Intendant kiest voor bovengrondse leiding voor Ventilusproject, minister zit nog met vragen

Als je een robuust, toekomstgericht elektriciteitsnet wil bouwen in ons land, is een bovengrondse leiding op dit ogenblik technisch de enige mogelijke oplossing voor het Ventilusproject. Dat heeft Guy Vloebergh, de intendant van de Vlaamse regering voor het project, maandag verklaard in De Ochtend op Radio 1. Hij roept de regering op nu snel een keuze te maken om de onzekerheid op het terrein weg te nemen.

Het Ventilusproject, een nieuwe hoogspanningslijn in West-Vlaanderen die de offshore-windenergie aan land moet krijgen, stuit al jaren op protest uit een aantal West-Vlaamse gemeenten. Ventilus verloopt immers deels via bestaande hoogspanningslijnen, maar omvat ook kilometers aan nieuwe bovengrondse lijnen, parallel met de E403.

Gezondheid

Buurtbewoners en actiecomités zijn onder meer bezorgd om de impact van de hoogspanning op hun gezondheid, maar ook om de visuele vervuiling en de mogelijke ontwaarding van het vastgoed in de streek. De burgerbewegingen zouden de hoogspanningslijnen liever ondergronds gerealiseerd zien. Een aantal burgemeesters zit op dezelfde golflengte.

De Vlaamse regering stelde in februari van vorig jaar een intendant aan in het dossier. Die heeft voor de paasvakantie zijn eindrapport afgeleverd. Vlaams minister Zuhal Demir (N-VA) kondigde aan dat ze nog extra informatie wil inwinnen op het federale niveau.

Bovengronds

Maar volgens intendant Vloebergh zijn alle vragen van de burgerplatformen beantwoord. Zijn dossier bevat heel wat pro’s en contra’s, maar is voor hem duidelijk dat een bovengrondse leiding de enige oplossing. Hij geeft de burgerplatformen wel een pluim, omdat ze de gezondheidsproblemen en de magnetische velden op de agenda hebben geplaatst. Daarom roept hij het Vlaamse niveau op normen te verankeren. En je zou bij nieuwe hoogspanningsleidingen een voorzichtigheidsprincipe aan de dag kunnen leggen.

“Dit dossier is zwart of wit, je moet kiezen”, gaat Vloebergh voort. Nadien moet je de mensen op het terrein de hand reiken om de beslissing op de best mogelijke manier te implementeren.

Minister Zuhal Demir

Volgens Vlaams minister van Energie Demir (N-VA) blaast netbeheerder Elia, tot haar nauwelijks verholen ergernis, warm en koud over het dossier. “Dat lijkt hier wel een goochelshow.”

Het stikstofdossier of 3M ten spijt, ziet ze Ventilus als een van de moeilijkste dossiers van deze legislatuur, “omdat je onverzoenbare standpunten moet proberen te verzoenen”.

De minister heeft op zich wel oren naar de vraag in de betrokken West-Vlaamse gemeenten om de nieuwe lijnen toch ondergronds te laten leggen, maar wil dan wel eerst van de federale overheid en Elia duidelijke antwoorden krijgen op enkele vragen, zegt ze in “De Zevende Dag” op Eén.

“Ventilus betekent niet alleen dat je die energie van de windmolens naar het binnenland trekt, maar ook dat je aan netversterking doet en dat je een back-up creëert voor Stevin (de al bestaande hoogspanningslijn die de windmolenparken met het vasteland verbindt, red.). Als je die ondergronds zou leggen, doe je die laatste twee dingen niet, maar trek je wel de energie naar het binnenland. Elia en de federale overheid moeten mij laten weten wat de prioriteit is.”

Elia krijgt alvast een stevige veeg uit de pan. “Ik zie Duitsland honderden kilometers hoogspanningslijnen ondergronds doen. Waarom kan dat dan hier niet? Daar wil ik een antwoord op. Ik wil ook een antwoord over kostprijs. Eerst zei Elia: “Ondergronds? Dat kunnen we niet begroten.” Maar toen ze doorhadden dat de minister daarover aan het nadenken was, heeft men een paar weken geleden gezegd dat het 6 miljard euro gaat kosten. Het lijkt wel een goochelshow. Zo wil ik geen beslissingen nemen.”

Beslissing met draagvlak

En ook federaal minister van Energie Tinne Van der Straeten (Groen) heeft de boter gegeten. “Ik kan er absoluut niet tegen dat Tinne Van der Straeten van de federale regering via de krant de druk opvoert op mij”, benadrukt Demir. Van der Straeten zei in De Morgen dat als het project er niet komt dat de “doodsteek” wordt “voor de Belgische offshore industrie”: “10.000 jobs die er niet komen en duizenden die verdwijnen.”

“De druk op mij opvoeren helpt niet”, klinkt het fijntjes bij Demir. “U weet hoe dat vorige keer is afgelopen met de gascentrales, dus ik zou dat vooral niet doen.”

De Vlaamse regering moet en zal uiteindelijk de knoop doorhakken, bevestigt Demir. “Ik wil tot een voldragen standpunt komen, ook in overleg met minister Crevits (CD&V, bevoegd voor Economie en afkomstig uit Torhout, een van de betrokken West-Vlaamse gemeenten, red.), een standpunt waar draagvlak voor is. En op dit moment is er geen draagvlak voor om dat allemaal bovengronds te doen.”