienen”

Aaron en Alexander.
Aaron en Alexander.© AN

Aaron Benoit (29), Alexander Cheyns (29) en Jasper Jacques (30) beslisten bijna exact een jaar geleden om Gainsbar op de Vlasmarkt over te nemen. De bar staat vooral bekend voor zijn enorme aanbod aan speciale bieren. “Dat concept hebben we behouden, maar we hebben zelf ook het een en ander toegevoegd”, vertelt Aaron. “We schenken nu veel meer non-alcoholische dranken en biologische sapjes, er is bijna elk weekend een optreden en het interieur ondergaat om de zoveel tijd een complete metamorfose. Daarvoor gaan we wel steevast naar de kringloopwinkel hoor (lacht).”

Ook met personeel werken de mannen niet. “Onze grote troef is dat we drie zaakvoerders hebben. We verdelen de shiften onder ons en hebben daarnaast allemaal ook een halftijdse job. Daar kan ik van leven, maar niet op grote voet”, besluit Aaron. “Om veel geld te verdienen moet je het inderdaad niet doen”, vult Alexander aan. “Op een gewone pint maken we zo goed als geen winst. Wij moeten het vooral hebben van onze speciale bieren. Een enorm drukke vrijdagavond waarop iedereen gewoon bier drinkt brengt voor ons maar evenveel geld in het laatje als een rustige zaterdagnamiddag waarbij wat meer andere dingen gedronken worden. Het belangrijkst is volgens mij dat je als cafébaas altijd blijft vooruit denken en vernieuwen.”

Laurens Moyaert van ‘t Kanon: “Ik sta ermee op en ga ermee slapen”

Laurens met enkele van 'zijn' studenten.
Laurens met enkele van ‘zijn’ studenten.© AN

Voor Laurens Moyaert (27) ‘t Kanon overnam in 2015 werkte hij al 2 jaar als gerant in een café in Roeselare. “Het kriebelde toch om een eigen zaak te hebben”, vertelt hij. ‘t Kanon staat al jaren bekend als hét studentencafé. Verschillende studentenclubs hebben er hun thuishaven en organiseren er geregeld een feestje. “Mensen denken soms dat ik het geld hier voor het opscheppen heb omdat er vaak veel volk in mijn café zit. Dat is helemaal niet zo”, vertelt Laurens. “De kosten zijn de laatste jaren enorm gestegen, maar de prijs van mijn bier verhogen zie ik niet zitten. Ik vrees dat studenten dan zouden weg blijven. Sommigen drinken erg veel tijdens een prédrink op kot en komen hier dan pas aan rond 23 uur. Daarnaast heb ik momenten dat ik helemaal geen inkomen heb omdat de studenten wegblijven. Zo sluit ik in de zomer zes weken.” Enkele jobstudenten helpen op de erg drukke momenten, maar Laurens doet verder alles zelf. “Ik sta op met mijn café en ga ermee slapen. Ja, ik kan ervan leven, maar je wil niet weten hoeveel uren ik er in steek. Ik doe het enorm graag, maar mijn vriendin zit elke avond alleen thuis. Ik zal dit dus waarschijnlijk geen 10 jaar meer doen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier