Lena Masson (67) is derde generatie in De Helleketel in Watou: “Als cafébazin ben je ook sociaal assistente”

“In betere tijden stonden ze hier dikwijls te dansen op straat, met de jukebox volle bak”, mijmert cafébazin Lena Masson. © WVH
Wouter Verheecke
Wouter Verheecke Medewerker KW

In café De Helleketel in Watou hangen er tientallen oude spreuken tegen de muur, zoals cafébazin Lena Masson die ook graag aanwendt. Vrijwel elke zin begint ze met “’k Gon eki zeggen”, waarna haar klanten meteen aan haar lippen hangen. De coronacrisis is voor haar een zware domper, maar aan stoppen denkt ze nog niet. “Dit is mijn lang leven. Wat moet ik anders doen?”

Wie de zware staldeur van De Helleketel open duwt, stapt binnen in een tijdmachine. Dit café bestaat al sinds 1895 en dat is er duidelijk aan te zien. Van de kolenkachel tot het behangpapier en de stoelen: alles is hier authentiek. Cafébazin Lena Masson (67) heeft het nooit anders geweten.

Elke dag open

“Ik ben hier geboren en ben letterlijk achter de toog opgegroeid. Als 13-jarige stond ik hier immers al samen met mijn zus mee pinten te verkopen. We hadden geen andere keuze en we hebben de stiel geleerd met onze handen. Ik ken die prijzen trouwens nog uit het blote hoofd: 20 frank voor drie stuks.”

“Voor een pakje filtersigaretten betaalde je toen 16,5 frank en voor 5 frank mocht je drie platen uitkiezen op de jukebox”, wijst ze naar het stuk antiek achter haar, dat met smartlappen en Franse chansons voor de passende ambiance zorgt.

Lena is nu de derde generatie binnen de familie die het café openhoudt, al heeft zij ook andere werkervaring waaraan ze haar mensenkennis te danken heeft. “Na mijn studies ging ik aan de slag in verscheidene fabrieken, in uiteenlopende branches. Dat combineerde ik toen nog met het café.”

“Na vier sluitingen te hebben meegemaakt, was de tijd echter rijp voor iets nieuws. Sindsdien sta ik hier elke dag vanaf 10.30 uur tussen mijn klanten. Hét geheim van een goed café is om dikwijls open te zijn. Zo trek je vanzelf volk”, tipt ze.

Vaste klanten

De Helleketel ligt niet langs een grote baan. Toch vinden veel wandelaars en fietsers van heinde en verre de weg naar hier, alsook veel toeristen die in de nabijgelegen vakantiewoningen verblijven. Zij maken naar verluidt allemaal graag mond-tot-mondreclame voor het volkscafé.

“Na al die jaren heb ik natuurlijk een aanzienlijk cliënteel opgebouwd. Sommigen kwamen hier al als kind en komen nu nog. Ik zie hier trouwens heel dikwijls dezelfde gezichten terugkeren. Meer zelfs: iemand die hier maar één keer komt, dat gebeurt gewoonweg niet.”

“Dat komt door het oude kader, maar natuurlijk ook door mijn sociaal karakter”, weet Lena. “Ik spreek hier sowieso iedereen aan. Is er geen tafeltje voor twee meer vrij, dan durf ik een koppel bij een groep aan een lange tafel zetten. Ofwel vraag ik om een paar tafels uit of tegen elkaar te schuiven. Zo verandert het decor hier een paar keren in de loop van de dag en praat iedereen uiteindelijk met elkaar, als één grote familie”, stelt ze.

Gevatte opmerkingen

De waardin heeft ook een uitgebreide drankenkaart, waarbij ze haar zelfbereide picon en enkele streekbieren graag als ‘specialiteiten’ naar voren schuift. “Schrijf maar op: Zatte Bie, Helleketelbier, El President …” Of het wel nodig is om zoveel verschillende bieren aan te bieden? “Behjoat enni joeng. De tijd van tien pinten te drinken is gedaan, door de huidige alcoholcontroles. Mensen drinken nu dus liever een goeien. Een Jupiler kun je tenslotte net zo goed thuis in je kot drinken”, vindt Lena.

Een jongeman aan een tafeltje achteraan heeft haar uiteenzetting niet gehoord en moet het ontgelden als hij ‘een gewoon pintje’ vraagt. Ook wanneer een vrouw bij het buitengaan het stokoude deurslot niet meteen geopend krijgt, krijgt Lena met haar gevatte opmerkingen de lachers op haar hand.

Ze lijkt zich veel te permitteren, maar zegt haar klanten te respecteren. “Ik ben dankbaar voor iedereen die hier langskomt. In deze periode van het jaar is het hier een brokke kalme, maar ik geniet nog elke dag van mijn leven als cafébazin. Ik hou ervan om tussen de mensen te zijn, al ben ik ook dikwijls een sociaal assistente die alle miserie moet aanhoren. Dat los ik dan weer op op mijn manier, met een kwinkslag.”

Gouden jaren

“Ik ben het dus nog lang niet beu en zolang ik niet versleten ben, kan ik hier nog wel even blijven meedraaien. Met mijn dochter Nancy staat de vierde generatie nochtans al klaar om het van mij over te nemen. Wanneer precies, ligt niet vast. We leven van dag tot dag”, aldus Lena.

De gouden jaren zijn evenwel achter de rug, meent ze. “Vóór de corona stonden ze hier dikwijls te dansen op straat, met de jukebox volle bak. De vele regels en controles hebben die samenhorigheid echter weggenomen. Kijk ook maar naar de Rally van Ieper: vroeger kwamen ze hier zes weken op voorhand trainen en toen zag je hier zowel piloten als toeschouwers aan mijn toog zitten, maar nu verloopt dat allemaal veel punctueler. Bovendien is er nu minder geld om nog urenlang – om niet te zeggen: de hele dag – op café te zitten, terwijl de kosten voor mij alleen maar gestegen zijn”, foetert ze.

Bal populaire

Ook voor straffe verhalen moeten we even terug in de tijd. “Er komt hier geregeld bekend volk over de vloer. Zo is Jeroentje Meus hier al een paar keren geweest om de vele spreuken te bekijken die hier tegen de muren hangen. Het is zelfs op mijn aanraden dat hij destijds gestart is met zijn hotdogrestaurants.”

“Nog langer geleden zouden vijftig Britse soldaten hier een maand lang geherbergierd hebben, weg van het front. En met de hoppepluk verbleven er vroeger elk jaar ganse families in de streek, waarbij het hier dan op zondag altijd bal populaire was”, mijmert Lena.

Desondanks blijft de cafébazin hier dus aan de slag, om haar vrolijke zelve te wezen. “Wat moet ik anders doen, wegkwijnen tussen vier muren? Dan blijf ik liever bezig tussen het volk!”