Volkscafé De Gouden Leeuw: na 85 jaar is ‘Wagters’ een begrip geworden in Hooglede

Op een zondagvoormiddag heerst een gezellige drukte aan de toog van De Gouden Leeuw, op de achtergrond zitten enkel klanten te kaarten. Links herken je de laatste twee generaties uitbaters: Isabel en Wim en haar ouders Cecilia en Rafael. © Stefaan Beel
Wouter Vander Stricht

‘Wagters’ is een begrip in Hooglede. Isabel Casier is nu al een kwarteeuw de zaakvoerster van De Gouden Leeuw en ze hoopt nu corona op de laatste benen loopt nog op enkele mooie jaren in het volkscafé dat al 85 jaar in handen is van de familie.

Isabel Casier (49) staat sinds haar 18de mee achter de toog van café De Gouden Leeuw, in 1996 nam ze het café van haar ouders over. Maar haast niemand die het café zo noemt in Hooglede. We gaan naar ‘Wagters’ of soms ook naar ‘Belles’ klinkt het in de volksmond. Voor het interview is ook Belles ma Cecilia Dewagtere (75) aangeschoven, want zij vormt mee het levende geheugen van het café. “Mijn grootouders hebben het bestaande café De Gouden Leeuw overgenomen in 1937, in 1945 was het de beurt aan mijn ouders. Ook zij waren allebei opgegroeid in een Hoogleeds café: Den Olifant en De Nieuwe Smisse. Maar ze gingen verder hier in dit café, ik heb hier dus ook altijd gewoond. In 1969 nam ik het dan op mijn beurt met mijn man Rafaël Casier over.”

Rafaël Casier was naast cafébaas ook begrafenisondernemer, ceremoniemeester, bierhandelaar en op het laatst van zijn carrière ook taxichauffeur

Sinds 1937 is het café dus in handen van de familie, in totaal dus al 85 jaar. Cecilia: “Als we eerlijk moeten zijn, hebben wij de mooiste caféjaren gekend, zo tussen de jaren zestig en tachtig. Dat waren pas de gouden jaren. Ik was een zotte muts. Als ik zin had, verkleedde ik me. Ik zette gewoon iets op mijn hoofd of trok het legerkostuum van mijn man aan. En het fototoestel lag altijd klaar om die momenten te vereeuwigen. Nu zouden ze je zot verklaren mocht je doen wat ik allemaal heb uitgestoken.”

Een kaartclub is er niet in De Gouden Leeuw, maar niettemin wordt er vaak gekaart.
Een kaartclub is er niet in De Gouden Leeuw, maar niettemin wordt er vaak gekaart. © Stefaan Beel

Leute en verdriet

Niet dat Rafaël en Cecilia het enkel hielden bij een café uitbaten. “Mijn man was ook begrafenisondernemer, ceremoniemeester en bierhandelaar. Hij was dag in, dag uit bezig. In principe was de dinsdag onze sluitingsdag, maar als iemand stierf, moest hij uiteraard ook uitrukken. Het ene moment zat hij in de leute, het andere moment middenin het verdriet. 40 jaar heeft hij dat gedaan, daarna is de zaak verkocht aan Feryn uit Lichtervelde. Feryn heeft ook opvolging, die was er bij ons niet.”

Toch niet voor de begrafenisonderneming die aan de andere kant van de Kleine Noordstraat gelegen is, voor het café was die er wel. “Ik had gezegd nooit café te houden. Maar toen ik op mijn 18de van school kwam, werd ik hier in de zaak ingeschreven”, zegt Isabel. “Ik herinner me nog goed de tijd dat rouwmaaltijden, communie- en zelfs huwelijksfeesten werden gegeven in ons zaaltje. Dat is door mijn ouders gebouwd”, zegt Belle. Ma Cecilia: “We hebben de bolletra ook overkapt en waar de zaal nu nog is, daar kweekte mijn moeder vroeger zwijntjes.”

© Stefaan Beel

Uithijgende dames

De ouders van Cecilia bouwden wat verderop in de Kleine Noordstraat. “En in dat huis wonen wij nu. Toen mijn ouders bouwden, kostte de grond 57 frank de vierkante meter. Anderhalve euro dus, nu kom je niet toe met 200 euro”, weet Cecilia. Isabel woont samen met haar man Wim Goethals en haar zoon Jens (22) boven de zaak. “Wim werkt nog bij VDL, ook al sinds zijn 18de. Als hij niet op zijn werk is, helpt hij mij hier in de zaak. Hij had al wat ervaring, want zijn ma hield de kantine van KVC Ardooie open. Maar ook op mijn mama mag ik nog rekenen. Bij drukke momenten bel ik en dan helpt ze afwassen en iedere zondagmiddag komt ze hier nog verse frietjes voor ons snijden.”

In 2019, voor corona dus, was ons café ook maandenlang nauwelijks bereikbaar door wegenwerken

De Gouden Leeuw kan ook rekenen op enkele sterkte verenigingen. “De Ladies, dames die badminton spelen, komen hier uithijgen. De Vlaamse Zangers is de vinkenvereniging die hier sinds 2014 huist. De WOT, de Warden Oom Trappers, is een groep van een 50-tal wielertoeristen. Dan hebben we ook nog twee koninklijke verenigingen. Biljartclub Warden Oom die hier carambole speelt op de drie biljarts die in het zaaltje staan. Ze richten ook elk jaar een groot tornooi in. En niet te vergeten onze gaaibolders. De Koninklijke Gaaiboldersmaatschappij De Verenigde Vrienden bestaat 77 jaar. Ze tellen nu nog zowat 150 leden, maar starten straks na twee jaar corona hun werking weer op.”

Huisbereide picon

Het woord is er uit: corona. “De eerste drie maanden lockdown vielen mee. Ik was misschien eens toe aan een break, maar de tweede lockdown zou acht maanden duren en was heel zwaar natuurlijk. Vergeet ook niet dat in 2019, voor corona uitbrak, de straat hier ook acht maanden open lag en het café nauwelijks bereikbaar was. Maar wat moet je doen? Op de duur ben ik hier mijn eigen picon beginnen verkopen en dat loopt gesmeerd. In zoverre zelfs dat ze die nu nog op enkele locaties verkopen. Maar je kunt hem uiteraard ook hier proeven en kopen.”

Het café heeft door de jaren heen ook qua interieur wat wijzigingen ondergaan. “Wij hebben de ruimte waar vroeger de keuken zat geïntegreerd in het café”, oppert Belle. Cecilia: “Vroeger was het zo dat iedereen door de keuken naar achter ging. Sommige bolders bleven hier zelfs mee eten en deden een dutje in onze sofa. Niet meer van deze tijd natuurlijk”, zegt ma Cecilia.

Kauwgumautomaat

Aan de muur hangen enkele oude foto’s van De Gouden Leeuw. En daarnaast ook nog een klein houten rad. “Bedoeling is dat de klanten daar aan draaien, wie het laagste getal draait, moet trakteren. Ooit was een klant eens zo boos dat hij het naar buiten zwierde en het aan de overkant van de straat onder een auto belandde. Het brak in twee en dat is nog altijd te zien, hoewel het hersteld is. En de kauwgumbak werd ook al gebruikt voor spelletjes. Wie een witte kauwgum draaide, had het vlaggen. Er wordt hier ook veel gekaart, hoewel er niet echt een kaartclub is.”

Cecilia was een echte moederkloek in het café. “Toen mijn zus en ik nog tiener waren, kwamen hier veel gezinnen. De kinderen werden in de keuken gezet en wij zorgden ervoor”, lacht Belle. Ook nu is het publiek hier van alle leeftijden, komen gezinnen gezellig genieten en is de toog de trekpleister bij uitstek. “Ik hoop nog tien jaar door te gaan. Ik zal dan 60 zijn en dan zien we wel”, besluit Isabel.