Knokke-Heist blijft duurste gemeente van Vlaanderen om een huis of appartement te kopen, Menen is goedkoopste
De woningprijzen zijn vorig jaar opnieuw gestegen, maar minder fel dan in 2022. De grootste stijgingen waren er in Vlaanderen, zo blijkt donderdag uit gegevens van het statistiekbureau Statbel. Knokke-Heist blijft de duurste, Menen de goedkoopste.
Voor een huis in Vlaanderen in gesloten of halfopen bebouwing (dus met twee of drie gevels) steeg de mediaanprijs in 2023 naar net geen 300.000 euro: 298.120 euro of 4,6 procent meer dan in 2022. De mediaanprijs voor een open bebouwing ging voorbij de 400.000 euro, tot 410.000 euro (+3,8 procent). Een appartement in Vlaanderen werd 4,3 procent duurder tot 245.000 euro.
“Het Vlaams Gewest is het enige gewest waar de prijzen voor alle categorieën opnieuw zijn gestegen”, zegt Statbel. In 2022 lagen de prijsstijgingen wel hoger; toen ging het om zowat 7 procent in de verschillende categorieën in Vlaanderen.
Knokke duurste
De duurste Vlaamse provincie is Vlaams-Brabant, de goedkoopste is Limburg. Op het niveau van de gemeentes is de West-Vlaamse badplaats Knokke-Heist het duurst voor zowel huizen (mediaanprijs 737.500 euro) als appartementen (555.000 euro). Menen, ook in West-Vlaanderen, is de enige gemeente waar de mediaanprijs voor een huis nog onder de 200.000 euro ligt (op 180.000 euro); voor appartementen is het Vlaams-Brabantse Landen het goedkoopst (160.000 euro).
Over heel België bedroeg in 2023 de mediaanprijs voor een gesloten of halfopen bebouwing 260.000 euro (+2 procent tegenover 2023). Voor een open bebouwing was dat 369.000 euro (+2,5 procent) en voor een appartement 239.000 euro (+3,9 procent).
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier