Ardooie: “Groot-Brittannië goed voor tien procent van onze omzet”

Jan Haspeslagh van Ardo: "Ook wanneer de Brexit een feit is, blijven we volop actief in Groot-Brittannië." (Foto JCR)
Redactie KW

De diepvriesproducent Ardo heeft een erg sterke band met Groot-Brittannië. Het familiebedrijf heeft drie vestigingen op Britse bodem en genereert er tien procent van de jaaromzet. “De Brexit is niet prettig, maar we slaan zeker niet in paniek. We zien dit als een uitdaging”, zegt managing director Jan Haspeslagh.

Deze reportage maakt deel uit van ons dossier Brexit.

Ardo, producent van diepvriesgroenten, -fruit en -kruiden, stelt 3.800 mensen te werk en is naast België actief in Denemarken, Nederland, Frankrijk, Spanje, Portugal, Oostenrijk en Groot Brittannië. Jaarlijks levert het bedrijf 800.000 ton afgewerkte producten af en in 2016 klokte het af op een jaaromzet van 860 miljoen euro.

“Tien procent daarvan genereerden we in Groot-Brittannië”, steekt managing director Jan Haspeslagh van wal. “Het land is dus een belangrijke partner. Toen het referendum van bijna een jaar geleden uitmondde in het verlaten van de Europese Unie, wisten wij niet goed wat denken. Het was een verrassing. Niemand – ook niet onze partners in Groot-Brittannië – ging van een dergelijk scenario uit.”

Op korte termijn ondervond Ardo meteen de gevolgen van de nakende Brexit. “De Britse pond zakte immers in waarde. Iets wat we sinds de bankencrisis van 2008 niet meer meegemaakt hadden.”

“Een goed handelsakkoord tussen de Europese Unie en Groot-Brittannië is van groot belang”

Op lange termijn verwacht Jan ook enkele effecten. “We zullen niet anders kunnen dan de prijzen van onze producten verhogen en die door te rekenen aan de Britse consument, vrees ik. En indien de EU en Groot-Brittannië geen nieuw handelsakkoord kunnen uitwerken, dan vallen we terug op de wereldhandelsakkoorden. En dat houdt in dat er een invoerheffing van 16 procent bijgerekend zal worden. Dat zou dramatisch zijn, maar zo ver zijn we uiteraard nog lang niet.”

“Ook wanneer de Brexit volledig uitgerold is, blijven we volop actief op de Britse markt. Dat staat vast.”

Volgens Jan Haspeslagh betekent de Brexit verre van het einde van Ardo in Groot-Brittannië. “Sommige producten kunnen daar gewoon niet geteeld worden, zoals erwten. Ook zuiderse groenten als bonen, maïs, paprika en broccoli zullen moeten blijven ingevoerd worden. Bovendien hebben we een logistiek centrum in Ashford en twee productielocaties in de buurt van Norfolk. We zijn dus stevig verankerd op Britse bodem. En ook wanneer de Brexit volledig uitgerold is, blijven we volop actief op de Britse markt. Dat staat vast.”

Vrije markt behouden

Jan Haspeslagh stelt dat er op vandaag weinig veranderd is aan de dagelijkse werking in en contacten met Groot-Brittannië. “Het land maakte ook nooit deel uit van onze muntunie. Dat zorgt ervoor dat er al altijd een soort drempel is geweest. Maar de gewone Brit ligt echt niet wakker van de Brexit. Die reageert zoals een West-Vlaming dat zou doen: gewoon doordoen. Maar wij hopen uiteraard dat de vrije markt met het land niet afgeschaft wordt en er een goed handelsakkoord uit de bus komt. We mogen niet vergeten dat Groot-Brittannië ook goederen naar de Europese Unie exporteert. Ook zij hebben baat bij een goeie regeling. Mocht een stevig handelsakkoord niet mogelijk zijn, dan belanden we weer in de situatie van voor de Tweede Wereldoorlog. En dat moeten we ten allen prijze vermijden.”

Ondertussen focust Ardo zich ook op andere exportgebieden. “Duitsland is momenteel onze grootste partner, goed voor vijftien procent van de omzet. Ter vergelijking: België is goed voor drie procent. Onze huidige groei bevindt zich dan weer vooral buiten de Europese Unie, met Noord-Amerika op kop. Op die manier doen we ook aan risicospreiding. Die Brexit is niet prettig, maar we slaan zeker niet in paniek. We zien dit eerder als een uitdaging. Bovendien is voeding een basisproduct en bevinden we ons op een toplocatie. West-Vlaanderen heeft een gematigd klimaat, alle soorten grond zijn aanwezig, we hebben met Zeebrugge en Antwerpen twee wereldhavens binnen handbereik én er is een goeie ontsluiting via de wegen.”

“We zijn de grootste exporteur van diepvriesproducten ter wereld: bijna één miljoen ton met één miljoen West-Vlamingen. Ter vergelijking: de Chinezen zijn met één miljard en klokken af op 500.000 ton. Dat zegt genoeg.”