Xavier Taveirne: “Ik heb het afgeleerd om te veel te willen”

Nieuwsanker Xavier Taveirne: “Op het werk ben ik zelden emotioneel.”© (foto Christophe De Muynck)
Nieuwsanker Xavier Taveirne: “Op het werk ben ik zelden emotioneel.”© (foto Christophe De Muynck)
Bert Vanden Berghe

Nieuwsanker Xavier Taveirne, scherper dan ooit, mag mee het vernieuwde laatavondjournaal leiden. Een logische stap in zijn carrière, ook al heeft radio nog steeds een grote plek in zijn hart. Maar toch ziet hij het zelf niet als vanzelfsprekend. Zeker vandaag niet, op de vooravond van zijn 40ste verjaardag. “Als het leven pas echt begint na je veertigste, dan is dat pure luxe voor mij.”

Het valt meteen op: Xavier was al niet van de dikste, maar vandaag staat hij bijzonder scherp. Messcherp zelfs. “Min 18 kilo”, klinkt het, niet zonder trots. “Ik was altijd wat mollig op school, maar nu is het de eerste keer dat ik in zekere zin… trots ben. Maar dat cliché, dat ik me nu een compleet nieuw mens voel , dat is dikke zever. Ik word veertig in juni, en daarna wordt het steeds moeilijker om kilo’s kwijt te geraken. Het was dus nu hét moment. ( lacht ) In december liep ik epiglottitis ( een strottenklepontsteking, red. ) op en verloor ik wat extra kilo’s omdat ik twee weken enkel vloeibaar mocht eten. Ik lag thuis maar wat in de zetel en ben uit verveling dan maar gaan lopen, met Start to Run van Evy (Gruyaert, red.). Elke week loop ik nu een zestal kilometer. Ik eet gewoon ook minder. Vroeger ging ik al snel bijscheppen of een extra portie voorzien tijdens het koken. En als je vroeg of laat moet werken, dan heb je al snel wat snoep of chocola binnen.”

Met het hernieuwde laatavondjournaal én de combo met De Ochtend op Radio 1 zit er nochtans niet meteen verbetering in. Bioritme, schmioritme , grapte hij zelf al op Twitter.

Dat wordt pittig…

“Ja, maar het voordeel is dat het een beperkte periode is. Vanaf 11 juni staat het EK Voetbal centraal en zijn we vertrokken met de sportzomer met ook de Tour en de Spelen. Deze periode is voor ons een goeie test om te zien waar we eventueel nog kunnen bijsturen, wat de kijker ervan vindt… Dit is best een grote stap. Het Journaal is doorgaans een instituut met een vrij vaste vorm. Met Laat willen we ook zaken naar voren brengen die doorgaans onderbelicht blijven, maar wel actueel zijn. We brengen feiten, maar maken de kloof tussen journalisten en de kijker kleiner. In plaats van een minister interviewen we iemand op wie het nieuws betrekking heeft. Dat zorgt voor interessante invalshoeken, maar het nieuws of een sterk verhaal staat nog altijd centraal.”

Was je nerveus voor deze nieuwe start?

“Drie jaar geleden, toen ik voor het eerst het late journaal deed, was de stress groter. Toen heb ik letterlijk gezegd: ik wil het vooral niet kapotmaken . Het voordeel is dat ik dankzij De Ochtend een breed register aankan van interviews. Politici interviewen of iemand uit een jeugdinstelling, dat is telkens een andere schakering. Radio is evenwel geen televisie. Onlangs waren er heel wat klachten binnengekomen toen ik te vaak premier De Croo had onderbroken.”

Een stuk of honderd zelfs, wat je de wisselbeker Lisbeth Imbo opleverde bij de redactie blijkbaar.

(lacht) “Televisie is een andere wetmatigheid. De tijd is veel beperkter. Vijf minuten om het te hebben over de coronacrisis, dat is echt kort. En bij televisie kan een stilte ook iets zeggen, maar bij radio werkt dat niet. Ik voel dat ik nog een grote groeimarge heb bij televisie. Ik kan nog geen tiende van wat ik bij de radio kan.”

“Mijn carrière is nu al groter en langer dan ik ooit had gedacht. Als het morgen stopt, kan ik alleen maar tevreden terugkijken.”© (foto Christophe De Muynck)
“Mijn carrière is nu al groter en langer dan ik ooit had gedacht. Als het morgen stopt, kan ik alleen maar tevreden terugkijken.”© (foto Christophe De Muynck)

Was kiezen voor televisie een grote stap?

“Ik heb er toch van wakker gelegen, ja. Maar ik wil ook niet blijven teren op iets wat ik wel onder de knie heb.”

Neem je dan straks afscheid van Radio 1?

“Sowieso blijf ik het combineren tot 1 juli en daarna zien we wel. De Ochtend en Laat samen doen, is heftig. ( denkt na ) Ik weet dat heel veel mensen in ploeg werken en heb daar veel respect voor. Maar nieuws maken, is iets waar ik elk wakker moment van de dag mee bezig ben. Dat stopt nooit. Ik vind mezelf daarin soms ook vermoeiend. Dan moet ik echt tegen mezelf zeggen: niet alles is een interview, niet alles is een potentieel item. Maar wat er ook gebeurt, ik denk dat ik nooit definitief afscheid zou kunnen nemen van de radio. Radio zal altijd mijn grote liefde zijn, maar op professioneel vlak is televisie zeker ook interessant. Sowieso word ik meer aangesproken op wat ik doe voor de radio. Op tv passeer ik. Dat vind ik niet slecht. Een nieuwsanker moet niet het gespreksonderwerp zijn.”

Begin maart mocht je ook eens het nieuws van 19 uur doen…

“Dat was speciaal. Het Journaal waar ik als klein manneke altijd naar keek… Pas achteraf besef je dat daar 1,4 miljoen mensen naar keken. Waanzin. Dat journaal heeft ook iets iconisch. Ik ben blij dat ik het van mijn lijstje kan afvinken, en dat de stress daarover nu weg is.”

“Ja, ik ben gelukkig. Soms schaam ik me daar bijna voor”

Je maakte ook al indruk met programma’s als ‘Voor de mannen’ en ‘Eenzaam’. Mogen we nog zo’n programma’s verwachten?

“Daar ben ik misschien nog het meest trots op, dat we effectief een steentje in de rivier hebben verlegd, door die thema’s bespreekbaar te maken. Maar hét idee voor een nieuwe reeks is nog niet gepasseerd. Je maakt dat ook niet zomaar. Ik wil het ook alleen maar maken als ik het echt voél. Wat mij vandaag wel raakt, zijn de verhalen uit de zorginstellingen voor jongeren. Los van die persoonlijke verhalen, vind ik het zot hoeveel instellingen en vzw’s draaien op pure goodwill van vele mensen. Moeten we dan die jongeren centraal zetten, de zeer complexe structuur van ons land of de mensen die hun leven wijden aan de jeugdzorg? Dat weet ik zo goed niet. Want heel deze crisis toont aan hoe dat mentale aspect onderbelicht is. De psychologische gevolgen die op ons afkomen, zijn niet te onderschatten. Maar concreet zijn er geen plannen om nog een programma te maken, nee.”

Staan er nog zaken op je verlanglijstje?

“Eigenlijk niet. Hoe meer je plant, hoe meer je teleurgesteld kan raken. Mijn carrière is nu al groter en langer dan ik ooit had gedacht. Als het morgen stopt, kan ik alleen maar tevreden terugkijken. Allee, ik hoop natuurlijk wel dat het niet meteen stopt natuurlijk.”

Wat wel mag stoppen, is corona. Ook in de berichtgeving wordt het niet makkelijker.

“Je wilt het er niet altijd over hebben, maar je kan er ook niet naast. Hoe komt het dat de cijfers hoog zijn? Wat kan er versoepelen? We brengen het telkens weer, als in een vicieuze cirkel. Maar we komen er wel weer uit.”

“In december klonk ik als Donald Duck, wat grappig en pijnlijk tegelijk was.”© (foto Christophe De Muynck)
“In december klonk ik als Donald Duck, wat grappig en pijnlijk tegelijk was.”© (foto Christophe De Muynck)

Hoe heb je het afgelopen jaar zelf beleefd? Want waar iemand anders het nieuws kan afzetten, ben jij er haast elke dag mee bezig.

“Ik heb het vanuit een zakelijk perspectief benaderd. Tijdens de eerste lockdown was mijn petekindje hier elke dag, omdat mijn zus en schoonbroer moesten werken. Het was prachtig weer, we zagen een leeg Brugge… die eerste golf zijn we redelijk oké doorgekomen. Ik denk dat ik het het zwaarst had in januari en februari. Ik was er op een gegeven moment ook zó klaar mee. Maar eigenlijk mag ik niet klagen, echt niet. Ik kon elke dag naar mijn werk en kon ook mijn collega’s zien. Dat was wel op afstand en met mondmasker, maar toch. Ik kon ook nog altijd een broodje halen in het bedrijfsrestaurant. Ik kwam veel dichter bij dat gevoel van de horeca dan iemand anders. Ik ken veel mensen die al 14 maanden niet mogen werken of ontslagen werden. Nee, ik ben heel dankbaar.”

Schrik gehad?

“Voor mezelf niet echt. De eerste golf dacht ik ook dat ik het al gehad had. Er waren zoveel mensen op de redactie die er op uit trokken voor een reportage, dat de kans op besmetting wel groter was, denk ik. Maar ik heb me niet onveilig gevoeld. Integendeel, heel de VRT stinkt naar Dettol bij wijze van spreken. ( lacht ) Ik hou me aan de regels, ik ga ook niet binnen bij mijn ouders. Ik wil het gewoon niet op mijn geweten hebben. Mijn moeder is in remissie en mijn vader is een ex-roker… Ze zijn allebei zeventig. Mijn moeder is volledig gevaccineerd als vrijwilligster in het ziekenhuis, mijn vader heeft net zijn eerste spuitje gekregen. Ik had meer schrik toen ze in december die strottenklepontsteking vaststelden. Ik kon echt niet meer slikken. Ik moest om het uur heel mijn lichaam opspannen om één keer te kunnen slikken. Ik lag een paar dagen in het ziekenhuis en ze moesten mij net niet intuberen. Ik klonk op een gegeven moment ook als Donald Duck, wat grappig en pijnlijk tegelijk was.”

Wat deed je het afgelopen jaar dan ter ontspanning?

“In september ben ik, net toen het mocht, een week naar Portugal geweest met mijn beste vriendin. Net op dat moment viel de puzzel van de regering samen. Als journalist is dat vloeken, maar ik dacht ook: Xavier, ge zit met jouw voeten in de Middellandse Zee. You’re fine. ( lacht ) Ik hoop dat we straks op en af naar Den Haag kunnen. De zus van mijn man heeft een kindje sinds eind maart vorig jaar, en daar kijk ik wel naar uit. Altijd fijner dan dat videobellen, wat niets voor mij is. Het klinkt misschien verwend, maar als je in de audiovisuele sector werkt en dan korrelige, bewegende beelden ziet passeren, denk je al snel: laat maar zitten.” ( grijnst )

Heb je het lastig gehad?

“Op een gegeven moment was ik vijf dagen thuis en was ik echt niet te genieten. En ik wéét ook dat de meeste mensen al een jaar thuis zijn of kleine kinderen hebben of op een appartement wonen. Maar ik liep gewoon heel ambetant. Maar op den duur begonnen mijn man en ik er mee te lachen. Er is gelukkig heel veel humor in huis. Ik heb veel op mijn PlayStation gespeeld, maar ik had last van dat befaamde schuldgevoel en een gebrek aan zingeving. Dat maakt het net zo vreemd: in deze crisis hadden we privé nog nooit zoveel tijd en tegelijkertijd nooit zo weinig kansen om mensen te zien of leuke dingen te doen.”

Ga je straks overcompenseren als er weer meer mag, denk je?

“Ik denk het niet, maar ik hou mijn hart er wel voor vast, vooral voor de maatschappij. Als we op 50 procent gevaccineerden afstevenen en het is mooi weer, zal het moeilijk worden voor veel mensen. En vanuit menselijk standpunt heb ik daar zeker begrip voor. Iedereen lijkt te rechtvaardigen voor zichzelf waarom ze losser met de maatregelen omgaan. Het zal wel meevallen, klinkt het, maar toch liggen de intensieve zorgen nog altijd goed vol. Je voelt dat iedereen een eeltlaag kweekt. Bij mij is dat ook zo.”

Hoe ga jij daarmee om?

“Op het werk ben ik zelden emotioneel. Als er een discussie ontstaat en het wordt te emotioneel, dan is het altijd goed om even apart een koffie te gaan drinken. In het begin was ik wel emotioneler, maar je moet ook niet alles willen voelen. Zeker omdat ik in mijn privé ook nog echt wil kunnen voélen, dat mij nog iets kan raken.”

Je gaf het zelf al aan, je wordt in juni 40 jaar. Is dat iets waar je mee bezig bent?

“Ik zeg altijd van niet, maar misschien toch wel. ( denkt na ) Weet je, 39 klinkt nog jong en beloftevol. Ik las onlangs een stuk waarin columnist Paul Baeten Gronda – die ook 40 wordt – zei dat hij straks tot de middelbare leeftijd behoort en daar ga ik niet mee akkoord. Dat is een brug te ver. ( lacht ) Maar als het leven pas begint op je 40ste, zou dat in mijn geval een grote luxe zijn.”

Geen last van een midlifecrisis?

“Nee, er is nog te veel aan het gebeuren. Het is niet alsof ik een gebrek aan zingeving heb.”

Geen schrik dat die zingeving zich dan vooral manifesteert op professioneel vlak?

“Thuis is het zoeken naar die balans: mijn man werkt van thuis uit en is content als hij iemand ziet, terwijl ik bij het thuiskomen net denk: ah, eindelijk rust . We zijn elke dag samen en op den duur heb je ook niets meer te zeggen. Dat heeft niets te maken met graag zien, maar letterlijk met niets meer te vertellen hebben. Dan beland je in de zetel en binge je een serie. Af en toe trekken we dan ook de stekker eruit, zoals vorig weekend toen we onze stadstuin klaar gemaakt hebben voor de zomer. Dat zorgt weer voor andere gesprekken: over de klimop of of we geen nieuwe tuinstoelen zouden kopen. Dat heeft iets kneuterigs, maar ik was dat enorm aan het omhelzen. Ik ben heel blij dat na dat jaar van constant op elkaars lip te zitten, dat het nog altijd heel fijn aanvoelt. We dromen er ook van om samen ooit een project te doen. Iets waar we onze passies kunnen combineren. Dan dromen we van een boerderijtje, waar we stiltestages of zo kunnen organiseren. Maar daar zit geen haast achter, al zou ik wel graag voor mijn 50ste samen aan iets bouwen. Maar nu nog even niet.”

Ben je daar al mee bezig, met die sterfelijkheid? Je opa overleed begin dit jaar en dat zijn zaken die dan wel binnenkomen, denk ik.

“Ik kan daar enorm mee bezig zijn, ja. Maar ik heb het er zelden met anderen over. Altijd al gehad, eigenlijk.”

Maar niet op een fatalistische manier?

“Nee, maar dan sluimert dat wat in mijn achterhoofd. Als ik naar het werk rij bijvoorbeeld. Als ik nu tegen een duiker zou rijden, dan weten de flikken niet dat ze moeten bellen naar mijn werk om te zeggen dat ik geen ochtendshow kan doen. Of wat zou mijn vent dan doen? Dat soort stomme dingen. Ik ben mij zeer bewust van het feit dat het morgen kan gedaan zijn. Niet dat het mijn leven overneemt, maar je weet dat de dood er wel bij hoort, ja. Mijn opa is 97 geworden, hij heeft zelfs nog corona overleefd. Het was goed geweest. Hij heeft ook langer van zijn pensioen kunnen genieten, dan dat hij moest werken.”

Ik heb wel de indruk dat je op je plaats zit en gelukkig bent.

( knikt ) “Soms schaam ik me daar bijna voor. Dat is zo heel Vlaams, hé. Je verontschuldigen voor het feit dat je gelukkig bent. Maar ik heb een goeie job, een fantastische man en een leuk huis. Er zijn zoveel dingen die beter en anders kunnen, ja. Maar ik ben heel content. Natuurlijk heb ik nog dromen, maar ik heb het wel afgeleerd om te veel te willen. Als ik iets bereikt heb, meteen weer uitkijken naar dat volgende. Ik hoef niet langer na te denken wat mijn volgende programma of project is. Zorg maar eerst dat het goed is, denk ik dan. Ik ga ook niet rap klagen, eigenlijk. Ik probeer altijd oplossingsgericht te denken. Een uitweg zoeken, naar het licht in de duisternis. Soms raak je er niet, nee. Maar ik blijf wel proberen tot ik er ben.”

‘Laat’, het vernieuwde late journaal, is elke weekdag te zien met afwisselend Goedele Wachters en Xavier Taveirne.