Horeca stelt verplichte CO2-meter in vraag: “Hij schiet al in het rood als we een pintje tappen”

Bart Uyttenhove van café Den Bockor in Ingelmunster, één van de horecazaken die we bezochten, toont zijn CO2-meter. © JOKE COUVREUR
Laurens Kindt

Heel wat horeca-uitbaters hebben een haat-liefdeverhouding met de verplichte CO2-meter in hun zaak. Eén op de vijf heeft er zelfs geen, blijkt uit een steekproef van deze krant. Controles zijn er amper, zo leren de meest recente beschikbare cijfers. “Die meter slaat al alarm als je een pintje tapt. Wie dit bedacht heeft, kent er niets van”, klinkt het.

Sinds de heropening van de horeca op 9 juni moeten uitbaters van horecazaken verplicht een CO2-meter in hun binnenruimtes hebben staan. Dat toestel meet de luchtkwaliteit en houdt dus in de gaten of er niet te veel luchtdeeltjes in de ruimte rondzweven. Die zouden ervoor kunnen zorgen dat een eventueel virus zich sneller verspreidt. De norm ligt op 900 ppm (parts per million of deeltjes per miljoen, red.). Als die norm overschreden wordt en de CO2-waarde tussen de 900 en 1.200 ppm komt, dan moet een uitbater ventileren. Als de CO2-meter een waarde boven de 1.200 ppm aangeeft, dan moet de zaak dicht. Een CO2-meter is voor een horecazaak een relatief kleine investering. Voor 100 euro haal je al een degelijk toestel in huis.

Sigarettenrook

Tot daar de theorie. Want uit een steekproef door deze krant bij 25 horecazaken op de as tussen Brugge en Kortrijk blijkt dat de praktijk net iets anders ligt. Maar liefst één op de vijf bezochte horecazaken heeft nog geen CO2-meter of hoorde het zelfs in Keulen donderen wanneer we hen de vraag stelden. “Is dat verplicht? Dat wist ik niet. Volgens mij geeft het een vals gevoel van veiligheid. Als er controle zou komen, dan zeg ik wel dat er eentje onderweg is”, klinkt het in een goed draaiende zaak op ’t Zand in Brugge. “Dat is weer één van die maatregelen die nergens op slaan”, sakkert de uitbater van een bruine kroeg in het Kortrijkse. “Hoe lang is het geleden dat we nog verplicht moesten investeren in een afzuiginstallatie voor de sigarettenrook? En twee jaar later werd roken verboden. Mij gaan ze niet meer hebben”, zegt de man.

Burgemeester

Niet elke horecazaak waar er geen CO2-meter staat, is mordicus tegen. “Wij hebben gewoon geen enkele uitleg gekregen”, zegt de uitbaatster van brasserie Driekoningen in Torhout. “Waar moet zo’n ding staan? Hoe werkt het? Waar moet je het halen? Als ze mij eens komen uitleggen waarom we dat in huis moeten halen en hoe dat praktisch in elkaar zit, dan zal ik het doen. Zolang zet ik gewoon mijn achterdeur open, zoals altijd”, klinkt het.

Dat het niet altijd onwil is, bewijst de uitbater van een dorpscafé in Ledegem. De man komt met de thermostaat van zijn chauffage aandraven wanneer we hem om zijn CO2-meter vragen. Als blijkt dat je daarop nergens de luchtkwaliteit kan meten, vraagt zijn vrouw of we wel zeker zijn dat zulk een toestel verplicht is. “De burgemeester is hier al geweest en hij heeft ons niets gezegd”, klinkt het.

Vogelpik

Bij de zaken die wél in orde zijn, stellen ze zich wel vragen bij het nut van die meter. “Of we hem nu op het terras of binnen zetten, hij geeft altijd dezelfde waarde aan”, klinkt het bij een hotel op ’t Zand in Brugge. Het ding blijkt soms ook alarm te slaan als dat niet nodig is. “Eén keer is hij in het rood gegaan, toen ik mijn stove aanlegde om het café wat te verwarmen”, zegt de uitbaatster van volkscafé De Meerlaan in Hulste.

“Wie dat systeem bedacht heeft, kent er niets van”, zegt de uitbater van de Carlton in Moorsele. “Je hebt CO2-druk nodig om een pint te tappen. Dus telkens ik een pintje tap, schiet die meter omhoog. Bij een vogelpikwedstrijd vorige week stond hier twaalf man in de zaak, de meter schoot direct naar 1.000 ppm, maar alle ramen en deuren stonden al open. Wat moet ik dan nog doen?”, vraagt hij zich af.

Amper controle

Rode lijn doorheen de hele steekproef: vrijwel niemand heeft al controle gehad. Nochtans had coronacommissaris Pedro Facon bij de heropening van de horeca in juni aangekondigd dat er na een sensibiliserende periode ook opgetreden zou worden. De cijfers over eventuele controles bemachtigen, is geen sinecure, zo konden wij ondervinden. Bij het Agentschap Zorg & Gezondheid werden we verwezen naar de Sociale Inlichtingen en Opsporingsdienst.

Vandaar ging het naar de federale overheidsdienst (FOD) Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, die vervolgens doorverwees naar de FOD Economie om uiteindelijk bij de FOD Volksgezondheid te belanden. Die ietwat Kafkaïaans aandoende speurtocht bracht uiteindelijk aan het licht dat tussen 9 juni en 2 juli 846 van de meer dan 60.000 horecazaken in België werden gecontroleerd. Recentere cijfers bleken niet beschikbaar. Eén derde van de gecontroleerde horecazaken had geen CO2-meter.


Marc Van Ranst pleit voor afzuiginstallaties

Ondanks de weerstand en het gebrek aan controle blijft Horeca Vlaanderen haar leden oproepen om het toestel in huis te halen. “De CO2-meter is één van de maatregelen die ervoor moet zorgen dat we snel weer kunnen ondernemen zoals vroeger, dus ik roep iedereen op om er één in huis te halen”, zegt provinciaal voorzitter Yves Van Moorter. “Maar ik merk bij veel leden tegenkanting. Ikzelf betwijfel ook of die metingen wel betrouwbaar zijn. Als je een warme schotelvod naast dat toestel legt, schiet het ook de hoogte in. En ik hou mijn hart vast voor de winter. Ramen openzetten bij koude temperaturen, dat gaan de klanten niet fijn vinden”, zegt hij.

Toch zal het volgens viroloog Marc Van Ranst niet anders kunnen. “We zien nu nog geen echt grote problemen omdat ramen en deuren vaak open staan. Zo wordt er goed geventileerd en hebben virussen geen kans om te blijven hangen. In de winter zal men beter moeten ventileren, als er meer volk binnen zit. Als ramen en deuren openen dan niet meer volstaat, zal men moeten investeren in afzuiginstallaties. Ik zie weinig andere opties. Die normen over de luchtkwaliteit bestaan overigens al járen, alleen werd er nooit op toegezien.”