Donald Muylle viert zeventigste verjaardag: “Die reclamespotjes waren de beste beslissing van mijn leven”

© Christophe De Muynck
Philippe Verhaest

West-Vlaming. Dovy Keukens. Bescheiden. Reclamespotjes. Topondernemer. Mocht je Slimste Mens-gewijs Donald Muylle in vijf steekwoorden moeten omschrijven, dan levert dit je gegarandeerd een topscore op. De bekendste keukenbouwer van het land mag op 27 december zeventig kaarsjes uitblazen en blikt tevreden terug op zijn carrière. “Ik mag stellen dat ik een steentje heb verlegd”, zegt hij. “Mijn motto al die jaren? Elke dag net iets beter proberen te doen.”

Ik ben Donald Muylle. Al meer dan dertig jaar maak ik keukens alsof ze voor mezelf zouden zijn. Sinds we in 2009 voor het eerst de intussen legendarische woorden van de Roeselaarse keukenbouwer via onze televisie de huiskamer hoorden binnenwaaien, is Donald Muylle uitgegroeid tot een Bekende Vlaming en een icoon van de (West-)Vlaamse economie.

Die dertig jaar zijn er al 42 geworden en Donald zelf mag eind deze maand zijn zeventigste verjaardag vieren. Wanneer we hem bellen met de vraag voor dit vroeg verjaardagsinterview, blaast hij even. “Goh, ik ben daar eigenlijk écht niet zo mee bezig. Ik verschiet er wel van dat het zo snel gaat.”

Donald Muylle ontvangt ons in het hoofdkwartier van Dovy Keukens, op een relatief anoniem industriepark in zijn thuisstad Roeselare, waar de 55.000 vierkante meter grote fabriek van de keukenbouwer te vinden is. “Hier worden ál onze keukens gemaakt”, zegt hij zichtbaar trots. “Onze slogan dat we onze productie volledig in België houden, dat zijn geen holle woorden.”

Zeventig. Wat doet dat met een mens?

(denkt even na) “Niet zo geweldig veel, moet ik toegeven. Mijn leven ziet er op vandaag niet zo heel veel anders uit dan pakweg tien jaar geleden. Ik kom nog elke dag om 7.30 uur op het bedrijf aan en vertrek rond 18 uur weer naar huis. Iets eerder dan vroeger, maar ik ben nog altijd erg betrokken bij wat hier gebeurt. Age is just a number, vind ik. Ik heb ook nooit veel lawaai gemaakt rond mijn verjaardag. Toen ik 50 en 60 werd, heb ik dat in alle stilte laten passeren. Dit jaar trekken we wel met de hele familie voor drie dagen naar Durbuy. Kinderen, kleinkinderen, partners… De hele bende. Daar kijk ik wel naar uit.”

Waar ben je dankbaar voor?

“Dat ik nog altijd gezond ben. Hoe ouder je wordt, hoe meer je begint te beseffen dat dát je grootste rijkdom is. Ik hoop op nog veel goeie jaren. Hout vasthouden.”

“We hebben het niet makkelijk gehad. De eerste vijf jaar van Dovy Keukens was een catastrofe”

Kijk eens achterom. Ben je tevreden met het parcours dat je hebt afgelegd?

“Ik zou liegen als ik zou zeggen van niet. (glimlacht) Ik heb zeker iets gepresteerd in mijn leven, iets moois uit de grond gestampt. Veel mensen zien het wel groter dan ikzelf. Ik ben van nature een bescheiden man. Voetjes op de grond en deuredoen. Die West-Vlaamse aard, zeker? Ik heb goed geboerd, maar ben al die jaren aan hetzelfde motto trouw gebleven. Elke dag net iets beter proberen te doen.”

© Christophe De Muynck

Hoe ben je eigenlijk in de stiel gerold?

“Ik denk dat het in mijn bloed zit. Mijn grootmoeder Maria had in Gits een klein meubelatelier. Daar liep ik als klein Donaldje al rond. Aan het VTI van Roeselare heb ik een opleiding als timmerman gevolgd en op mijn veertiende begon ik mee te werken in de meubelzaak van mijn ouders, hier in Roeselare. Anderhalf jaar later zijn mijn ouders gescheiden en is mijn vader vertrokken. Hij liet mijn moeder en zijn twee kinderen gewoon achter. Sindsdien heb ik met hem nooit nog een noemenswaardig contact gehad. De meubelwinkel stopte en ik heb toen tal van jobs gedaan. Ik heb nog bij de RTT gewerkt, bij busbouwer Jonckheere (nu VDL, red.)…”

Tot je de liefde voor de keukenbouwwereld ontdekte.

(knikt) “Ik was toen vrachtwagenchauffeur bij Leievoeders in Sint-Eloois-Vijve en maakte na mijn uren eigenhandig een keuken voor bij ons thuis. Dat handige ben ik nooit verloren. Ik maakte een strakke en greeploze keuken, iets compleet nieuw. Begin jaren tachtig stond Vlaanderen vol fermettes en waren de keukens rustiek. Zoiets was ongezien. En het sloeg aan, want gaandeweg kregen we steeds meer mensen bij ons over de vloer om onze keuken te bewonderen. Dat willen we ook, zeiden ze. Ons huis was een showroom. En ik sloeg opnieuw aan het timmeren.”

(lees verder onder de video)

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Hoe verliepen de eerste jaren van Dovy Keukens?

“Slecht. Een ander woord heb ik er niet voor. De eerste vijf jaar was een catastrofe. We hebben nu de mond vol over crisis en slechten tijd, maar begin jaren tachtig ging het pas slécht. Er was gewoon geen vraag. En dus ook amper werk. Achteraf bekeken heeft die periode me veel geleerd. Wie in crisistijden kan vechten en doorbijten, kan dat zeker wanneer het goed gaat. Maar we hebben het niet makkelijk gehad. Zonder steun van mijn moeder Georgette en mijn schoonouders hadden we het waarschijnlijk niet gehaald. Ze stonden vaak met eten voor de deur en sprongen ook financieel bij. Daar ben ik nog altijd erg erkentelijk voor, want zonder hen was Dovy Keukens niet wat het op vandaag voorstelt.”

Had je een plan B? Wat als het niet gelukt was?

“Dan was ik opnieuw ergens gaan werken. Ik ben nog nooit bang geweest om mijn handen vuil te maken. Ik heb in 1980 een sprong in erg ondiep water genomen, maar ik ben wel blij dat ik gesprongen heb. Een beetje ondernemer moet dúrven en risico’s nemen. Anders raak je nergens. De fond van alles is hard werken. En niet altijd alles uitrekenen. Ik hoor het mijn boekhouder nog zeggen: De cijfers bewijzen dat je nu niet verder mag investeren. Gelukkig heb ik mijn buikgevoel gevolgd. De boot was aan het varen, ik wilde dat zo houden.”

“Wat me ook motiveerde, was dat ik wilde bewijzen dat ik zonder mijn vader kon slagen in het leven. Dat hij ons heeft achtergelaten, is toch wel een tijdje in mijn hoofd blijven plakken”

Eigenlijk heb je de American Dream in het Texas van Vlaanderen gerealiseerd.

“Dat heb ik zelf nog nooit zo bekeken, maar het klopt wel. Met keihard werken kan je je droom bereiken. Maar ik ben niet de enige, hé. Ga eens rond, hier in de streek. De voorbeelden zijn niet bij te houden. Falen was trouwens geen optie. Ik had mijn tanden in dit verhaal gezet, het moest en zou lukken. Ook omdat ik mijn gezin, met twee jonge kinderen, wilde onderhouden. Wat me ook motiveerde, was dat ik wilde bewijzen dat ik zonder mijn vader kon slagen in het leven. Dat hij ons heeft achtergelaten, is toch wel een tijdje in mijn hoofd blijven plakken.”

Wanneer klaarde de hemel op?

“1986 was het jaar van de ommekeer. De economische crisis liep ten einde, we breidden onze toonzaal uit en investeerden in het atelier, ons orderboekje raakte goed gevuld. Ik heb toen een zucht van opluchting geslaakt, maar wist tegelijk dat ik alert moest blijven. We steken al 42 jaar een tandje bij, alleen zo blijf je relevant.”

© Christophe De Muynck

Je bent met één showroom in Roeselare gestart. Vandaag telt Dovy Keukens 37 filialen. Wrijf je je soms in de ogen?

“Ik schrik daar wel van, ja. Dat is mijn fysieke voetafdruk, hé. De eerste jaren bouwden we hoop en al 25 keukens per jaar. Nu zijn dat er een kleine 7.000. Daar ben ik wel preus op.”

Dé boost kwam er in 2009, toen je je allereerste reclamespotje op de wereld losliet. De rest is geschiedenis.

(glundert) “Dat was van bij de start een enorme hit. We hadden het zelf niet verwacht, want het leek ons zo’n eenvoudig idee. Het concept schoot ’s nachts in bed door mijn hoofd. Veel keukenbouwers vertelden toen een pak onwaarheden, ik wilde de mensen klaar en duidelijk zeggen waar wij voor stonden. Recht in de camera kijken en hop. ’s Ochtends heb ik het idee aan mijn zonen voorgelegd en die waren meteen enthousiast. We lieten een professionele cameraploeg langskomen en de Dovy Keukens-reclame was geboren. Het veranderde alles. Onze verkoop steeg exponentieel. Achteraf bekeken zijn die reclamespotjes de beste beslissing van mijn leven. Toch zeker op economisch vlak.”

Wie is Donald Muylle?

Donald Muylle is geboren op 27 december 1950. Hij is getrouwd met Yvette Claeys (72) en samen zijn ze de ouders van Mario (52) en Christ (50). Er zijn vier kleinkinderen: Lore (25), Dagmar (24), Simon (21) en Tomas (20). Dolores (74) is de zus van Donald.

Samen met zijn echtgenote stichtte hij op 1 mei 1980 Dovy Keukens. Het eerste atelier was een oude vlasschuur in de Roeselaarse deelgemeente Oekene.

Vandaag telt het bedrijf om en bij de 650 medewerkers en klokte het in 2021 af op een jaaromzet van 114 miljoen euro. Dit jaar zal dat rond de 130 miljoen schommelen.

En jij werd ‘overnight’ een bekende kop…

“Een gevolg waar ik aanvankelijk geen rekening had mee gehouden, want wie kon nu denken dat onze simpele spotjes zo’n succes zouden worden… Ik was liever in de anonimiteit gebleven, maar ik doe het voor onze commerce.”

Jullie slogans zijn stilaan immaterieel erfgoed. Wie kwam daarmee op de proppen?

“Ikzelf. Je moet de dingen niet moeilijker voorstellen dan ze zijn. We doen ook op dat vlak alles zelf. We hebben één keer een reclamebureau ingeschakeld voor een campagne, maar dat was niet meteen een grandioos succes. Sindsdien zijn we ons eigen reclamebureau.”

© Christophe De Muynck

Ik kan me voorstellen dat Donald Muylle niet meer anoniem over straat kan wandelen.

“Overal herkent wel iemand mij, dat is vaste kost geworden. Ach, ik heb er vrede mee genomen. Als mensen me aanspreken, maak ik altijd tijd voor een praatje of een selfie. Het kunnen potentiële klanten zijn, hé.”

Hoe vaak ben je al uitgenodigd voor televisieshows?

“Och jong, ge kunt het u niet voorstellen hoeveel aanvragen hier al binnengelopen zijn! Elke talkshow of spelprogramma in Vlaanderen heeft al aan mijn mouw getrokken. Maar ik weiger elke keer beleefd. Eén keer maakte ik een uitzondering: De Markt op VRT, een praatprogramma over ondernemen en economie. Daar kon ik als keukenbouwer mijn ding doen. Ik heb totaal geen ambitie om een publiek figuur te zijn. Ik wil ook mijn privacy bewaken. Een entertainer ben ik niet, wel een ondernemer.”

Maar wel eentje die vaak door de entertainmentwereld wordt opgevoerd. Heb je de meme-technoplaat van DJ Pombak met jouw stem al gehoord?

(glimlacht) “Al een paar keer. Wat moet ik daarvan vinden? Ik zie geen reden om me daar druk in te maken. Die jongen heeft me na de release trouwens een mailtje gestuurd om het nummer te argumenteren en ik heb hem vriendelijk geantwoord. Opnieuw: ’t is allemaal reclame. Zo horen die jonge gasten op fuiven onze naam voorbijkomen. Als ze later een keuken nodig hebben, zullen ze misschien eerst aan ons denken.”

“Elke talkshow of spelprogramma in Vlaanderen heeft al aan mijn mouw getrokken. Je kan het je niet voorstellen”

Hoe lang blijf je nog het gezicht van Dovy Keukens?

“In januari nemen we nog een nieuw spotje op. Zolang mijn zonen me het vragen, blijf ik het doen. Met veel goesting.”

(lees verder onder de video)

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Je zou het ook wat rustiger aan kunnen doen. Je leeftijdsgenoten zijn al met pensioen.

“Dovy Keukens is mijn lang leven, mijn derde kindje. Ik heb ook geen zittend gat. Op reis gaan, zegt ons niets. Uitgaanders zijn we ook al niet. Hier op het bedrijf voel ik me goed. Al zorg ik er nu wel voor dat ik de avonden samen met mijn vrouw kan doorbrengen. Yvette is trouwens mijn grote rots in de branding. Ze heeft me altijd gesteund in alles wat ik ondernomen heb. Ze is van onschatbare waarde.”

Hoe ontspant Donald Muylle zich?

“Grote hobby’s heb ik niet. Al ga ik wel graag op restaurant met familie en vrienden. Wat ik dan het liefst eet? Vlaamse kost. Het moet niet te gecompliceerd zijn. Thuis heb ik ook een hele stapel modelbouwdozen staan, maar daar heb ik er nog geen enkele van in elkaar gestoken. Als ik ooit met pensioen ga, ben ik daar zeker nog tien jaar zoet mee. Maar mijn werk is mijn grootste hobby.”

Je twee zonen hebben sinds enkele jaren de fakkel van je overgenomen. De opvolging is verzekerd.

“Dat doet me ongelooflijk veel deugd. Ik beschouw het zelfs als een van mijn grootste verwezenlijkingen. Mario leidt onze marketingafdeling, Christ bekommert zich om het operationele luik. En ze doen dat verdomd goed. Ik heb ze nooit gepusht. Dat werkt averechts, ze moeten het zélf willen. Maar ik vind het fantastisch. We hebben ook een erg goeie band. Elke ochtend starten we de dag samen met een kaffietje en overlopen we de agenda. Ik kus mijn beide handen dat we zo’n hechte familie vormen. Wat kan je je als vader nog meer wensen?”

© Christophe De Muynck

Hoe zie je de toekomst van Dovy Keukens?

“Laat me het zo zeggen: ik heb mijn deel gedaan, nu is het aan de tweede generatie. En ze zijn op de juiste weg. We hebben net onze eerste toonzaal in Noord-Frankrijk (Rijsel, red.) geopend, plannen die we samen uitgebreid besproken hebben. Ik ben blij dat ze pa nog om advies vragen.”

Staat de derde generatie al klaar?

“Ik merk gezonde interesse, maar dat is een zaak voor mijn zonen. Daar hou ik me buiten. Al zou het wel fantastisch zijn, mocht ik het nog meemaken dat een van mijn kleinkinderen hier aan de slag gaat.”

Jij hebt een begrip in de keukenwereld opgebouwd, maar zou je zelf nog een keuken in elkaar kunnen steken?

(blaast) “Met de huidige machinerie: neen. Dat zijn stuk voor stuk hoogtechnologische pareltjes die door bekwame mensen bediend worden. Pas op, ik ben wel nog mee in het verhaal. Techniek en automatisatie zijn mijn stokpaardjes. Als we op dat vlak een investering plannen, zit ik nog altijd op de eerste rij. Maar om op je vraag te antwoorden: als je me laat werken zoals veertig jaar geleden, dan is die keuken geen enkel probleem. Dat blijft in de vingers zitten.”

Donald Muylle en Yvette Claeys, hier met kersvers West-Vlaams Ambassadeur Maaike Cafmeyer.
Donald Muylle en Yvette Claeys, hier met kersvers West-Vlaams Ambassadeur Maaike Cafmeyer. © Tom Brinckman

Heb je ergens spijt van?

“Mocht ik bij de start de kennis van nu hebben, dan zouden we nog een pak verder staan. Maar dat is eigen aan ondernemen. Af en toe moet je met je hoofd tegen een muur lopen. Het is zaak om daarna weer de juiste richting te vinden. Zo hebben we begin jaren negentig geprobeerd om een dealernetwerk in Nederland en Frankrijk op poten te zetten, maar daar hebben we na een jaar de stekker uitgetrokken. Je moet ook durven ingrijpen als iets minder loopt. Maar de algemene lijn is positief. Meer dan, zelfs.”

Je krijgt van ons een open doekje. Waarom moeten we een Dovy Keuken in huis halen?

“Omdat je bij ons topkwaliteit aan een betaalbaar budget vindt. Dat van die zeer scherpe prijzen is geen fabeltje, hé. Hoe we dat doen? Door alles onder één dak te houden. Van verkoop en ontwerp over fabricatie tot plaatsing, wij doen alles zelf. We hebben sinds 1989 zelfs onze eigen natuursteenafdeling. Zo weinig mogelijk tussenpersonen, dat houdt de prijs beheersbaar. Die visie staat hier in steen gebeiteld.”

Tot slot: wat mogen we je voor je zeventigste verjaardag wensen?

“Niet zo heel veel. Grote cadeaus zijn niets voor mij. Dat alles nog lang mag blijven zoals het nu is. Mijn familie rondom mij, het goed zien gaan met Dovy Keukens… meer moet dat niet zijn. Als ik hier ben, voel ik me een gelukkige mens.”