Na ruim 100 jaar geen vlees meer bij Puutjes: “Dit was een echte familiezaak”

Willy Clinckemaillie (77), Nicole Sioen (73), Sylvie Clinckemaillie (49) en Stefan Clinckemaillie (51). © Zenon Bekaert
Noël Vandewiele
Noël Vandewiele Medewerker KW

Na ruim 100 jaar sloten de deuren van slagerij Sylvie in de Passendalestraat definitief. Na vier generaties kan je geen vlees meer bestellen bij Puutjes. “Ik wil meer tijd kunnen maken voor mezelf en mijn dochters”, klinkt het bij Sylvie Clinckemaillie (49). Zo is Puutjes één van de vele slagerijen in West-Vlaanderen die stopt.

Hoewel de slagerij heel bekend is in de regio, zal in Passendale niemand spreken van slagerij Sylvie, maar wel van Puutjes. “Hoe dat komt, weten we niet”, zegt Willy Clinckemaillie (77). “We hebben het destijds laten onderzoeken door meester Versavel, maar hij vond ook geen oplossing. Blijkbaar is de naam Clinckemaillie al heel lang verbonden met Puutjes.”

Het verhaal van de slagerij begon voor de Eerste Wereldoorlog met Henri Clinckemaillie, de overgrootvader van Sylvie. Later trad zoon Leon in zijn voetsporen. Aanvankelijk was de slagerij gevestigd nabij het centrum van Passendale, maar in 1927 verhuisde men naar de toenmalige Spanjestraat, nu Passendalestraat.

Charcuterie

Zowel Henri als Leon combineerde de slagerij met het slachten bij boeren en particulieren. Indertijd kwam men enkel bij de slager om vers vlees en paté te halen. In 1971 namen Willy, de vader van Sylvie, en zijn echtgenote Nicole Sioen (73) de zaak over. “Varkens heb ik niet meer geslacht, mijn vader had er genoeg gedood”, lacht Willy. “Het vers vlees werd aangevuld met meer en meer charcuterie, die we bijna allemaal zelf maakten.”

“Warme bakkers en slagers zijn jammer genoeg aan het verdwijnen in onze dorpen” – Willy Clinckemaillie

In 2008 nam dochter Sylvie de slagerij over. “Het zijn eigenlijk mijn ouders die de slagerij hebben uitgebouwd tot wat ze geworden is. Ik heb het werk van mijn ouders voortgezet nadat ik een opleiding had gekregen in Spermalie. Onze troeven waren het vers vlees en de charcuterie die we bij allemaal zelf maakten. Veel mensen kwamen speciaal naar hier om preparé, gehakt of lunchworst. Gelukkig kon ik rekenen op de hulp van mijn ouders en mijn broer Stefan (51). We maakten veel zelf. Stefan maakte alle charcuterie. Mijn papa kwam nog wel helpen om bijvoorbeeld preparé te maken en het vers vlees in de toog te leggen. Mijn mama hielp bestellen. Het was eigenlijk een echte familiezaak.”

Nieuwe paden

Vorig jaar besloot Sylvie om te stoppen. “Het is gewoon te veel voor een mens alleen en ik kan niet blijven rekenen op mijn ouders en broer. Ik ben op een leeftijd gekomen dat ik moet kiezen: ik wil nieuwe paden bewandelen. In september ga ik aan de slag in de OKay in Passendale. Zo zal ik meer tijd kunnen maken voor mezelf en mijn dochters Madeleine (18) en Rachelle (15). Natuurlijk zullen we de klanten en de babbels missen. De laatste weken kregen we veel kaartjes waarin we bedankt werden en dat doet iets met een mens. Het zijn wij die hen denkbaar moeten zijn. We hebben het altijd graag gedaan, al was het veel werken. Hopelijk blijft de slagerij bestaan, maar ik vrees ervoor”, besluit Sylvie. “Vroeger waren er niet minder dan negen slagerijen in Passendale, nu blijven er nog twee over. Warme bakkers en slagers zijn jammer genoeg aan het verdwijnen in onze dorpen”, besluit Willy.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier