‘Tiny Legs Tim’ eert iconische bluesbar: “Als kind vond ik niemand om blues mee te spelen”

Tim De Graeve op het podium van de Missy Sippy in Gent. Op zijn schoot de nieuwe plaat die hij maakte met zijn Missy Sippy All Stars. © Olaf Verhaeghe
Olaf Verhaeghe

Wat krijg je als je twintig bluesmuzikanten twee dagen samenbrengt in een opnamestudio? Dat wilde Tiny Legs Tim, in Westouter opgegroeid als Tim De Graeve (41), wel eens weten. Met The Missy Sippy All Stars Volume I brengt hij de ziel van de Gentse bluesscene tot in je huiskamer.

Stap binnen in de Missy Sippy in hartje Gent en je waant je diep in het hart van de Verenigde Staten. Exact vijf jaar geleden stampten Marie Follebout en Jelle de Boevé de blues & roots-bar uit de grond. Een van de muzikanten die er toen al bij was, is Tim De Graeve, beter bekend als Tiny Legs Tim. Geboren in Westouter, opgeleid als leerkracht biologie, maar vooral bezeten door de blues. Hij ontvangt ons in de hoek van zijn tweede thuis, onder het goedkeurend oog van Missy op het podium.

“Waar mijn naam vandaan komt? Tiny Legs Tim is eigenlijk een knipoog naar mijn tengere postuur en dunne benen. Maar het past ook perfect in de rijke traditie van bluesmuzikanten met een driedelige naam met een fysiek kenmerk. Blind Willie Johnson, Big Bill Broonzy, Blind Willie McTell bijvoorbeeld. En geef toe, het bekt wel goed.” (lacht)

Geen evidentie

Als singer-songwriter en bluesartiest treedt hij ondertussen al tien jaar op, al zit de blues al veel langer in hem. “Ik moet een jaar of acht geweest zijn toen ik met muziek begon. In Westouter was er weinig afleiding. Internet bestond nog niet en wij hadden geen tv thuis. Naar de radio luisteren deden we wel. En mijn vader had een uitgebreide platencollectie, met vooral veel jazz en veel klassieke muziek en een stuk of zes bluesplaten. Dat waren de stukken die ik als jong gastje ertussenuit viste. Geen evidente keuze, er was niemand bezig met dat genre. (lacht) Het heeft tot mijn 18 jaar geduurd vooraleer ik andere muzikanten vond die het zagen zitten om blues te spelen.”

Tussen zijn 23 en 29 jaar kende Tim een zware periode. “Ik ben jaren erg ziek geweest, een aangeboren leveraandoening. Die maanden waarin ik aan mijn bed gekluisterd was, zijn voor mij een keerpunt in mijn leven. Ik had een diploma biologie en stond in het onderwijs, maar in die helse jaren heb ik voor mezelf uitgemaakt dat ik volledig voor een carrière als muzikant wilde gaan. De muziek heeft me erdoor gesleurd, dat weet ik zeker. En omgekeerd geldt het ook. Mocht ik die periode niet hebben doorgemaakt, zou ik de keuze voor de muziek nooit hebben gemaakt.”

Op zoek naar eigen stem

De blues laat zich volgens Tim omschrijven als een smeltkroes van Afrikaanse ritmiek en muziek van de oorspronkelijke indianen in Noord-Amerika, met invloeden van de West-Europese kolonisten, zoals Ierse folk, de Duitse mondharmonica en Schotse elementen… “Een allegaartje dus. (glimlacht) Maar de eerste keer dat de term ‘blues’ er effectief werd opgeplakt, was pas in 1903 en het heeft uiteindelijk tot de jaren zestig geduurd vooraleer het ‘mainstream’ werd. Trouwens het energetische gospel en blues zijn vrijwel naast elkaar gegroeid. De gospel als de religieuze muziek, de blues als de muziek des duivels.” (lacht luid)

“Toen ik ziek was, heb ik besloten om volledig voor mijn muziek te gaan”

De invloed van blues valt nauwelijks te overschatten. “Blues is de basis van alle hedendaagse pop- en rockmuziek. Mocht het er niet zijn geweest, zaten we nog altijd middeleeuwse volksdansen of klassieke muziek te beluisteren. Daar ligt de nadruk veel meer op de harmonie. In pop- en rockmuziek ligt de nadruk op het ritme. Ik zie de blues als de wortel van de boom waar alles vandaag aan groeit.”

Goeie blues is heel persoonlijk, zegt Tim. Muziek die heel dicht aanleunt bij je eigen karakter. “Als het goed is, klinkt mijn blues anders dan die van mijn beste maat. Naspelen kan ook en is technisch zelfs interessant. Maar het is toch een beetje fake. Die zoektocht naar een eigen stem, een eigen geluid. Daar gaat het mij vooral om.”

Die zoektocht naar zijn eigen stem bepaalt Tims leven al jaren. Hij is diepgeworteld in de Belgische scene. Een groeiende scene, vindt hij, met heel veel jong talent. “Dat is wat ik met de plaat ook wil aantonen. Er is naar mijn gevoel een heropleving. De scene was er al langer, maar sinds de bar er is, heeft de scene ook echt een thuis. In dat opzicht kan je de Missy Sippy als de lijm zien. Voordien moesten we van het ene café naar het andere om onze bluesavonden te organiseren. Dat waren fantastische plekken, maar hier is het een droom. De Missy Sippy bestaat nu vijf jaar en lijkt me een blijver. Mocht het een hype onder een beperkt groepje vrienden zijn, dan zaten we hier nu niet. Op de jams die we organiseren, zien we muzikanten die vaak terugkeren, maar even goed nieuwe, jonge gezichten.”

Live on tape

Op, in en rond de Missy Sippy groeide zo de voorbije vijf jaar een poule aan indrukwekkende muzikanten. Met twintig van die mensen dook Tim de studio in. Helemaal volgens het principe van de spontane bluesjams. “Ik had twee ritmesecties (twee drums en bassisten, red.) die elk een dag hebben gespeeld. De overige muzikanten en zangeressen werden daar wat over verdeeld, in roterende bezettingen. Iedereen kreeg een uur en een kwartier om live en meteen op tape zijn of haar ding te doen. Helemaal zoals vroeger, op analoge wijze. Dat is superspannend. Voor sommigen was dit hun allereerste opname.”

“Het is fantastisch goed gelukt. Alles wat je hoort, is effectief zo gespeeld. Er is niets achteraf samengebracht, er is niet in geknipt, er zijn geen effecten toegevoegd. Het resultaat is een heel eerlijke plaat, gebracht door muzikanten die vol enthousiasme staan te spelen. Het gevoel van de jams brachten we mee naar de studio. Heerlijk.” (lacht)

De naam van het eerste album – Volume I – laat alleszins ruimte voor opvolging in de toekomst. Heel bewust, zo blijkt. “Ik heb veel goesting om er nog te maken. Met de All Stars hebben we nu een nieuw collectief, waarmee we de baan op kunnen. Dat hoeft niet met alle twintig tegelijk, met z’n vijven kunnen we Missy Sippy elders ook tot leven brengen.”