Schipper Patrick Verheyen vaart voor PortConnect containers af en aan: “Het opkomende tij spoelt ons vooruit”

Schipper Patrick Verheyen van de Polybotes vaart voor PortConnect met containers tussen Zeebrugge en het Europese achterland. (foto RJ)
Roel Jacobus
Roel Jacobus journalist/muzikant

Het toenemend aantal oceaancontainers heeft een tweede positief effect op de haventrafiek: al die containers moeten naar het Europese achterland verdeeld én teruggebracht worden. Dat gebeurt steeds meer met de barges van PortConnect, een gezamenlijke rederij van het havenbestuur en Group De Cloedt. “Dit is het mooiste beroep ter wereld”, zegt schipper Patrick Verheyen onderweg tussen Zeebrugge en Antwerpen.

“Geen probleem”, zegt schipper Patrick Verheyen (54) wanneer hij mijn wagen door de lucht laat zweven. “Wij zijn het gewoon om onze auto’s op het dek te zetten. Mijn vader en grootvader waren schippers en mijn zus ook.” We hebben afgesproken op de kade van het Wielingendok, enkele kilometers ver in zee langs de westelijke strekdam. Op het programma staat een trip met containers naar Antwerpen.

De containertrafiek in Zeebrugge neemt jaarlijks toe, net als de aandacht om ladingen van de weg te halen (multimodaal vervoer). Hierdoor is er veel werk voor PortConnect, een gezamenlijke rederij van het Zeebrugse havenbestuur MBZ en Group De Cloedt. Begin mei breidde PortConnect zijn vloot uit tot vijf schepen: Polybotes, Deseo, Tripoli, Amberes en Euroports. Die zijn geschikt voor grote rivieren en kanalen en het estuarium (mondingsgebied) van de Schelde.

Elf meter hoog

Patrick Verheyen is de schipper van de Polybotes, vernoemd naar een Griekse mythologische reus. Dit vaartuig is 110 meter lang, dateert van 2004 en was oorspronkelijk een roroschip (voor rollende vracht). Dit voorjaar werd het op de scheepswerf Gardec in Zeebrugge omgebouwd naar een maximaal open ruim voor 200 TEU (containereenheden).

Wat is er mooier dan de ondergaande zon boven het water?

Vandaag staat er 1.200 ton vracht aan boord. Voor een ideaal uitzicht over het schip en de omgeving stuwt Patrick de stuurhut hydraulisch tot elf meter hoogte. Aan de dienst Scheepvaartbegeleiding vraagt hij de toestemming om Kaai 140 te verlaten, met bestemming Antwerpen. “We hebben 25 decimeter diepgang en vijf personen zonder symptomen van corona.” Van zodra een inkomend autoschip gepasseerd is, kiezen we het zeegat. Op deze zonnige zomerdag met weinig wind, glijden we langs Knokke-Heist, het Zwin, Cadzand en Breskens.

Terwijl het schip op automatische piloot vaart, heeft Patrick alle tijd om te praten. “Het pad naar onze bestemming bepalen we op voorhand in het krachtige informatica- en communicatiesysteem. Dat houdt onze positie en prestaties in de gaten, maar waarschuwt ook voor andere schepen of obstakels. Toch moeten we altijd manueel kunnen overnemen, want ondanks alle technologie is de bepalende schakel in de ketting nog altijd de mens.”

Dat blijkt wanneer een zeilboot aanstalten maakt om ons pad te kruisen. Patrick neemt over de radio contact en de zeilers sturen meteen bij. “Een van de basisregels is dat beroepsvaart altijd voorrang heeft op pleziervaart.”

Gezin aan boord

Tegenwoordig vaart Patrick in de Benelux en de buurlanden, maar dat was ooit anders. “Na de Hogere Zeevaartschool voer ik als officier de wereld rond voor de baggersector en vrachtrederijen. Later koos ik ervoor om dit als gezin te doen met mijn vrouw Dianne Trog en onze zonen. Matthias (21) studeerde intussen met succes af voor binnenschipper aan de Antwerpse scheepvaartschool Cenflumarin en specialiseert zich nu verder in de estuaire vaart. Nicolai (19) studeert informatica, maar springt graag in als jobstudent. Benedendeks hebben we een perfect appartement met ook ruimtes voor matrozen.”

Hoe dieper we de Schelde opvaren, hoe smaller, bochtiger en drukker het vaarpad wordt. Af en toe schuiven we opzij voor oceaanreuzen van tegen de 400 meter lengte met meer dan tienduizend containers aan boord. Dankzij het opkomende tij bereiken we na nauwelijks vijf uur de Antwerpse havenkranen. “De voorstroom spoelt ons naar Antwerpen. De stille en zuinige motoren hebben minder dan 30% van hun vermogen nodig.”

Patrick takelt mijn wagen op de kade. Het gezin en een matroos blijven vannacht liggen voor de nieuwe lading van morgen. “Wat is er mooier dan de ondergaande zon boven het water? Dit is het beste beroep ter wereld.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier