11 oktober 2019, 05:00Bijgewerkt op: 28 januari 2021, 09:33
De federale overheid schakelt antikraakbedrijf Interim Vastgoedbeheer in om zijn leegstaande panden te beheren. De stad Ieper maakte een andere keuze. Zij sloten geen contract met dat privébedrijf, maar met het sociaal-artistiek collectief de Dienst der Gedroomde Gewesten, kortweg de Dienst.
Deze reportage maakt deel uit van ons Dossier Antikraak in West-Vlaanderen. Lees daar het hoe en waarom van antikraak en de getuigenissen van antikrakers Marc, Iris en Eline.
“De Dienst is een referentie naar de Dienst der Verwoeste Gewesten,” legt stedenbouwkundige en initiatiefnemer Theo Vantomme uit, “dat was de dienst die na de oorlog instond voor de heropbouw. Na de totale verwoesting van Ieper was de vraag heel logisch: ‘Wat willen we met de stad?’ Maar eigenlijk moet je die vraag continu stellen, in iedere stad. Alleen is dat minder evident als een stad al voor een groot deel is gebouwd.”
(Lees verder onder de video)
De Dienst der Gedroomde Gewesten wil anno 2019 brainstormen over stedenbouw met een breed publiek. “Daarvoor hadden we een locatie nodig,” zegt Vantomme. “We zijn letterlijk door Ieper gaan wandelen op zoek naar leegstaande gebouwen en zijn zo bij het Sint-Jansgodshuis uitgekomen.”
Al meer dan een jaar leeg
Het Sint-Jansgodshuis is een beschermd monument. In de 13e eeuw verzorgden zusters er arme mensen. Later was het pand een krijgshospitaal, een bejaardentehuis en meer recent een stadsmuseum. Momenteel staat het imposante gebouw al meer dan een jaar leeg.”‘De stad Ieper heeft ons de toestemming gegeven om hier in september en oktober workshops en evenementen te organiseren,” vertelt Vantomme.
Het gebouw is gedurende zeven weekends een plek voor tekenworkshops, brainstormsessies over stadsplanning, bouwateliers en een heuse volkskeuken. “Het gaat van heel laagdrempelig tot heel inhoudelijk,” vat Vantomme samen.
Kunstenaars
In de conciërgewoning van het Sint-Jansgodhuis verblijven ook tijdelijk kunstenaars die in Ieper een project willen opzetten. Ook zij wonen dus tijdelijk in een leegstaand overheidsgebouw, maar op een heel andere manier dan de antikrakers.
“Ik versta antikraak natuurlijk,” zegt Vantomme. “Het louter vermarkten van leegstand is een heel evidente optie: uw gebouw wordt gratis onderhouden en de markt haalt daar financieel gewin uit. Maar ik vind dat een overheid de plicht heeft om een kwalitatieve stad na te streven.”
“Leegstand is een soort hefboom die wij met de Dienst der Gedroomde Gewesten en de stad Ieper aangrijpen. Met antikraak laat de federale overheid die hefboom onbenut.”