ACV-vakbondsvrouw Nathalie Windels (49) is aan zesde herstructurering toe bij tapijtproducent Beaulieu: “Wij werknemers zijn in hun ogen niets waard”

Nathalie Windels: “Ik ben de laatste om aan mezelf te denken.” © Kurt Desplenter
Jan Steenhoudt
Jan Steenhoudt Editieredacteur KW Kortrijk – Menen – Waregem

Ooit was Zuid-West-Vlaanderen het mekka van textielindustrie. Op vandaag is die hegemonie voorbij. Eind maart 2021 werd de Wielsbeekse tapijtreus Balta overgekocht door het Britse Victoria. Anderhalf jaar later kondigt gouwgenoot en concurrent Beaulieu International Group op zijn beurt aan dat het de tapijtfabriek wil sluiten. 174 mensen dreigen op straat te staan. Een van hen is Nathalie Windels (49), een ACV-militante wiens familie al meer dan drie decennia verweven is met het bedrijf.

Nathalie Windels (49) is geboren en getogen Wielsbeekse. Ze studeert tot haar 16de voor haarstilist aan het Sint-Jozef in Tielt. Tot haar 19de gaat ze aan de slag bij ‘Coiffure Chloé’, maar uiteindelijk zorgt een frequent terugkerende allergie aan de handen dat haar kapperscarrière een kort leven beschoren is. We zijn augustus 1991… “In die tijd was studeren niet aan de orde. Toen was de textielindustrie ook het neusje van de zalm. Mijn vader zei: ‘ga maar bij Beaulieu werken, zij zullen nooit failliet gaan’. Ik gehoorzaamde. Ook mijn broers Patrick en Dirk, zus Carine en schoonbroer Luc werkten er. Na 4 weken vakantie en 14 dagen op proef kreeg ik een vast contract. Ik mocht aan de slag in de afwerking van geweven tapijten. Mijn eerste indruk? Goed. Uitstekend zelfs. Er heerste arbeidsvreugde. Werk was het voornaamste, dat voelde ik toen al. Het was op mijn lijf geschreven.”

Nathalie gaat met haar man Joachim Snauwaert (54) in de Driesstraat gaan wonen, in een rijhuis dat op een kleine honderd meter is neergepoot van het bedrijventerrein van Beaulieu. Het geluksgevoel dat de nabijheid en de werksfeer bij Nathalie teweeg bracht, duurde vier jaar, tot 1995. Dan werd de eerste herstructurering doorgevoerd. Reden? Het platvallen van de exportmogelijkheden van geweven tapijt naar het vroegere Oostblok. Beaulieu – toen Ter Lembeek International – kondigde aan 20 bedienden en 20 arbeiders te ontslaan. “De ontreddering was groot die eerste keer”, herinnert Nathalie zich. “Van die 40 mensen werden er heel wat afgedankt, anderen mochten blijven en kregen een job bij andere afdelingen. Zo moest ik bobijnen gaan knobbelen in de weverij. Een andere uurregeling, wat geen pretje was. Ik was heel jong en onervaren, en voelde me – voor het eerst – een pispaal.”

Heimwee

Nathalie koos eieren voor haar geld en ging bij Mc Three Carpets aan de slag. Maar ze aardde er niet en keerde terug naar Beaulieu, waar ze aan de Rijksweg bij de latexafdeling belandde van Ter Lembeek. “Of ik me die overstap beklaagd heb? Niet echt. Aan de Rijksweg hadden ze moderne machines. Ik heb me er geamuseerd.”

Een decennium verstreek. Ter Lembeek was in 2005 opnieuw opgegaan in de Beaulieu International Group, maar hield het niet lang uit. Het bedrijf deed in juli 2008 de boeken toe, toevallig het jaar dat Nathalie toetrad tot vakbond ACV. “Niet als reactie tegen Beaulieu, maar omdat ik het evenwicht tussen werknemer en mijn werkgever belangrijk vond. Mijn vuurdoop kwam snel. In september van dat jaar was er in de latexafdeling een herstructurering. Veel mensen stonden op straat. We hebben toen drie weken lang erg hard gestaakt. We dwongen een ontslagpremie van 500 euro af. Veel te weinig natuurlijk. Maar goed, het was iets.”

Vroeger had je voor elke afdeling een directeur. Nu is er een manager per twee werknemers. Een wildgroei van mensen zonder voeling met de onderbouw

In 2010 kreeg Nathalie wat ze vreesde: een verhuizing naar tapijtfabriek Ideal, een ander dochterbedrijf van Beaulieu. “We lieten een modern bedrijf achter en kwamen terecht in een oudijzerpark”, vertelt Nathalie bedroefd, “met machines die van een vooroorlogs tijdperk leken te komen. Flexibel als ik was kon ik gaan mengelen. Anders was ik allicht óok buitengebonjourd. Bij Ideal geraakte ik sowieso moeilijk geïntegreerd. Toen ik compoundster werd, draaide het beter. Maar ik had heimwee naar de tijd van Ter Lembeek.”

De Ivoren Toren

Ook nu leek de dam opnieuw gestut. Tien jaar lang. Tot die aankondiging in februari 2020. De nachtploeg werd in 2021 afgedankt. Het was de druppel voor Nathalie. “Ik had er genoeg van. Bij Beaulieu is er een omgekeerde piramide wat werknemers betreft, met verhoudingsgewijs een pak meer ervaring dan jong geweld. Net die mensen, zij die zich jaren voor Beaulieu hebben uitgesloofd, worden geslachtofferd. (ferm) De De Clercks zijn rijk geworden dankzij óns zweet. Dat beseffen ze niet, daar in de Ivoren Toren.” De Ivoren Toren, het keert enkele keren terug in het discours van Nathalie. Het is haar koosnaampje voor het management van Beaulieu, waarvoor haar respect op een laag pitje brandt. “Vroeger had je voor elke afdeling een directeur. Nu is er een manager per twee werknemers. Een wildgroei van mensen zonder voeling met de onderbouw. Op 8 december onderhandelen we weer. We vroegen of het bestuur er kon zijn. Als dat het geval is, vrees ik dat we aan de straat zullen moeten staan om hen de weg te wijzen. Anders komen ze misschien wel uit bij Agristo (producent diepvriesfrieten, red.).”

Het interview met Stephan Colle (Nyobe) in De Tijd, waarin hij deze onderhandelingen de ‘sociaal-passieve opkuis’ noemde, is niet bemoedigend

Nathalie lacht. Een vreugdeloze grimlach is het, want de frustratie is groot. De woede vers. Nog geen twee weken geleden, op donderdag 10 november, kondigde Ideal-general manager De Rynck op een bijzondere ondernemingsraad de sluiting van de tapijtfabriek aan. “Ik voelde al nattigheid toen de vakbondsvertegenwoordigers bijeengeroepen werden. Ik belde mijn broer. ‘We gaan sluiten’, zei ik hem. Hij geloofde me niet. Maar die donderdag was het van dat. Daar stonden ze, Christophe De Rynck, VP Wim Coppens en HR-manager Kristin Gansbeke. Allemaal met een lang aangezicht. ‘We gaan sluiten’, zeiden ze. ‘Er is geen winst, het is te kostelijk, de gebouwen zijn verouderd.’ Bij ons overheerste toch het ongeloof. Niemand had moeten stempelen nadat de nachtploeg was verdwenen. (geagiteerd) Niemand! We klopten zelfs meer overuren dan ooit!”

(vlnr): Patrick Windels, Nathalie Windels en Dirk Windels, aan de poorten van IDEAL, het dochterbedrijf van Beaulieu dat straks sluit.
(vlnr): Patrick Windels, Nathalie Windels en Dirk Windels, aan de poorten van IDEAL, het dochterbedrijf van Beaulieu dat straks sluit. © Kurt Desplenter

Eerlijk sociaal plan

Na de vergadering werd de rest van de vloer ingelicht. Werknemers kregen ’s namiddags vrijaf. Op maandag werd het werk hervat. Op vrijdag 18 november startte Nathalie, samen met de andere vakbonden, de onderhandelingen op. “Vertrouwen op de goede afloop? Die moet er zijn. Maar een goed gevoel heb ik niet. Voorlopig krijgen we nog geen antwoorden op onze vragen. En het interview met Stephan Colle (Nyobe) in De Tijd, waarin hij deze onderhandelingen een ‘sociaal-passieve opkuis’ noemde, is ook weinig bemoedigend. Enkel de klantenportefeuille lijkt te tellen. Wij werknemers zijn in hun ogen niets waard.”

Vertrouwen op de goede afloop? Die moet er zijn. Maar een goed gevoel heb ik niet. Voorlopig krijgen we nog geen antwoorden op onze vragen

“Kijk, ik heb al een aantal herstructureringen achter de rug, maar van deze heb ik enorm afgezien. Niemand zag het aankomen. En als het dan gebeurt… Er spookt van alles door je hoofd. Ik ben 49 jaar, waar kan ik terecht? Is er nog wel toekomst in de tapijtindustrie, of moet ik nog iets nieuws leren? En ga ik wel nog ergens aanvaard worden? Er is veel onzekerheid. Een collega van 57 van mij is deze week gaan solliciteren. Daar wezen ze hem af. Zelf zit ik ver van mijn pensioen. Ik zou misschien nog gaan poetsen in de zorgsector, zoals mijn zus. Ik wil niet blijven, maar zeg nooit nooit. Als er geen ander bedrijf je wil, kan je niet anders.”

Op 8 december is er alvast een nieuwe onderhandeling. “Het is duidelijk dat we een sociaal plan willen dat eerlijk is. Ze hebben in hun intentieverklaring beloofd dat ze ons niet zouden vergeten. Ik hoop dat ze die belofte zullen houden. Maar ik ga hier niet zeggen waar onze lat ligt. Mijn collega’s? Die zijn altijd meegaand geweest. Nu is dat anders. Zelfs ons, hun vertegenwoordigers, vertrouwen ze niet meer. Ze zijn kwaad op het bedrijf en zoeken een zwarte piet. Dat snap ik, maar ik ben de laatste om aan mezelf te denken. We gaan strijden voor de mensen die in hun uitdoofscenario zitten, en die elders niet voltijds aan de slag kunnen. Zij zijn nu onze prioriteit.”