Stefaan Degand: “Na de dood van Julie dacht ik: onmogelijk. Maar ik doe het”

Stefaan Degand: "Julie was twee dagen dood en een man riep 'Ben je er al over...?' Daar zie ik dan de humor van in." © Kris Van Exel
Frank Buyse
Frank Buyse Senior writer

“Dit is geen rouwboek. Het is een ode aan het leven. Een lach en een traan.” Acteur Stefaan Degand (42) verloor in juli 2017 op enkele uren tijd zijn vrouw Julie (31) aan een acute bacteriële hersenvliesontsteking. Ook hun ongeboren tweede kindje Bo overleefde het niet. Hij moest alleen verder, met hun dochtertje Mila, nog geen drie toen. Vorige week verscheen zijn eerste boek: ‘Dag liefje, met Mila gaat het goed en ik klungel lekker verder’. Hij schreef het niet door de dood van zijn vrouw, “dat is nu eenmaal de waarheid.” Het heerlijke boek is wel een middelvinger naar de dood en een ode aan het leven. “Miniatuurtjes uit mijn leven…”

Ze hoorde me niet

Ik sprak een God aan in wie ik niet geloofde

Laat ons wisselen alsjeblieft, laat mij in dat bed liggen, laat haar naar huis gaan, naar ons kind, alsjeblieft. God kan de hoogste boom in. –Uit ‘Dag liefje, met Mila gaat het goed en ik klungel lekker verder’.

Stefaan Degand – geboren in Wevelgem, sinds zijn opleiding aan Studio HermanTeirlinck Antwerpenaar – zet in zijn leuk rijhuisje al zingend koffie voor zijn gasten uit West-Vlaanderen. “Voor welke krant komen jullie nu weer?”

Degand is momenteel overal te zien. Met zijn noeste karakterkop. Met zijn borstels van wenkbrauwen. Met zijn bulderlach. Op het televisiescherm sinds deze week, als jurylid in De Slimste Mens ter Wereld, alweer. Hij was trouwens ook laatst te zien in de wel zeer onnozele VTM-quiz Veel tamtam, dat moet de topacteur toch even uitleggen.

“Dat doe ik puur voor het geld. Ik moet als alleenstaande vader rondkomen en de afgelopen zeven maanden lag alles plat. Dan bereken ik in mijn hoofd snel: dat doe ik volgende maand wel, dat niet… Genoeg, klaar! Wat kan het mij schelen, ik kijk zelfs nauwelijks televisie. Ik kan mij zelfs doodergeren aan praatprogramma’s waarin mensen aan tafel worden gezet die geacht worden over alles een opinie te hebben. Iemand die heel goed frieten kan bakken, horen praten over de islam… Walgelijk!”

Kerstfilm

Overal te zien. In de theaterzalen afgelopen zomer, met Verlaine, poète maudit. Deze herfst met Ashes to Ashes van Harold Pinter en met de opera Tragedie – Degand omarmt Carmen die hij beiden ook zelf regisseert. “Voor het eerst in mijn leven zette ik zelf iets op.” En ook met Beethoven 250 jaar, waarin hij samen met een strijkkwartet de brieven van de Duitse componist tot leven brengt.

Overal te zien. Komende winter in de filmzalen. In Rookie, met Veerle Baetens en Matteo Simoni, Limburger die in het West-Vlaamse racet. En in de kerstfilm De familie Claus met Jan Decleir – nog zo’n gebeitelde kop -, de film komt eerst uit op Netflix. Alsof hij harder werkt dan ooit. “Neen. Sinds de dood van Julie werk ik bijna de helft minder. Om er zoveel mogelijk te zijn voor Mila. Van school halen, eten maken, beetje babbelen en na De Afspraak gaanslapen. Einde dag!” (bulderlach)

Dat is nu zijn nieuwe leven. Hij drinkt minder. “Ik zit nu ‘s avonds veel minder op café.” Hij rookt al een maand niet meer. “Ik word volgende week 42 jaar, ik rookte een pakje per dag. Stoppen! Klaar!” En dat lukt goed. Waarop een hele uitleg volgt over de goede werking van Champix-pillen. Over de laatste sigaret en dan het lege pakje, de aansteker en de asbak in de vuilniszak. “En dan alles ‘s avonds laat wegdragen naar de container. Hahahaha…! Koffie, alsjeblieft.”

Ode

Tussen ons ligt zijn boek. Daarvoor kwamen we. Na Ashes to Ashes, het eerste theaterstuk dat hij zelf regisseerde, schreef hij ook zijn eerste boek. De acteur is nu ook een schrijver. Neen, de acteur heeft een boek geschreven, dat is iets anders. “Want ik sta nog steeds het liefst op scène, zonder twijfel. En het allerliefst met klassieke muziek er bij. Met Verlaine kreeg ik er elke avond een gratis concert bij, héérlijk.”

Het tedere Dag liefje, met Mila gaat het goed en ik klungel lekker verder leest ook HEERLIJK. Dat mag hier best in grote letters, Degand haalt in het boek op het juiste moment ook de grote letters boven. Het boek gaat over een man die op een jaar tijd zijn geliefde moeder, de liefde van zijn leven en een ongeboren kind verloor. Maar het gaat niet alleen daarover. Het zijn wat hij zo mooi omschrijft miniaturen uit zijn leven. Het is vooral: een ode aan het leven.

“Ik schreef vroeger al graag opstelletjes, er was altijd al het idee om ooit een boek te schrijven. De lockdown, waarin voor mij een zevental projecten wegvielen, was de perfecte gelegenheid. De eerste keer dat ik echt iets voor mezelf heb gedaan. Maar niet voor de tastbaarheid, niet om eeuwig in een boekenkast te kunnen staan. Het boek eindigt zelfs letterlijk met de fik erin! Het is voor mij net als een theaterstuk: eenmaal gespeeld, wég ermee. (wijst rond) Hier zie je ook niet één theateraffiche of beeld uit een film of zo. Ik hou niéts bij. Ik kreeg ooit op dvd een serie waarin ik meespeelde toegestuurd. Daar vroeg ik op de rommelmarkt 4 euro voor. Direct weg! Later bleek die dvd in de Fnac 40 euro te kosten, hahaha.”

Je zei eerder al: ik heb heel diep lucht ingezogen en dan in één keer uitgeademd. Dat heet ‘a stream of consciousness’. Er zit een immense vaart in, ook omdat geen enkele zin, soms zelfs maar één woord, op een punt eindigt. Toch is het in al zijn eenvoud en puurheid, subtiel poëtisch.

“Dank u. Over elk woord is nagedacht. Sommige passages zijn heel snel geschreven, vooral de laatste vijftig, maar meestal ging het traag. (nadenkend) Ik blijf een acteur, je voelt dat een speler aan het woord is. Ik las de tekst vaak hardop. Hij moest goed klinken, je moest de hartslag voelen tot het einde.”

Smaakt dit boek naar meer?

“Goh, ik vond het best wel eenzaam. Ik ben iemand die graag samen speelt, samen werkt, met anderen rond de tafel iets creëren. Totaal niet voor herhaling vatbaar dus. Al liep het wel vlot, de uitgever moest maar twee keer iets kleins aanpassen. Ik heb me wel geamuseerd en ik ben heel blij met dit boek, maar het is niet zo dat ik alweer op iets broed.”

Al op pagina 11 staat in kapitalen: DIT SCHRIJVEN KENT GEEN DOEL. Was het dan geen rouwdagboek of een vorm van therapie?

“In de romantische zin van: mijn verdriet omzetten in een boek? Neen, dat was het zeker niet. Daarom ook heb ik heel lang getwijfeld over de titel. Het overlijden van mijn moeder en van Julie komt er natuurlijk in voor, maar nu ook weer niet zó expliciet. Neen, mijn therapie is: mij omringen met vrolijke mensen. (schatert) Ik wilde met dit boek in eerste instantie de lezer laten lachen én huilen. En nog liefst tegelijk ook. Van de ene emotie in de andere. Wat theater soms ook doet. Héérlijk.”

“Ik dacht nooit: ik word een filmster. Wel: ik word acteur om een leuk meisje te krijgen.”© Kris Van Exel

Het eerste woord in kapitalen is LIEFJE. Het tweede is PATÉ. Dat kan geen toeval zijn. In orde van belangrijkheid zijn de twee belangrijkste thema’s in je leven dus liefde en eten…

(lacht) “Dat is zo. Eten is toch het leukste wat er is? Dat had ik al van kleinsaf, met vieren thuis aan een tafel. Ik zie zo graag op restaurant een gezin met kinderen bezig. En ik speel het best en het liefst als ik vooraf heel goed heb gegeten. Ik ben al vaak weggelopen van de prak die acteurs soms vooraf krijgen opgediend. Wég ermee.”

***

Humor in de biechtstoel in Wevelgem. Bij pastoor Herman. Degand was toen vijftien.

Meneer pastoor,

Ik heb Sandra, een meisje van zestien jaar dat ik ken van de Chiro, per ongeluk zwanger gemaakt (…)

We willen de trein zo ver mogelijk nemen naar het zuiden (…)

We zijn van plan om hem donderdagnacht op de keukentafel te leggen

Soms dik je aan, soms dun je uit, denk ik.

“Dat is zo. Maar het is allemaal waar gebeurd. Ook dat verhaal van in die biechtstoel. Ik vond het geweldig, ik bleef maar vertellen. Ik weet niet of priester Herman nog leeft. (grinnikend) Hij bleef maar luisteren en zwijgen. Zijn biechtgeheim, hé. Intussen is dat veranderd, nu moeten ze bijvoorbeeld wel een moord aangeven, denk ik. Ik zoek en vind gewoon overal humor in. Ook in de meest dramatische gebeurtenissen. Toen mijn vrouw stierf, heb ik echt alle mogelijke vormen van condoleren meegemaakt. Julie was twee dagen dood en een man op straat was zo onwennig dat hij van aan de overkant van de straat riep: Ben je er al over?. Te absurd om triestig of kwaad van te worden, toch?”

Maar je wordt wel kwaad als er te veel mayonaise in de steak tartaar zit. Of op de begrafenis van je moeder.

Een Wevelgemse zangeres met grijze haren begon te zingen

IK ZAKTE LANGZAAM WEG IN EEN DIEPE PUT (…)

Mijn moeder verdiende de mooiste melodieën (…)

Ik wou aan haar grijze haren trekken en haar de kerk uit sleuren

Ik wou haar op de brandstapel

“Dat was gruwelijk. Verschrikkelijk. Op zo’n moment van groot verdriet kan ik daar echt de humor niet van inzien. Dat moest goéd zijn.”

In het boek schuilt zoveel liefde. Voor je moeder, voor je vrouw, voor je dochter.

“Liefde is ook het enige, echt belangrijke in het leven. Liefde en vriendschap. Ik prijs me gezegend dat ik omringd ben met zoveel goeie vrienden. Voor wie ik ook een goede vriend probeer te zijn.”

Je noemt je ondanks die twee mokerslagen gezegend?

“Maar ja! Ik heb geluk! Ik ben ok, Mila is gezond, ik heb goeie vrienden, we hebben een dak boven ons hoofd en ik doe de dingen die ik graag doe. Verder denk ik niet.”

Ook niet over de liefde? Er was zelfs even een nieuwe liefde?

“Dat is al old times. Euh, daar weet ik niets van, wil ik niets over zeggen. Totaal niet relevant. (grinnikend) En jij, heb jij een nieuwe liefde?”

Stefaan Degand.
Stefaan Degand.© Kris Van Exel

Volgende vraag dus. Er zit heel veel positivisme in het boek, maar je wil geen boodschap overbrengen.

(nadenkend) “Het zou kunnen dat dat er in zit. Maar het was nooit de bedoeling. De mensen moeten doen wat ze willen. Men moet mij ook niet vragen om te vertellen hoe je met vrouwen moet omgaan. Gij gaat daar bijzonder mee om en misschien kunnen we daar iets van leren… Onzin. Doe ik niet. Ik klungel ook maar. Iedereen moet het doen zoals hij of zij dat wil. Los het op! Dat meen ik oprecht.”

***

Alle kaartjes met ‘mama is nu een sterretje’ op, gooide ik in de vuilbak

Mila moest zelf maar beslissen hoe ze het wou verwoorden

Niemand hoefde haar de woorden aan te leren om ermee om te gaan

Ze zou dat zelf wel bepalen

Er bestaat geen rouwboek

Een rouwboek kan maar één titel hebben

‘Los het op’

“Et voilà! Dat is mijn mening, ja.”

Je bent heel zwart-wit, niet?

“Bij mij is het nooit grijs. Dat is soms heel irritant voor mensen. Maar grijs is saai. Dat is geen optie. En dan hoort verdriet daar bij. Dan voel je dat je leeft.”

En je leeft pas als je speelt? Is dat een vorm van escapisme?

“Natuurlijk. Dat is voor mij een manier om de moeilijke momenten te omarmen. Dat hoeft niet iets groot te zijn. Dat kan ook in kleine momenten.”

Met Mila in de supermarkt spelen dat haar papa blind is bijvoorbeeld.

“Voilà! Van die onnozelheden. Dat doen wij heel vaak. Nooit om mensen te pesten of te kwetsen, alleen maar omdat wij dat leuk vinden.”

Maar best dat je dochter dat duidelijk ook in zich heeft.

“Ik moet wel zeggen dat ze intussen zes jaar is en dat speelse in haar ook wat vermindert. (vertederd) Nu mag ik haar al niet meer afzetten aan school! Dat is niet erg, dat is de leeftijd. Papaaaa, niet doen, dat is niet grappig…, dat staat mij ook te wachten hoor.”

We huilden in trio van geluk

DE ROZE WOLK DUURDE VIJF MINUTEN

shit

Ik was vader geworden

Zou ik dat wel kunnen?

Je kan het. Julie was de heldin van Mila en jij de figurant, maar je kan het zelfs alleen.

“De impact van de dood van Julie was zo groot dat ik dacht: onmogelijk. Ik dacht zelfs even of ik niet beter een adoptie zou regelen. Maar ik doe het. Niet perfect, maar ik doe mijn best. Ik ben wie ik ben, ik zal niet veranderen. Maar Mila weet dat ook.”

Stefaan Degand:
Stefaan Degand: “Mij omringen met vrolijke mensen. Dat is mijn therapie.”© Kris Van Exel

Ligt de rol van vader je?

“Toen ik plots alleen viel met een kind van drie, dacht ik even dat ik van job moest veranderen. Moeilijke uren, ‘s avonds spelen… Alleen kon ik niets anders verzinnen. Ik besefte al snel dat ik maar beter kan doen wat ik graag doe. Mila heeft er ook niets aan als ik haar elke dag op school moet ophalen met een lang gezicht. (haalt schouders op) Uiteindelijk doe ik maar wat.”

Klungelen is je mantra. Je had ook nooit ook maar enige ambitie in de strikte zin van het woord. Behalve ooit eens de Vierde Symfonie van Brahms regisseren.

(lacht) “En dat staat dan ook in het boek. Pas op, ambitie is voor mij geen fout woord. Ik ben soms zelfs jaloers op mensen met ambitie. Ik vond het fantastisch, toen ik op de toneelschool begon, hoe mijn maat zei dat hij een filmster wilde worden. Maar ik had dat nooit. Ik dacht hooguit: ik word acteur om een leuk meisje te krijgen.”

Urenlang zat ik alleen boven in de foyer in de hoop een glimp van haar op te vangen

Ze kwam voorbij en knikte me goedendag

Ik liep haar achterna en vroeg of ze toevallig een potlood bij zich had en of ik dat even mocht lenen

Ik zei haar dat ik het meteen zou teruggeven

Ik nam haar potlood in dank aan

Ik ging weer alleen in de foyer zitten met een potlood dat ik niet nodig had

Ik wachtte tot ze uren later opnieuw voorbij wandelde

Ik gaf het potlood terug

De hele school wist dat ik verliefd was op haar

De studenten

De docenten

De twee mannen in het secretariaat

De kuisvrouwen

Behalve zij

Degand: “Hahaha…”

Jouw gebrek aan zelfvertrouwen zit er blijkbaar nog steeds in.

Zoals zoveel dingen

Meermaals klinkt een stem in mijn hoofd

‘Ik doe het niet

Vraag iemand anders

Iemand boeiender

Iemand getalenteerder'(…)

Ik val straks door de mand

Dan kijkt de wereld

‘Ziet, hij kan niks’

Dat schrijft de gevierde acteur, straks ook de veelgeprezen schrijver?

(opgewonden) “Daar ben je toch niet mee bezig? Elk theaterstuk is voor mij nog steeds een eerste schooldag. Elke keer ben ik weer doodzenuwachtig. Dat is geen attitude, om dan te horen hoe goed ik wél ben. Dat is écht zo, dat zal heel mijn leven zo blijven. Daar kan ik niets aan doen. Ik heb wel geleerd om daar de mensen niet mee lastig te vallen. Dat heb ik geleerd van Julie. Die zei me: ik snap wel dat je dat hebt, maar val er anderen niet mee lastig. Ik ben nu niet aan het zwanzen. Het was zo erg dat ik over mezelf in series waarin ik speelde maar bleef zeggen: dat is niet goed, en dat is niet goed… Tot Julie zei:schei daar toch eens mee uit. Maar het is nog steeds heel uitzonderlijk dat ik van de scène kom en zeg: dees was goéd.”

Elke keer als je speelt, worstel je met faalangst?

“Maar neen, het is achteraf. Als je daarmee bezig bent, kan je niet spelen. En spelen is mijn leven.”

Wat Jan Eelen (regisseur van De Ronde) – weet je nog, Degands doorbraak bij het brede publiek met de woorden e je moe kakken, moe je kakken – al van Degand zei: een 100 procent speelvogel. “Zeg, willen jullie nog koffie?” (hij zet neuriënd verse koffie) “En wat willen jullie als foto? Wordt dat niet te sentimenteel?”

Hij krabbelt nog iets in mijn boek.

Met veel liefde, Stefaan Degand.


Wie is Stefaan Degand?

Stefaan Degand (Wevelgem, 13 oktober 1978) studeerde dramatiek aan de Studio Herman Teirlinck en speelde daarna in diverse producties van Theater Antigone, Het Toneelhuis… Hij raakte bij het grote publiek bekend via onder meer televisieseries als De Ronde, Red Sonja, De Ridder en Eigen Kweek, films als Rundskop en Weekend aan Zee en als jurylid in de televisiequiz De Slimste Mens ter Wereld. In juli 2017 werd hij na het plotse overlijden van zijn vrouw Julie alleenstaande vader. Vorige week verscheen zijn eerste boek bij Borgerhoff-Lamberigts.