Barones Hilde Laga, de machtigste vrouw van de Brusselse beurs: “Een vrouw is meer dan een moeder alleen”

Hilde Laga: “Er waren mensen die me te ambitieus vonden. Dat lieten ze ook blijken.” © JOKE COUVREUR Joke Couvreur
Paul Cobbaert
Paul Cobbaert journalist

Ze is getogen in Roeselare, woont in Kortrijk en wordt de machtigste vrouw van de Brusselse beurs genoemd. Ze is voorzitster van een belangrijke investeringsmaatschappij, bestuurster van diverse miljardenbedrijven én rolmodel voor vrouwen. Maak kennis met barones Hilde Laga, een hartelijke en bescheiden vrouw die voor één keer een inkijk geeft in leven en werk.

Wie is Hilde Laga?

• Geboren op 26 april 1956 in Roeselare

• Doctor in de Rechten (KU Leuven)

• Woont in Kortrijk met haar man Ignace Billiet. Moeder van vier kinderen, grootmoeder van zes kinderen

• Oprichtster van het advocatenkantoor Laga met vestigingen in Brussel, Antwerpen en Kortrijk

• Voorzitster van de raad van bestuur van investeringsmaatschappij GIMV sinds 2016

• Bestuurster van onder andere Barco en ING

• Barones sinds 2015


Een groene wijk aan de rand van Kortrijk. Hilde Laga woont in een mooie, witte villa. De zon schijnt. De begroeting is hartelijk. Ze toont haar weidse tuin, waar ook kleurrijke ijsvogels en groene spechten graag vertoeven. Manlief Ignace Billiet is naast uroloog ook gepassioneerd vogelaar. Ze schenkt koffie uit, zwart. Of ik haar met barones moet aanspreken, wil ik eerst weten. “Zeker niet”, zegt ze haast verlegen. Na even aandringen toont ze wel de plechtige oorkonde die ze uit handen van koning Filip kreeg. “Het is een mooie erkenning voor mijn professionele verdiensten. Ik ben daar zeer vereerd mee.”

In de oorkonde staat ook het wapenschild van de familie en de zelfgekozen slogan semper magis. Dat staat voor: altijd beter willen doen. Het is haar op het lijf geschreven. Laga bouwde een succesvolle carrière uit als advocate en werd bestuurster bij prestigieuze beursgenoteerde bedrijven zoals het West-Vlaamse Barco en onlangs ook ING. Haar voornaamste mandaat is het voorzitterschap van de GIMV, een Europese investeringsmaatschappij met zetels in Antwerpen, Den Haag, München en Parijs. Dat ze weinig kan vertellen over de interne keuken van deze bedrijven, benadrukt ze vooraf. Elk woord kan impact hebben op de beurskoers en dat wil ze niet op haar geweten.

Tesla-baas Elon Musk trekt zich daar weinig van aan.

(lacht) “Dat klopt. Maar dat is niet mijn manier van werken. Meneer Musk is een flamboyant figuur die grenzen verlegt. Hij doet een miljardenbod op Twitter en wil het daarna on hold zetten: dat moet je maar durven. Ik werk liever discreet.”

U wordt de machtigste vrouw op de Brusselse beurs genoemd. Is dat ook zo?

“Als je alle mandaten aan elkaar verbindt, zou ik blijkbaar de meeste connecties hebben. Wat kan ik daarop zeggen? (haalt schouders op) Ik voel me helemaal niet machtig, hooguit heb ik af en toe wat invloed. Macht is vooral iets dat anderen aan u toeschrijven. Wie heeft macht? De politiek. En dat hoort ook zo te zijn.”

Hebt u nooit overwogen om naar de hoofdstad te verhuizen? Veel van deze bedrijven zijn daar gevestigd.

“Jawel. Dat zou voor mij makkelijker geweest zijn. We hebben tien jaar in Leuven gewoond, toen ik daar lesgaf en mijn man zijn opleiding volgde. De drie oudste kinderen zijn daar geboren. Maar dan kreeg hij een mooie plek aangeboden in het ziekenhuis van Kortrijk. Het was dus de logica zelve dat we terugkeerden naar West-Vlaanderen. Ik heb er nog geen seconde spijt van gehad. Ik heb veel uren in de auto gesleten, ook mijn advocatenkantoor was in Brussel, maar ik woon hier ongelooflijk graag.”

Waar liggen uw roots?

“In Roeselare. Mijn grootvader had daar een veevoederbedrijf: Versele-Laga. Toen ik twaalf was, zijn we verhuisd naar Izegem, waar mijn vader zijn notariskantoor opende. Vrij snel daarna ben ik op internaat gegaan in Kortrijk.”

In welk gezin bent u opgegroeid?

“Een warm en hecht gezin. Mijn vader was notaris, mijn moeder huisvrouw, maar ook de manager achter de schermen van het kantoor. Zij was een van de eerste vrouwelijke economiestudenten aan de Antwerpse universiteit. We waren met vier kinderen thuis en ook van ons werd verwacht dat we gingen studeren. Verder werd daar weinig spel over gemaakt. We zijn geprivilegieerd opgevoed, ik besef dat.”

Wou u geen filosofie studeren?

“Já, maar dat vond mijn vader niet kunnen. Op dat vlak was hij wel van de oude stempel. (lacht) Doe maar rechten, zei hij. Dat was niet tegen mijn goesting, hoor. Ik vond advocaat toen al een fascinerend beroep met veel facetten: enerzijds kennis, maar anderzijds ook retoriek. Ik ben blij dat ik zijn advies gevolgd heb.”

Wou u de nieuwe Piet Van Eeckhaut of Jef Vermassen worden?

“Neen, hoewel ik ervan kan genieten hoe zij een rechtbank overtuigen. Ik wou vooral met bedrijven werken. Ik heb een groot hart voor familiebedrijven. Dat is wellicht door mijn afkomst. Let wel: dat vroeg veel van mezelf. Het gaat vaak over opvolging en erfenissen, emotionele kwesties dus. Zoiets oplossen, geeft veel voldoening, maar als het niet lukt, dan weegt dat ook op je. Het gaat tenslotte over mensen.”

Hebt u veel drempels ondervonden omdat u een vrouw bent?

“Ik krijg die vraag dikwijls, maar eerlijk: neen. Wellicht waren er wel drempels, maar die hebben me nooit gehinderd. Er waren wel mensen die me te ambitieus vonden. Dat lieten ze ook blijken: Als je vier kinderen hebt, zou je dan niet beter thuis blijven? Dat heb ik vaak te horen gekregen.”

Wat vond u zelf? Was u te ambitieus?

“Neen. Maar ik had het geluk dat mijn echtgenoot en kinderen mij altijd gesteund hebben. Anders dreig je die kritiek wél te geloven. Ik was niet ongevoelig voor die opmerkingen, hoor. Men zegt dat je een carrièrevrouw bent, maar men wil eigenlijk zeggen dat je je werk belangrijker vindt dan je gezin. Wat onzin is natuurlijk, en bovendien kwetsend.”

Was u een goede moeder?

(even stil) “Dat is een moeilijke vraag. Ik heb veel gewerkt, maar ik had ook veel quality time met de kinderen. Wij hadden en hebben een goede band. Alleen heb ik nooit gevonden dat een moeder elk uur van de dag voor haar kinderen moet zorgen. De focus daarop is zwaar overdreven, vind ik. Vroeger gingen kinderen ook op internaat. En waarom niet?”

© JOKE COUVREUR Joke Couvreur

Zou dit de reden zijn waarom er minder vrouwen promoveren naar topfuncties in het economische weefsel?

“Dat is zeker een van de belangrijkste verklaringen. Op het moment dat vrouwen carrière kunnen maken, kiezen ze, dikwijls onder druk van hun omgeving, voor hun gezin. Het is moeilijk om daartegen in te gaan. Het is daarom dat ik de steun van mijn gezin wil benadrukken. Anders zou het mij ook niet gelukt zijn.”

Zouden vrouwen ook wat meer Pippi Langkous moeten zijn? Zij zei: ‘Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan.’

(knikt overtuigd) “Dat is een tweede verklaring. Vrouwen twijfelen meer, terwijl mannen sneller overtuigd zijn van hun kunnen. Ik heb dat dikwijls ondervonden als mensen kwamen solliciteren. Dat is zó spijtig. Het heeft vaak te maken met rolmodellen en de thuissituatie. Mijn drie zonen vonden het evident om te trouwen met een vrouw die zelf een carrière aan het maken is. Dat is omdat ze thuis gezien hebben dat het kan.”

Wat kan het beleid doen om vrouwen te stimuleren?

“De kinderopvang toegankelijker maken. Dat zou prioriteit moeten zijn. (op dreef) Waarom geen dienstencheques voor de opvang? Of misschien zelfs gratis? Dit is zó belangrijk. Maar ik wil niet negatief doen. We hebben de voorbije jaren al grote stappen vooruitgezet. De quota in de politiek bijvoorbeeld: die wérken. Of de quota voor de raden van bestuur van beursgenoteerde bedrijven: één op drie moet een vrouw zijn. Dat is een goede zaak. Maar we zijn er nog niet.”

Een andere drempel is seksisme. Hebt u daar ooit mee te maken gekregen?

“Niet met seksueel geweld, wel met verbaal grensoverschrijdend gedrag. Een vrouw wordt al gauw een schatje genoemd. Of een meiske. Zo proberen tegenstanders je te intimideren. Ik heb dat ook meegemaakt. Het ging zelfs zo ver dat collega’s mij aanraadden om klacht in te dienen bij de stafhouder. Ik heb dat nooit gedaan, want dat is eigenlijk wat je tegenstanders willen. Ze willen dat je meegaat in die randgevechten en dat je zo je concentratie verliest.”

Werd u altijd evenveel betaald als mannen die hetzelfde doen?

“Ja, als bestuurster is er geen verschil, maar ik heb nooit in loonverband gewerkt. Ik ga dus niet beweren dat de loonkloof geen reëel probleem is.”

Even tussen haakjes: wat vindt u ervan dat de grote ceo’s zichzelf vorig jaar op gemiddeld 14 procent opslag trakteerden, terwijl er voor werknemers amper 0,4 procent mogelijk was?

(voorzichtig) “Ik begrijp dat dat wrang aanvoelt. De remuneratie (vergoeding, red.) van de mensen aan de top van onze bedrijven is altijd een gevoelig onderwerp geweest. Er moet een zichtbare link zijn tussen vergoeding en prestatie. Het mag niet in excessen vervallen. Maar een goede verloning is wel nodig om competitief te blijven in een internationale context. Dit is geen probleem van België alleen.”

Zou u zichzelf een feministe noemen?

“Ik denk het wel. Ik vind het belangrijk dat alle mensen gelijke kansen krijgen: vrouwen én mannen. Want ook mannen worden in een rolpatroon geduwd. Een man die vier vijfde wil werken, wordt nog altijd anders bekeken dan een vrouw. Het is dus ook voor hen soms moeilijk. Maar ik ben geen revolutionair die op de barricaden staat. Dat ligt niet in mijn karakter.”

U bent ook bezig met het klimaat. Bent u pessimistisch over de toekomst?

“Neen, integendeel. Zie corona: we hebben in een recordtempo een vaccin ontwikkeld. Als de nood het hoogst is, is de redding nabij. De mens zal ook voor het klimaat een oplossing vinden. Alle bedrijven zijn daarmee bezig. Dat stemt me optimistisch.”

Voelt u een verschil met pakweg twintig jaar geleden?

“O ja. De klimaatconferentie van Parijs van 2015 was een kantelmoment. Toen zijn de ogen écht open gegaan. De Green Deal van de Europese Commissie is dan weer een belangrijke stimulans. Als wij met de GIMV in een bedrijf willen investeren, dan onderzoeken we eerst de ESG-score (environment social governance, ofwel duurzaam en verantwoord ondernemen, red.). We investeren alleen in bedrijven die voldoende goed scoren. Dat was twintig jaar geleden ondenkbaar.”

Doet u niet mee aan ‘Maai Mei Niet’?

“Jawel, tot gisteren. Mijn man vond het welletjes. (lacht) We laten wel sowieso een groot deel van onze tuin wild, omdat dat belangrijk is voor de biodiversiteit.”

U bent in 2014 gestopt met advocatenwerk. Waarom eigenlijk?

“Ik wou me houden aan de leeftijdsgrens van het kantoor. Als je jonge mensen kansen wil geven, dan moet je durven loslaten. Er is maar één goed moment om te stoppen en dat is te vroeg.”

Als u jonge vrouwen die een carrière willen, één tip mag geven, welke zou die zijn?

(denkt lang na) “Ik wil er twee geven. Eén: omring je goed met één of twee mensen die je aanmoedigen en je ambitie ondersteunen. Dat maakt je minder vatbaar voor kritieken. Dat is zo belangrijk. En twee: sluit compromissen, maar nooit ten koste van jezelf. Als je jong bent, en je hebt kinderen, denk dan niet te snel dat je jezelf helemaal moet wegcijferen. Je bent méér dan een moeder alleen. Bovendien verlangen je kinderen echt niet dat je voortdurend in hun buurt bent. Je moet er zijn voor hen als ze je nodig hebben.”

Dat staat genoteerd. Wat staat bovenaan uw bucketlist?

“Opnieuw een moeilijke vraag. Ik laat doorgaans alles op me afkomen. (denkt na) Eén iets? Dan een trektocht van een maand door het Himalaya-gebergte. Met mijn man en misschien enkele vrienden. Dat is een aloude droom van mij. Ik hou van fysieke inspanningen, maar ik zou ook graag eens een langere periode loskomen van de dagelijkse beslommeringen. In de Himalaya moet dat lukken.”

Zou u erin slagen uw smartphone thuis te laten?

“De eerste week zou zeker afkicken zijn, maar daarna zou het wennen, denk ik. Ik zou vooral de kinderen en de kleinkinderen missen. Ik denk eigenlijk niet dat ik zolang zonder hen zou kunnen.” (glimlacht)