Dorine Devriese staat al 15 jaar achter de toog in Het Bierhuis: “Het is hier een pintencafé, rustig en gezellig”

foto MM
Redactie KW

Negentwintig cafés telde de arbeiderswijk Sas ooit. Negentwintig plekken waar na de dagtaak een frisse pint samen met straffe verhalen werd opgedist, een potje werd gebiljart of een kaartje gelegd. Vandaag is Sas-Slijkens nog welgeteld één volkscafé rijk: Het Bierhuis, waar waardin Dorine Devriese vanachter de tapkraan haar cliënteel ziet vergrijzen.

Dorine Devriese (54), het type cafébazin waarvan je altijd je waarheid kunt krijgen en waarmee je best niet teveel solt, corrigeert al meteen de inleiding. “Het Bierhuis is niet alleen het laatste volkscafé van ’t Sas, ook op de wijk Dorp is er geen enkel café meer. We zijn dus stilaan een unicum.”

Zelf staat ze intussen al 15 jaar achter de toog in Het Bierhuis. “Er is hier al een café sinds 1946. Zelf volgde ik Monique Vandenberghe op. Het café stond toen 13 maanden leeg. Monique was trouwens ooit ook herbergierster van De Lijmpot, iets verderop in de Nukkerstraat.”

De Lijmpot was halfweg vorige eeuw dus een van die 29 cafés op ‘t Sas. Er was bijna geen straat in de wijk, die vooral arbeiderswoningen telde, waar geen café te vinden was.

Opmerkelijk is dat in heel wat cafés op ’t Sas vrouwen de plak zwaaiden. “Diane (Hallemeersch) in Het Vissershuis langs de Fritz Vinckelaan, Evelyn (Vermont) in de Cap Gris Nez aan het Dr. Vande Wegheplein. En ook in de Antverpia en de Betty Boop stonden vrouwen achter de toog.”

Gezever aan de toog

Zelf belandde Dorine heel onverwacht tussen de bierglazen. “Het Bierhuis was vroeger ons stamcafé. Ik was toen nog chauffeur voor onder meer ABX. Op een dag kwam mijn man thuis met het nieuws dat hij Het Bierhuis had overgenomen. Nu, hij heeft het zelf zes maanden uitgehouden achter de tapkraan. Hij kon het gezever aan de toog niet aan. En zo heb ik het rijtje vrouwelijke cafébazen vervoegd.”

Sindsdien staat ze alleen in de zaak. “En dat vind ik best goed zo. Zelfs als het hier stampvol zit. Al durf ik dan al eens een paar klanten aan de haak slaan om glazen te wassen. Niet meer dan dat hé, want van mijn tapkranen moeten ze afblijven.”

Voor een cavaatje of koffie verkeerd ben je hier aan ’t verkeerde adres

Na bijna twee jaar coronamaatregelen is Dorine blij dat het normale (café)leven stilaan terugkeert. “Normaal zou ik het vandaag nog niet noemen. Meer zelfs, ik maak momenteel de slechtste weken mee sinds het begin van het einde van de pandemie. Er was een tijd dat we moesten sluiten om 22 uur, dan om 23 uur en vervolgens om middernacht. Telkens moest ik dan wreed tegen mijn goesting mijn klanten de deur wijzen. Vandaag mogen we onbeperkt open blijven en kan ik al sluiten iets na 21 uur omdat er geen kat meer in het café zit…”

Het is een fenomeen dat zich volgens Dorine ook bij haar collega’s manifesteert. “Het sociale leven is toch een beetje stilgevallen. Ik heb ook een ouder cliënteel. Ik zeg vaak dat ik hier een ‘oudemannencafé’ openhoud. De jongste zijn intussen al de 50 voorbije. Mijn beste idee ooit was om in het café een groot scherm op te hangen, waarop we voetbalmatchen tonen. Dat lokt nog wat klanten.”

Comité ‘t Sas Herleeft

Dat er op de wijk Sas de voorbije jaren nog maar weinig te beleven viel, is volgens haar zowel oorzaak als symptoom.

“Dat nieuwe comité ’t Sas Herleeft is daarom een uitstekend initiatief. Die gasten willen de boel hier nieuw leven inblazen en voortgaan op de weg die wijlen Patrick Bolle uitzette met zijn Wijkcomité. Zo’n organisaties zijn levensbelangrijk voor ’t Sas. Ze brengen de mensen bij mekaar. Er was vroeger maar één dag in het jaar dat ik zeker de deuren sloot: die van Patricks Buurtfeest. Hopelijk komt die ambiance terug.”

Het is een kritiek die je wel vaker hoort buiten de grenzen van de toeristische zone: alle aandacht gaat naar Bredene Duinen en op de andere wijken wordt nog nauwelijks iets georganiseerd. “Vindt The Village Goes Crazy (het bluesfestival op de wijk Dorp, red.) eigenlijk nog plaats? Ik hoop alleszins van wel want ook daar valt nog nauwelijks iets te beleven.”

Dorine ziet echter nog een probleem voor het typische volkscafé: “De jongere generaties gaan niet meer op café. Op ’t Sas hebben zich de voorbije jaren heel wat jonge gezinnen gevestigd. Ze hebben de vaak verouderde arbeidershuisjes gekocht en opgekalefaterd. Maar op café vind je ze vandaag niet. Op die manier sterft onze stiel uit…”

Met een bloeiende spaarkas, de wijkkamp (een volkssportcompetitie tussen een vijftal cafés in de buurt, red.) en af en toe een feestje houdt Dorine nog wel het hoofd boven water. “Ik heb hier ook ooit een trouwfeest gehad. Maar dat koppel is alweer uit mekaar.” (grijnst)

En dan blijven er natuurlijk nog altijd haar vaste klantjes. Die zonder uitzondering in zijn voor een flauwe grap of plaagstoot. “Problemen heb ik daar niet mee hoor. ’t Zijn brave. Ik heb hier nog nooit politie over de vloer gehad. Problemen los ik zelf wel op. Maar die zijn er nauwelijks want ik ken mijn pappenheimers. Ze weten dat ze met Dorine niet te veel moeten sollen.”

Late uurtjes

En o ja, ook met al te fijnzinnige verzoeken ben je bij Dorine aan het verkeerde adres. “Er zaten hier onlangs twee dames die vroegen welke soorten witte wijn ik had. Tja, welgeteld één soort, hé. Wat dachten ze wel?!! Voor een ‘cavaatje’ moet je hier trouwens ook niet zijn. En de kerel die hier ooit een koffie verkeerd vroeg, heb ik op de koffiefilters en de waterkoker gewezen…” (brede glimlach)

Maar begrijp haar niet verkeerd, Dorine doet de stiel nog altijd graag en neemt de late uurtjes er zonder morren bij. “Ik heb vroeger als chauffeur niks anders gekend dan nachtwerk”, besluit de ‘wat-je-ziet-is-wat-je-krijgt”-waardin. “Al wie hier komt weet: bij Dorine is ’t een pintencafé, rustig en gezellig.” (MM)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier