“Garagist zonder vast merk blijft baas in eigen huis”

Met zijn 2 meter en 7 centimeter kan je Joachim Van Hecke moeilijk een kleine garagist noemen. Maar hij runt wel een kleine garage. (Foto HH)
Hannes Hosten

Nu het Autosalon is begonnen, wilden we wel eens weten hoe het nog gaat met de kleine garagisten die niet aan een merk gebonden zijn. Houden zij stand tegenover de grote merkgarages? We vroegen het aan Joachim Van Hecke (41), die samen met zijn vader Hubert (74) een garage runt in de Zandvoordestraat in Oostende. “Er is zeker nog toekomst voor niet-merkgebonden garages, maar je mag er niet met je pet naar slaan. Een auto is complex geworden.”

Dit artikel maakt deel uit van ons Dossier Auto.

Met zijn 2 meter en 7 centimeter is Joachim Van Hecke geen ‘kleine’ garagist te noemen. Met hemzelf, zijn vader en twee mecaniciens als vaste crew kan je wel spreken van een kleine garage. Maar het is razend druk, dat merken we als we bij Joachim aan de balie staan. Deze kleine garage heeft zeker nog werk genoeg.

Veel andere kleine garages komen naar hier om diagnose te laten stellen

“Mijn vader startte de zaak in de jaren 60 in het begin van de Zandvoordestraat”, weet Joachim nog. “In 1970 zijn we naar hier gekomen, Zandvoordestraat 170. Zelf heb ik er nooit aan gedacht om iets anders te doen. Ik ben erin gegroeid en de interesse was er. Je hoeft die ook niet ver te zoeken. Onze garage is Mercedes-gericht, maar wij werken ook aan BMW’s en aan alle wagens van de Volkswagen-groep: Volkswagen, Skoda, Audi, Seat… Onze specialisatie is het stellen van de diagnose, ook dikwijls voor andere kleinere garages. Een auto komt hier toe met een probleem en wij mogen het oplossen. Soms stellen we enkel de diagnose en doet de andere garage de rest, soms lossen we meteen alles op.”

“Het vraagt wel een zware investering om het juiste diagnosemateriaal en de juiste schema’s in huis te halen. Diagnosemateriaal, dat zijn computertjes om met de auto in kwestie te ‘spreken’ en zo te zien waar de fout zit. De Europese wetgeving voorziet dat elke constructeur deze gegevens beschikbaar moet stellen, maar dat is wel betalend. Waarom ik die investeringen ben gaan doen? Elektronica heeft mij altijd geïnteresseerd. De carrosserie laat ik over aan onze mecaniciens. Diagnose wordt ook meer en meer belangrijk.”

Persoonlijk contact

“Wij verkopen ook nieuwe en tweedehandswagens, maar dat is niet mijn hoofdding“, aldus Joachim. “Nieuwe wagens koop ik in België, tweedehandswagens in Duitsland. De Duitsers dragen hun auto in hun hart en zorgt er ook beter voor dan de Belg. Mijn ervaring is dus dat je daar de beste occasies vindt. Bij de nieuwe wagens kunnen wij niet zoveel keuze bieden als een grote dealer. Ik zoek auto’s voor vaste klanten die tevreden zijn en me dat vragen. Er zijn er zo nog wel hoor. In de prijs kan ik meestal mee, maar niet bij eventuele extra kortingen. Sinds de jaren 70 baten we ook een onbemand tankstation uit en we doen vrachtwagenverhuring. Dat doen we niet echt uit noodzaak, het is een beetje zo gegroeid.”

“Word ik morgen Renault-garage, dan bepaalt Renault zelfs het kleur van de vloer”

“Waarom mensen graag met hun wagen bij ons komen? In een heel grote zaak kom je eerst bij een receptionist terecht en dan bij steeds verschillende medewerkers. Wij kennen onze klanten en ook de voorgeschiedenis van de auto. Er is meer een persoonlijk contact. Wij slaan ook eens een babbeltje met onze klanten. Eigenlijk hebben we nooit overwogen om een merkgarage te worden. Mocht ik morgen een Renault-garage worden, dan zal Renault alles bepalen, tot het kleur van de vloer toe. Maar wij blijven baas in eigen huis.”