De meest Belgische dweil is Ingelmunsters: “Onze geweven dweilen heb je voor het leven”

Zaakvoerder Claude Bogaert en zoon Olivier. © JCR
Philippe Verhaest

500.000 superwitte en halfwitte dweilen met een zwart-geel-rode band gaan er jaarlijks de deur uit bij Bogatex. De Ingelmunsterse spinnerij en weverij is de enige nog overblijvende fabrikant van de Belgische oerdweil en daar zijn ze maar wat trots op. “Misschien moeten we op 21 juli een pakketje naar het koningshuis opsturen. Wie weet worden we dan hofleverancier.”

Het aantal landen met de landkleuren op een dweil is op één hand te tellen. Misschien zelfs op één vinger, maar zo goed als elk gezin heeft wel een exemplaar in huis: een stevig geweven dweil met de Belgische driekleur als in het oog springend detail. Het zou, perfect volgens de Belgische traditie, een mooi staaltje surrealisme kunnen zijn, maar bij Bogatex zijn ze apetrots op hun dweilen. De Ingelmunsterse wever en spinner is ondertussen aan de vierde generatie toe en jaarlijks lopen er nog 500.000 op-en-top Belgische dweilen van de spreekwoordelijke band. “In drie verschillende maten en zowel in hagelwit, superwit in het jargon, als halfwit”, legt zaakvoerder Claude Bogaert (60) uit.

Zijn grootvader Robert Bogaert stond in 1947 aan de wieg van het bedrijf, dat toen nog De Mandel heette. “Naar analogie met de rivier die hier honderd meter verderop stroomt. Mijn opa nam een bestaande lakenweverij over, maar in 1951 switchte hij volledig naar de productie van dweilen. Er was te veel concurrentie op de lakenmarkt, maar ook de dweilwereld was stevig bevolkt. Toen hij van start ging, had hij nog een twintigtal concurrenten. Nu zijn we alleen.”

“Op 21 juli zullen we onze dweil, samen met de Belgische vlag, laten wapperen”

Na Robert nam diens zoon Jacques Bogaert de zaak over. Nu staat Claude aan het roer, gesteund door zijn zoon Olivier (33), dochter Sophie (35) en zijn echtgenote Annick Ghekiere (60). Bogatex mag dan wel 75 kaarsjes op de verjaardagstaart zetten, het bedrijf is springlevend.

“Ons gamma is ondertussen ook wat uitgebreid”, klinkt het. “Naast dweilen maken we ook stevige verhuisdekens, stofdoeken en schoteldoeken. Maar onze Belgische dweil blijft ons absolute paradepaardje. Elke dag rolt die van 5 tot 13 uur van de weefgetouwen. ‘s Namiddags focussen we op onze andere producten.”

Keurmerk

De dweil met tricolore band werd niet door de familie Bogaert uitgevonden. “De eerste exemplaren dateren van begin jaren dertig van de vorige eeuw”, stelt Claude. “Waarschijnlijk zat de honderdste verjaardag van de onafhankelijkheid van België daar voor iets tussen, want veel producten kregen toen een Belgisch tintje. Op onze dweilen is die band echter nooit meer verdwenen, want het werd een soort keurmerk. Zeker in de export. Mensen zagen meteen dat het om een dweil van Belgische makelij ging, destijds gemaakt met vlas en katoen. Steviger kon je ze niet vinden. Nu gebruiken we katoen, viscose en polyester. Onze materialen kopen we nog deels in België in, maar we shoppen eveneens in Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk.”

Die stevigheid is nog altijd dé troef van de dweilen van Bogatex. “Een geweven dweil kán je gewoon niet kapot krijgen”, pikt Olivier in. “Je hebt ze voor het leven, zeggen wij altijd. Non-woven, die we overigens ook maken, zijn veel minder sterk. Onze dweilen nemen ook erg veel vocht op, wie al eens poetst, weet dat dit van groot belang is. Het enige wat doorheen de jaren veranderd is, moet het gewicht zijn. In vervlogen tijden wogen onze tricolore dweilen al snel 500 gram, nu is dat nog zo’n 350 gram. Dat maakt het dweilen comfortabeler en je kan hem ook vlotter uitwringen. Maar de sterkte is altijd gebleven.”

Nederlandse vlag

Het half miljoen zwart-geel-rode dweilen vindt erg vlot de weg naar de consument. “Vroeger produceerden we trouwens het dubbele, maar eind 2008 hebben we een tweede lijn gesloten. Onze grootste klanten zijn supermarktketens als Carrefour, Colruyt, Delhaize en Makro, maar er kloppen ook uit de kluiten gewassen poetsbedrijven bij ons aan en marktkramers weten ons ook zitten”, aldus Claude. “Vroeger waren de verhoudingen omgekeerd: mijn (groot)vader had veel kleine klanten, wij hebben enkele erg grote. Tijden veranderen.”

De op-en-top Belgische dweil is uiteraard voor eigen land bestemd, maar het product gaat ook over de landsgrenzen. “Nederland is een goeie afzetmarkt voor ons. Die dweilen voorzien we van de Nederlandse vlag of een groene lijn. Waarom groen? Onze voorgangers hebben dat destijds zo beslist”, glimlachen vader en zoon. “Wij houden die lijn gewoon aan. In Noord-Frankrijk vind je onze dweilen ook.”

Dweiltapijt

Naast het commerciële belang en het nuttige karakter, zijn de tricolore lapjes stof ook uitgegroeid tot een icoon. “Ze horen bij België zoals onze frieten en bier”, benadrukt Claude. “We beschouwen elke dweil als een stukje erfgoed. In cultuurcentrum De Spil was er enkele jaren geleden nog een expo waarbij kunstenaars aan de slag gingen met onze dweilen. Prachtig was dat. We zagen schoenen bekleed met de Belgische dweil, een ander had er een handtas mee gemaakt. Top, toch?”

In het kasteel van Bokrijk ligt dan weer het Dweiltapijt van Davy Grosemans, een kamerbreed exemplaar. Toen de koninklijke familie er op bezoek was, liep koning Filip zelfs over de bovenmaatste dweil. “Zulke zaken doen deugd, die erkenning en waardering. Misschien moeten we op 21 juli enkele tricolore dweilen naar het koninklijk paleis opsturen? Als geschenk. Wie weet worden we dan wel hofleverancier”, knipogen Claude en Olivier. “Dat zou wat zijn.”

Koninklijke klanten of niet, de familie Bogaert is van plan om de Belgische dweil te blijven produceren. “Die was 75 jaar geleden de hoeksteen van ons bedrijf en is dat op vandaag nog altijd. Generaties Belgen hebben er mee gepoetst, gedweild en opgeruimd. En voor de prijs hoef je het niet te laten. Onze dweilen kosten tussen 1,5 en 3 euro per stuk.”

Volgende week donderdag zullen Claude, Annick, Sophie en Olivier klinken op onze nationale feestdag, met hun Belgische trots binnen handbereik. “We zullen onze dweil samen met de Belgische vlag laten wapperen!”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier