Vader Jackie en dochter Tatiana Defrancq over hun ‘kippenimperium’: “Alles begon met een simpel ‘kiekske’!”

Vader Jackie en dochter Tatiana Defrancq voor de Kipstore langs de Meensesteenweg. © Stefaan Beel
Wouter Vander Stricht

In 1983 startte Jackie Defrancq (58) met zijn Kipcentrale Defrancq, ondertussen is dochter Tatiana (33) mee in de zaak gestapt en runt zij Kipstore. “Wij vullen elkaar perfect aan. Alles wat ik niet graag doe, dat laat ik door Tatiana doen”, grapt vader Defrancq.

Er zijn maar weinig rustige momenten in de week voor Jackie Defrancq. Vorig jaar werd hij dan nog opgeschrikt door een brand in de loods naast zijn woning in de Hoge Barrierestraat. Die werd gebruikt door het bedrijf van zijn zus en schoonbroer. “De dag na de brand hebben we onmiddellijk beslist het opnieuw op te bouwen. Maar het ziet er wat anders uit, aangepast aan de wensen van de huurder”, lacht Jackie. “Ik kon ook niet anders, ze is mijn oudere zus en bovendien ook nog eens mijn meter.”

Markten waar je als standhouder makkelijk binnen raakt, voorspellen weinig goeds – Tatiana Defrancq

Doe Foort is niet enkel het motto van het bedrijf dat bouwmaterialen voor dak en gevel verdeelt, ook bij Jackie is dat het geval. “Als jong manneke ging ik al mee in de weekends met iemand in Hooglede die een kippenkraam had. Het aanbod was toen nog eerder beperkt, ribbetjes zijn daar maar later bij gekomen. Ik deed de beenhouwersschool en heb mijn traiteursdiploma op zak. Toen ik van de schoolbanken kwam, moest ik eerst naar het leger. Maar ik had daar al mijn congé opgespaard om zo snel mogelijk te beginnen. Ik was nog geen 21 jaar, dus moest ik ontvoogd worden om een eigen zaak te kunnen starten. Mijn vader is nog kunnen meegaan om de papieren te tekenen, kort daarna is hij overleden. Ons moeder stond ons meteen bij in de zaak, ze is ook in het huis achter ons blijven wonen tot ze naar het rusthuis moest. Ze kon zeer goed bestellen, jarenlang hebben wij samen de markten gedaan.”

Belgische kippen

Volgend jaar bestaat de zaak 40 jaar en er kan ondertussen al gesproken worden van een klein imperium. De grote markten in Brussel, Wallonië en Oost-Vlaanderen krijgen wekelijks het bezoek van de Roeselaarse kippenkramen, er zijn ook vaste standplaatsen in Oostnieuwkerke (woensdagvoormiddag), Sint-Eloois-Winkel (zaterdagvoormiddag) en Burst bij Erpe-Mere (zondagvoormiddag), automaten worden ook aangevuld met de producten van het huis en in de Meensesteenweg 359 is er de Kipstore-winkel. “In eerste instantie hebben we hier in de Meensesteenweg ons kippenkraam voor de deur gezet, tot we besloten om er toch een winkel te steken. Dat is de verantwoordelijkheid van Tatiana.”

Dochter Tatiana: “Iedere woensdag, zaterdag en zondag is het hier open van 6 tot 15 uur. Maar daarna begint nog de opkuis natuurlijk. Aan onze job is er niet enkel veel voorbereiding, ook achteraf ben je nog enkele uurtjes zoet.” Jackie: “Als je goed voor je materiaal wil zorgen, dan moet je dat ook goed kuisen.”

Jackie en Tatiana Defrancq met het dier dat centraal in hun leven staat: de kip.
Jackie en Tatiana Defrancq met het dier dat centraal in hun leven staat: de kip. © Stefaan Beel

Tatiana behaalde haar bachelor hotelmanagement vooraleer ze bij haar pa aan de slag ging. “Het was het ideaal moment om een nieuwe firma op te richten. Op enkele markten kwam er plaats vrij wegens collega’s die met pensioen gingen, vandaar dat Kipstore ingeschakeld werd. Nu staan we daar zowel met Kipstore als Kipcentrale Defrancq. Vele mensen weten wellicht niet dat wij dezelfde producten verkopen. Hoeveel kippen dat precies zijn per week? Daar kan ik niet echt een aantal op plakken. Bovendien verkopen we niet enkel meer die kip op zijn geheel, maar ook heel wat nevengerechten. Toch kunnen we spreken over enkele paletten per week, waarvan het grootste deel uit België komt.”

Grootmoeders wijze

Het assortiment dat je bij Kipstore & Kipcentrale kan verkrijgen is in al die jaren ook enorm gegroeid. “Je moet daarin ook mee”, beseft Jackie. “Dat ‘kiekske’ waarmee ik begonnen ben, is nu al uitgebreid tot haast alles wat je in een beenhouwerij kunt vinden. En bijna alles wordt ook zelf gemaakt”, benadrukt hij.

“Je mag het gerust catalogeren onder de noemer grootmoeders keuken”, neemt Tatiana over. “Voor onze vol-au-vent trekken we nog zelf onze bouillon, de ossentongen en onze madeirasaus worden zelf gekookt, de konijnenbillen in biersaus zijn huis gemaakt,… Uiteraard gebruiken wij ook moderne technieken, maar het traditionele bereidingsproces blijft behouden. Bij ons gaat er ook weinig verloren. Wat niet dagvers verkocht wordt, gaat meteen op het spit. Op maandag en vrijdag gaan we niet naar de markt en is onze winkel ook niet open. Maar dan worden alle voorbereidingen gedaan en wordt alles in gereedheid gebracht voor de weekmarkten of het weekend. We hebben ook nog kip-, rib- en dagschotelautomaten die we dagvers bijvullen. We hebben er op de snelwegparking in Oekene, er staat er één in Roularta en ook in Tielt bij Station Noord staan er twee automaten. Bij Defrancq en bij De Wasbeer zijn onze dagschoteltjes ook te vinden. Ook dat willen we nog verder uitbreiden.”

Als ik De Weekbode lees blader ik eerst door naar de pagina’s Hooglede – Jackie Defrancq

Kipcentrale Defrancq en Kipstore blijven dus verder investeren. “Zo hebben we een nieuw kippenkraam in bestelling. Je mag daar rekenen op een serieuze investering. Als je naar Brussel rijdt, moet je dan ook voorzichtig zijn, het is niet de bedoeling dat je iets kapot rijdt. Normaal gaat zo’n wagen toch wel een 15-tal jaar mee.” Maar waarom trekt men zover, ook hier in West-Vlaanderen zijn toch markten? “Die Brusselse markten kun je niet vergelijken met een markt langs hier. De mensen leven daar anders. Van ’s morgens vroeg is het daar al volle bak en ook tot een stuk na het middaguur. Hier bij ons wil iedereen al om 12 uur eten. Markten waar je makkelijk binnen raakt als standhouder, voorspellen meestal weinig goeds.”

Tweelingszussen

Er werken een aantal full-time medewerkers voor het bedrijf. ” Maar in totaal hebben we toch ieder weekend een 35-tal mensen die voor ons aan de slag zijn. We werken daarbij het meest met mensen van ter plaatse. We vinden er nog voldoende, maar de puzzel maken is niet altijd simpel. De jongste tijd kregen we vaak een telefoontje van iemand die moest afbellen wegens corona. Maar in ieder kraam staan ook eigen mensen.”

Het is ook een familiebedrijfje. “Mijn ma Daisy Dereepere doet nog de boekhouding, mijn vaders tweede echtgenote Rebecca Verhaeghe werkt ook mee, net als mijn man Dieter Anthone”, zegt Tatiana die in Oekene huist en ook twee zoontjes heeft: Nate (8) en Skyler (5). Tatiana is niet de enige dochter des huizes. “Mijn zussen, een tweeling, zijn zes jaar jonger. Maar ook zij hebben al een eigen zaak. Mijn zus Tanita runt met haar partner Gastrobar Reyhuys 53 in de Diksmuidsesteenweg, zus Kiara is chiropractor met Corepunt in de Oekensestraat in Rumbeke als haar uitvalsbasis. En in nood mag ik mijn zussen bellen, ze wonen niet ver en komen op piekmomenten dan wel eens een handje toesteken.”

Muziek Hooglede

De dochters van Jackie hebben dus hun weg gevonden. Maar hoe is het nu voor Tatiana om te werken met haar vader en vice versa. “Dat valt goed mee”, zegt Tatiana diplomatisch. “Hij is veel de baan op en we vullen elkaar goed aan.” Pa Jackie: “Zij doet alles wat ik niet graag doe: planning en papierwerk.”

Veel vrije tijd rest er niet meer. Voor Tatiana gaat die vooral naar haar gezin, Jackie is voorzitter van de harmonie in Hooglede. “Mijn drie dochters en ikzelf hebben er ook muziek gespeeld. Ik was nog geen 30 toen ik als voorzitter werd gebombardeerd.”

Hoewel hij al bijna twee derde van zijn leven graag in Roeselare woont, voelt Jackie zich nog altijd Hoogledenaar. “Als ik De Weekbode in handen krijg, dan blader ik eerst door naar Hooglede.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier