Wannes Cappelle en Nicolas Callot gieten West-Vlaams sausje over Mozart: “Verrijking voor cultureel landschap”

Wannes Cappelle en Nicolas Callot hebben elkaar gevonden op muzikaal vlak: “Wannes is méér dan een zanger.” © Christophe De Muynck
Bert Vanden Berghe

Met ‘Verslegen nevest gie’ trekken muzikanten Wannes Cappelle en Nicolas Callot vanaf vrijdag 9 december opnieuw door Vlaanderen. Nadat ze een West-Vlaamse versie maakten van bepaalde liederen van Schubert, pakken de twee nu Mozart aan. “Het is fantastisch dat je als muzikant dat werk opnieuw kan creëren, meer nog dan het puur interpreteren.”

Op het eerste zicht is het misschien een vreemde combo. Wannes – gepokt en gemazeld in de West-Vlaamse klei – maakt doorgaans muziek dat schuurt en scheurt, terwijl de Antwerpse Nicolas Callot, avant-gardistische huiskamermuzikant, klassieke pianostukken haarscherp ontleedt. En toch hebben de twee opvallend veel raakvlakken: naast bijzonder gewaardeerd te zijn in hun vak, zijn ze allebei eerder bescheiden over hun bijdrage aan het genre. Proberen ze een rustpunt te zijn in een veel te luide wereld, maar zijn ze een spraakwaterval als het over de liefde voor hun vak gaat. En rekenen ze op hun eigen manier af met de clichés die gepaard gaan met kleinkunst en klassiek.

Misschien meteen de, euh, klassieke vraag: waarom Mozart?

Nicolas: “We zijn met Schubert begonnen, en konden daar gerust nog een tijdje mee doorgaan. Maar Mozart heeft ook heel wat mooie liederen en aria’s geschreven. Toen we dat eens uitprobeerden voor een publiek, leek dat aan te slaan. Je voelde dat de mensen mee waren. Voor mij is die muziek mijn tweede moedertaal, voor Wannes was het vast een nieuwe uitdaging.”

Wannes: “Ik was er wel benieuwd naar. Ik ken Mozart uiteraard ook, maar het was tof om hem op een andere manier te leren kennen. Van de meeste componisten heb ik al eens een stuk gespeeld op de muziekacademie en Klara staat ook veel op bij ons thuis, dus ik ben zeker geen complete leek. Maar ook geen kenner. Ik heb in elk geval veel bijgeleerd door er creatief mee bezig te zijn. Zo begin je beter te zien waar het genie in zit.”

Hoe gingen jullie concreet te werk?

Nicolas: “Ik maakte een selectie en stelde dan enkele voor. Sommigen kregen een nekschot.”

Op basis van?

Wannes: “Soms is het niet evident om een lied te vertalen naar vandaag. Soms was er zelfs geen beginnen aan, terwijl andere stukken – zeker in het licht van deze woke-tijden – niet de meest vrouwvriendelijke teksten bevatten. Enkele konden daarvan wel omdat ze zo bekend zijn, maar ik heb toch een beetje op mijn woorden gelet, maar ook niet gecensureerd. De vogelvanger wil nog steeds vrouwen vangen met zijn net, maar eigenlijk is dat vooral een grappig figuur.”

Hoe begin je aan zo’n vertaling? Ze door Google Translate jagen?

Wannes: “Eigenlijk wel, ja. Van veel liederen bestaat er al een Nederlandse vertaling, maar dat hield ik pas voor het allerlaatste. Ik las de tekst eerst. Wat ik niet begreep, tikte ik inderdaad in in Google Translate. Of ik keek naar de Engelse vertaling als ik de betekenis niet kon vatten.”

Nicolas: “Wat wel opviel, is dat het wel vaak dicht aanleunt tegen het West-Vlaams.”

Wannes: “Vreemd genoeg leunde het West-Vlaams soms dichter aan bij het Duits dan bij het Nederlands. Ik probeerde ook heel duidelijk de afweging te maken: klínkt het wel goed? Want de melodie is indertijd gecomponeerd op de Duitse teksten. Dus probeerde ik bij wijze van spreken de echo van de klanken mee te krijgen. Dat is zeker ook te horen bij één lied met een Italiaanse tekst. Ik vind dat fijn, en een kenner zal het misschien opmerken, maar niet zozeer een doorsnee luisteraar.”

Waren de teksten moeilijker te vertalen dan bij Schubert?

Wannes: “Ja, omdat ze vaak minder eenduidig zijn. Bij Schubert kwam je redelijk snel uit bij de dood of euh… de dood. (grijnst) Bij Mozart zit er vaak een rare hoek aan. Je moet het een paar keer lezen om door te hebben wat hij precies bedoelt. En dan is het de uitdaging om die twist ook mee te geven in de vertaling. Het was zeker niet makkelijker dan Schubert, maar wel een zeer toffe oefening.”

In hoeverre had je inspraak, Nicolas?

Nicolas: “Niet noodzakelijk. Het is vooral fijn om die dubbele laag op te merken. De tekst spot soms met het muzikale, en in zekere zin zijn het polen die elkaar tegen werken. Zo’n nieuwe laag ontdekken door het te vertalen naar een hedendaagse context, zie ik dan ook als een verrijking.”

Wannes: “Het lied ‘Abendempfindung’ bijvoorbeeld. Daar lijkt het in eerste instantie dat iemand weemoedig vooruitblikt op zijn begrafenis. Maar als je die tekst ontleedt, blijkt dat eigenlijk iemand te zijn die erg potsierlijk en met veel zelfmedelijden naar zijn eigen dood kijkt. Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat Mozart daar ook wat mee lacht.”

Mozart stond erom bekend geen makkelijk figuur te zijn, met soms vreemde hersenkronkels.

Nicolas: “Hij maakte muziek als een soort vermaak naar het publiek toe. Er zit veel ontroering maar ook humor in. Het is heel gelaagd. Het leuke aan de selectie liederen is dat het wel een soort totaalbeeld geeft van de persoon die Mozart was: complex, veelzijdig, maar muzikaal erg hoog van kwaliteit. Tekstueel heeft Wannes dat naar een hoger niveau getild.”

Wannes: “Qua stem mocht ik serieus mijn tenen uitkuisen, ja.”
Wannes: “Qua stem mocht ik serieus mijn tenen uitkuisen, ja.” © Christophe De Muynck

Net als je stem, blijkbaar, want vocaal moet je een stuk hoger zingen.

Wannes: “Ik heb serieus mijn tenen moeten uitkuisen, ja. Als je voor jezelf schrijft, sta je daar niet altijd bij stil, maar je schrijft zaken die goed passen bij je stem. Nu moet je je aan de partituur houden. Ik heb natuurlijk zangles gekregen vroeger, maar nu moest ik mijn stem echt gebruiken als een instrument en soms twintig keer na elkaar hetzelfde zingen tot ik de klank goed kreeg. Zo ben ik eigenlijk nog nooit met mijn stem bezig geweest. Ik ging er eerder nonchalant mee om dan het als een instrument te zien. Ik voel dat ik hierdoor veel beter kan worden. Ik heb het gevoel dat ik nog maar net leer zingen.” (lacht)

Nicolas: “Ik wil ook nog even opmerken dat ook de livebeleving heel bijzonder is. Hoe Wannes aan elkaar praat, met de nodige humor… Hij is niet alleen zanger, maar ook een volwaardige verteller. Het is echt een meerwaarde om te komen luisteren en die plaat mee te nemen naar huis om je te verdiepen in de muziek of als een soort aandenken.”

Op welk publiek mikten jullie initieel?

Nicolas: “Een heel breed publiek. We hebben op verschillende soort podia gestaan, waarbij we vooral ons eigen ding wilden doen.”

En welk publiek hebben jullie uiteindelijk bereikt, voel je?

Nicolas: “Ook hier: een heel breed publiek. Mensen waren heel enthousiast. Natuurlijk zijn er altijd puristen voor wie dit niet kan, en die deze concerten als heiligschennis beschouwen. Maar dat is ook boeiend, omdat er iets beweegt. Dit soort liederen zijn al een nichegenre binnen het klassieke repertoire. Doorgaans hoor je dezelfde typisch geschoolde stem, dat bijna in clichés blijft hangen. Dit soort insteken vind ik heel verfrissend. Voor mij persoonlijk is dat een ongelooflijke verrijking, maar ook voor het culturele landschap. We halen inspiratie uit het verleden en zoeken naar een nieuwe vorm.”

Wannes: “Je merkt wel dat het publiek erg nieuwsgierig is en de meeste mensen ook aangenaam verrast zijn. Maar ik ben zelf ook verbaasd geweest hoe breed het publiek was dat we hiermee al konden bereiken.”

Heeft het jullie verrijkt als muzikant?

Nicolas: “Absoluut. Eigenlijk doe ik niets liever dan buiten de lijntjes kleuren. Binnen de vrij conservatieve wereld ben ik eerder progressief ingesteld. Ik doe niets liever dan onderzoeken en graven tot je een nieuwe laag vindt in de muziek. En ik denk dat Wannes dat ook doet. Jammer dat de popwereld zo veraf van onze wereld lijkt te liggen, en tegelijkertijd zijn er veel zaken die ons verbinden. De beroering die je met een paar akkoorden kan halen, kan heel sterk zijn.”

Wannes: “Ik vind het fantastisch hoe Nicolas méé dat verhaal vertelt. We hebben elkaar vrij snel goed aangevoeld en voor mij is dat supercomfortabel werken omdat Nicolas duidelijk mee is. Ik sta er bijna niet bij stil hoe vlot dat gaat.”

Nicolas: “We spelen ook nooit twee keer dezelfde uitvoering.”

Wannes: “Soms begeleid ik mezelf eens op de piano thuis, en als ik dan die partituur bekijk ben ik altijd weer onder de indruk hoe Nicolas dat zo vrij kan interpreteren, zonder haast van het blad af te wijken.”

Nicolas: “In de tijd van Schubert en Mozart, was zo’n interpretatie heel gebruikelijk. Plagiaat bestond niet. Vaak werden nummers gebracht als een soort eerbetoon, met een reeks toevoegingen.”

Was het even vanzelfsprekend om een publiek te vinden?

Nicolas: “Dat is een risico natuurlijk. Ook voor Wannes was het een sprong in het ongewisse. Tot nu toe hebben we alleen maar goeie kritieken gehad. Ook in Nederland waar ze het dialect niet spreken. Er waren collega’s uit het Antwerpse die aangaven kippenvel te krijgen, en dat deed mij enorm veel deugd. Want wij zorgen niet voor een vernieuwing, maar een verademing. (denkt na) Verademing. Dat is het juiste woord.”

Wannes: “Ik heb er eerlijk gezegd niet van wakker gelegen of dit wel een publiek zou vinden. Ik zou dit gerust elke avond kunnen spelen. En ik vond het oprecht jammer dat de Schuberttournee er op zat, omdat ik er naar mijn aanvoelen net begon in te komen. Zelfs als er niemand was komen luisteren, had ik het heel graag gedaan.”

Nicolas: “We hebben de afgelopen twee jaar een geheel eigen stijl gevonden, waarin we ook evolueren. En dat is echt heel fijn om te doen.”

Dan rijst de vraag wat voor klassieke stukken jullie nog willen aanpakken…

Wannes: “Alle suggesties zijn welkom. Om te zeggen: er zijn nog geen concrete plannen.”

Nicolas: “Misschien kunnen we, voor we sterven, nog de Winterreise van Schubert vertalen. Een cyclus van 24 liederen, die eigenlijk zowat de zwanenzang van Schubert was.”

Wannes: “Dat wordt een lange avond.” (lacht)

Nicolas: “Schubert heeft nog honderden liederen, waarvan ik weet dat de mensen direct mee zullen zijn. Maar even goed kan je het werk dat we al brachten opnieuw onder de loep nemen. De mogelijkheden zijn eindeloos.”

Misschien is dat het grootste misverstand rond klassieke muziek, dat het meer is dan een partituur spelen, maar het vertellen van een verhaal, compleet met verschillende intonaties.

Wannes: “Absoluut. Ik herinner mij de eerste keer dat ik met Het Zesde Metaal speelde met vier strijkers. Af en toe was er een vervanger voor een violist, en het verschil was toen telkens gigantisch. Hoe de ene dat interpreteerde, en hoe je zelfs dat verschil in energie kreeg… Het is veel meer dan spelen vanaf een partituur.”

Nicolas: “Dat is het bijzondere aan klassieke muziek. Als je morgen naar een museum gaat en je bekijkt een schilderij, dan kan je het kader veranderen, maar het kunstwerk is in principe af. En dat is niet zo bij Schubert en Mozart. Die bestaan uiteraard alleen maar bij gratie van diegene die hun werk uitvoeren. Het is fantastisch dat je als muzikant dat werk opnieuw kan creëren, meer nog dan het puur interpreteren. Daar heb je een ongelooflijke ambacht voor nodig. Ik speel al piano van mijn zesde en speel het nog elke dag. Het is een ontwikkeling, een leven lang. Ik denk en hoop dat ik op mijn tachtigste nog altijd dat gevoel zal hebben. Het is fantastisch om te doen: de teksten studeren, telkens tot iets nieuws komen, dat naar een publiek brengen en hen ontroeren.”

Wannes: “Ik heb er nooit zo over nagedacht, maar eigenlijk is een partituur ook maar een manier waarop de componist iets op papier probeert te zetten hoe het in hun hoofd klinkt. Eigenlijk is dat op zich al een vertaling. Dit stuk is piano, dit forte. Ok, maar hoe piano klinkt piano? Hoe forte klinkt forte? Eigenlijk is die partituur iets dat je weer tot leven moet werken, een onderzoek of vraagstelling: wat zou de componist hiermee bedoeld hebben? Soms hoor ik een trage of net snelle versie van een bepaald lied, en vind ik het opnieuw interessant. Je kan er zoveel kanten mee uit.”

Nicolas: “Elke keer dat je iets anders probeert, ontdek je wel iets wat een aanvulling kan zijn. Dat zorgt voor een ongelooflijke energie. En dan kan je alleen maar dankbaar zijn dat je daarmee bezig mag zijn.”

‘Verslegen nevest gie’ van Wannes Cappelle en Nicolas Callot is nu verkrijgbaar op cd en binnenkort ook op LP. Je kan hen in West-Vlaanderen aan het werk zien in Wingene (10 december), Koekelare (16 december), Deerlijk (17 december), Lauwe (13 januari), Dranouter (21 januari), Sint-Baafs-Vijve (22 januari), Avelgem (27 januari) en Kortrijk (28 januari).