Bijna 900 miljoen euro coronasteun ging naar West-Vlaamse ondernemers

Vlaams minister van Economie Hilde Crevits (CD&V).© BELGA
Vlaams minister van Economie Hilde Crevits (CD&V).© BELGA
Olaf Verhaeghe

De coronasteun voor zelfstandigen en ondernemers valt grotendeels uiteen in twee brokken: enerzijds de federale maatregelen zoals het (dubbel) overbruggingsrecht, anderzijds de Vlaamse premies zoals de hinderpremie en het Vlaams beschermingsmechanisme. Sinds het begin van de coronacrisis konden meer dan 50.000 West-Vlaamse ondernemers beroep doen op een of meerdere ondersteunende maatregelen, goed voor een totaalbedrag van bijna 900 miljoen euro.

Bijna 53.000 West-Vlaamse zelfstandigen deden sinds het begin van de crisis in maart vorig jaar een beroep op een van de federale overheidsmaatregelen. Dat blijkt uit de cijfers van het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekering der Zelfstandigen. Het gaat voor alle duidelijkheid om de cijfers tot en met halfweg februari, recentere gegevens zijn nog niet volledig.

Die 53.000 ondernemers ontvingen in totaal bijna 455 miljoen euro. Zo’n 150 miljoen daarvan valt onder de noemer dubbel overbruggingsrecht, ruim 240 miljoen gaat naar ondernemingen die verplicht gesloten werden of zelfstandigen die hun activiteiten volledig of deels onderbroken zagen omwille van het coronavirus.

Voor heel het land gaat het om ruim 430.000 unieke zelfstandigen, goed voor een totaalbedrag van dik 3,6 miljard euro. In vergelijking met de andere provincies kregen enkel Antwerpen (15,31 procent), Oost-Vlaanderen (12,76 procent) en het Brussels Gewest (12,59 procent) meer dan de West-Vlaamse ondernemingen.

Vlaamse coronasteun

De Vlaamse coronasteun, in totaal ruim 1,9 miljard euro, ging voor 21,9 procent naar West-Vlaamse zelfstandigen en ondernemers, zo blijkt uit de cijfers van Vlaams minister van Economie Hilde Crevits (CD&V). In absolute cijfers gaat het om net geen 40.000 ondernemers in onze provincie die alles samen een bedrag van 423,5 miljoen euro mochten ontvangen om de gevolgen van de crisis te bestrijden.

In de eerste fase van de crisis ging het om directe steun via forfaitaire tussenkomsten zoals de hinderpremie – ruim 260 miljoen voor West-Vlaanderen – de compensatieprmie en de ondersteuningspremie. In een tweede fase schakelde de Vlaamse overheid over naar steun op basis van de omzetcijfers, het zogenaamde Vlaams Beschermingsmechanisme waar er intussen al vier van zijn. Nu grijpt men geleidelijk naar steun via opstartleningen, die binnenkort aangevraagd kunnen worden.