Spermaliehoeve start pop-up in Kapellestraat

Wies Mehuys brengt zijn ambachtelijk ijs van de Spermaliehoeve naar de Kapellestraat. © (foto JRO)
Jeffrey Roos
Jeffrey Roos Medewerker KW

De 22-jarige Wies Mehuys opende met zijn hoeveijs vorig jaar al een pop-up in de ouderlijke hoeve, de Spermaliehoeve in Sint-Pieters-Kapelle. Nu gaat hij nog een stapje verder. Wies opent in juli en augustus een pop-up in de Kapellestraat.

Volgens Wies zit de liefde voor ijs in de familie. “Wij zijn het soort familie waarbij het dessert na de kerstmaaltijd een ‘dame blanche’ is”, lacht Wies. “Dat zegt waarschijnlijk voldoende. De zomer is ook een ideaal moment om overal ijs te gaan proeven en de beste ijssalons op te zoeken. Wij eten dan wel graag ijs in de familie, maar hebben tegelijk een zeer gevoelige maag. Daardoor ook mijn interesse om zelf aan te slag te gaan en ijs te maken met verse, natuurlijke landbouwproducten.”

Lokale dranken

De ouderlijke Spermaliehoeve in de Brugsesteenweg in Middelkerke diende vorig jaar al als ideaal decor om hoeveijs aan de man te brengen. “Ik verkocht er naast het ijs ook lokale dranken”, opent Wies. “Fietsers en wandelaars vonden in een mum van tijd de weg naar de hoeve om er een ijsje te eten. Die pop-up is er dit jaar opnieuw, maar werd nog een stukje uitgebreid met een nieuwe rustweide aan de boomgaard. De ideale setting om je ijsje te verorberen.”

Wies gaat nu nog een stapje verder en maakt Slow Ice Cream, een ijsbereiding die enkele nachten rijpt en daardoor smeuïger en romiger wordt. Deze bereiding grijpt terug naar de oude tradities van het ambacht.

Dame blanche

Wiese wou iedereen kennis laten maken met zijn ijs en trok daarom naar de Kapellestraat. “Wij wonen dan wel in Middelkerke, toch heeft mijn familie al vier generaties lang een hechte band met Oostende. Mijn overgrootvader Joseph kwam hier na zijn pensioen wonen.”

“Op zijn oude dag ging hij regelmatig een dame blanche lepelen in de ‘Basque’ aan het Petit-Paris. Daarnaast maakte mijn familie er vroeger een traditie van om de paardenrennen te gaan bijwonen. Die liefde voor paarden gaat al vele generaties terug binnen de familie. Wie weet wat er in de toekomst mogelijk is”, besluit Wies.

(JRO)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier