Dries en Charlotte runnen al zestien jaar Bockorcafé in Ardooie: “Ons café is voor velen een tweede living”

Dries Vanhecke en Charlotte Verbeke: “Dit is geen job, maar een roeping.” © JOKE COUVREUR
Philippe Verhaest

Een echt volkscafé, maar dan op moderne leest geschoeid. Zo omschrijven Dries Vanhecke en Charlotte Verbeke hun Bockorcafé in hartje Ardooie. In mei 2005 tapten ze er hun eerste pint en anno 2021 staan ze nog altijd met evenveel goesting achter de toog. “Zo’n bomvol café, dat geeft ons bakken energie.”

Het pand waar het Bockorcafé in huist, draagt al een hele geschiedenis met zich mee. Voor Dries Vanhecke (47) en Charlotte Verbeke (43) er neerstreken, was café Den Eendracht er te vinden, sinds eind 19de eeuw een vaste waarde in het lokale horecaleven. “Maar in 2002 kwam het gebouw, dat toen stevig vervallen was, te koop en raakte zo in handen van de Bellegemse brouwerij Omer Vander Ghinste. Toen zij een nieuwe uitbater zochten, heb ik mijn kans gewaagd. En de rest is eigenlijk geschiedenis”, glimlacht Dries.

Zijn horeca-ervaring gaat echter al veel verder terug van 20 mei 2005, de dag waarop de tapkraan van het Bockorcafé voor het eerst in werking trad. “Ik ben al sinds mijn vijftiende in het wereldje actief”, klinkt het bij de bekende Ardooienaar, die samen met Charlotte papa is van Dré (16), Juliette (5 maanden) en César, die in 2015 op de dag van zijn geboorte jammer genoeg overleden is.

“Ik ging als jobstudent aan de slag in de horecazaak van het Sterrebos in Roeselare. Ik was eerst gestart in een metaalverwerkend bedrijf, maar daar hield ik het al na één dag voor bekeken. Niks voor mij, dat had ik meteen door”, lacht hij. “Met de horecawereld was het wél liefde op het eerste gezicht.”

Verliefd op de sector

Uiteindelijk verkaste Dries naar het cultcafé OPCD, waar hij elk weekend de handen uit de mouwen stak. “Ik raakte er steeds meer verliefd op de sector, maar werkte overdag nog in een fotolabo in Waregem. Charlotte runde met haar mama een brasserie aan het Stedelijk Ziekenhuis in Roeselare en samen besloten we de sprong richting Bockorcafé te wagen. En daar hebben we nog geen seconde spijt van gehad. We zagen meteen het potentieel van het pand in.”

Onze leuze is ‘oud, jong, overall en plastrong’. Iedereen is bij ons welkom

20 mei 2005 beleefden Dries en Charlotte er hun vuurdoop. “Wat we ons van die dag nog herinneren? Dat we enorm veel stress hadden. Zou er volk over de vloer komen? Zouden we meteen aanvaard worden? Maar van bij dag één was het een schot in de roos. Die sprong was er één in het diepe, maar we zijn goed geland.”

Sindsdien is het Bockorcafé uitgegroeid tot een van dé hotspots van Ardooie en omgeving. “We beschouwen ons als een echt volkscafé, maar dan de moderne versie ervan. Hier is iedereen welkom: jong, oud, elke rang of stand. En dat zie je ook effectief aan onze toog. Mekaniekers zitten er broederlijk naast de advocaat in maatpak die hier ook een pintje komt pakken. Onze slogan is niet voor niets oud, jong, overall en plastrong.”

De enige voorwaarde is dat iedereen het netjes houdt. “Hier kan en mag veel, maar als cafébaas moet je soms streng, maar rechtvaardig zijn. Als de sfeer juist zit, mogen ze van mij op de toog dansen. Maar daarvoor hoeven ze onze lampen erboven nog niet te demonteren”, knipoogt hij. “Gelukkig hebben we erg trouwe en respectvolle klanten. Ook zoiets bouw je niet snel-snel op.”

Horen, zien en zwijgen

Dries zelf is meer in zijn Bockorcafé dan thuis te vinden. “Ik klop vaak weken van honderd werkuren”, stelt hij. “Dan moet je je job wel graag doen, hé… Maar in mijn geval is dat ook zo. Ik zie dit niet als een beroep, het is een roeping. Ik hou van het contact met de klanten en de vele variatie. Een beetje cafébaas moet van veel markten thuis zijn. Je bent stockbeheerder, verkoper, personeelsverantwoordelijke, eventplanner, ambassadeur van je zaak… Maar daar hou ik van. Zet me in de coulissen van het café en ik zou het niet lang volhouden, vrees ik.”

Het café in de schaduw van de Sint-Martinuskerk is ook de thuishaven van een pak clubs. Die omschrijft Dries als de ziel van zijn café. “Voor veel klanten is het Bockorcafé ook een tweede living. Het sociaal leven vormt het kloppend hart van wat er aan onze toog gebeurt. Zoiets moeten we koesteren. En ja, af en toe fungeren we ook als officieus gemeentehuis”, knipoogt Dries. “Ik zie hier soms deals en compromissen tussen pot en pint gesloten worden die in formele omstandigheden nooit zouden lukken. Maar een goeie waard hanteert de leuze horen, zien en zwijgen. Net als ons tienkoppig team, trouwens.”

Nieuwe familienaam

Aan uitbollen denkt Dries absoluut niet. “Daar ben ik nog veel te jong voor”, lacht hij.

“Dit is bovendien mijn passie. Een bomvol café bezorgt ons bakken energie. Weet je dat ik nog zo goed als elke dag het café open? Dan zie je de eerste klanten rustig binnensijpelen en kan je met hen nog een babbeltje slaan. Afsluiten doe ik bijna nooit meer, ik heb ook mijn rust nodig.”

En zijn er ook nadelen aan de job? “Toch wel”, vindt Dries. “Je sociaal leven beperkt zich tot je eigen zaak. Mijn vrienden weten dat ze naar hier moeten komen als ze me willen zien. De voorbije zestien jaar hebben we een pak feestjes moeten afzeggen, maar dat is part of the job.”

“Al waak ik er wél over dat de combinatie met mijn gezin overeind blijft. Dat is heilig voor me. Onze zoon Dré steekt trouwens als een handje toe, leuk om hem hier bezig te zien.”

“Of hij ons zal opvolgen, zien we later wel. Hij volgt een opleiding sanitair en we laten hem rustig zijn eigen weg zoeken. Maar zijn familienaam is ondertussen ook al van den Bockor, glimlacht Dries.”

Eén moment zal Dries niet snel vergeten, zegt hij. “Tot een zestal jaar geleden was Mong De Vos een dagelijks gezicht in ons café. Hij kwam hier rustig zijn pintje drinken, altijd op dezelfde barkruk. Tot hij plots overleed. Het was alsof we een deel van ons meubilair misten. Dat nieuws heeft me toen echt geraakt, maar tot op vandaag is Mong niet vergeten. We organiseren zelfs elk jaar een petanquetornooi dat de Memorial Mong De Vos heet. Dat zegt alles over hoe wij ons café willen runnen: met een hart voor de mensen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier