Miss België Kedist Deltour: “Als tiener vond ik mezelf nooit mooi”

Kedist Deltour: “Ik wist niet dat de wereld rond was. Ik heb alles in België geleerd en ben van nul begonnen. Op 10-jarige leeftijd.” © Christophe De Muynck
Olaf Verhaeghe

Ze mag zichzelf intussen al een half jaar het mooiste meisje van het land noemen en straks is ze een van de favorieten voor Miss Universe. De bloedmooie Kedist Deltour, 24 en geboren in Ethiopië maar West-Vlaamse in hoofd, hart en tongval, geniet met volle teugen van haar kroontje. Toch schuilt achter haar prachtige glimlach een wegende onzekerheid en een inktzwart verleden, twee zaken die ze van zich af probeert te schudden. “Ik moet mijn vader kunnen zien om hem te vergeven.”

Kedist Deltour in het kort

Kedist Deltour (24) is geboren op 28 juli 1997 in Addis Abeba, de hoofdstad van Ethiopië. Na het vroege overlijden van haar moeder en een nieuw huwelijk van haar vader met een angstaanjagende stiefmoeder, belandt Kedist samen met haar broer Haile (nu 21) en zus Tsion (nu 17) in een weeshuis. Op haar tiende worden ze geadopteerd door Peter Deltour en Nadège Debeer uit Woesten bij Vleteren. Later komt er met Telile (vandaag 13) nog een geadopteerd zusje bij en krijgen Peter en Nadège heel onverwacht zelf ook een dochtertje, Marie (nu 6). Sinds maart draagt Kedist de titel van Miss België 2021. Ze woont in Harelbeke en is samen met MMA-vechter Keita Losene (23).


Wie Kedist Deltour voorbij ziet wandelen, heeft meteen door waarom net zij zich Miss België mag noemen. Haar natuurlijke schoonheid, innemende glimlach en diepdonkere blik trekken de aandacht, ook al is het maandagochtend, iets over 9 uur.

We zijn in Waregem, op het kantoor van Darline Devos, sinds 2005 organisatrice, voorzitter en bezieler van de Miss België-verkiezing. Overal waar je kijkt, hangen jurken, staan schoenen en schitteren foto’s, vooral van Kedist. “Neem maar je tijd”, grinnikt Guy, de man en rechterhand van Darline Devos. “Je zit te praten met de toekomstige Miss Universe. Hopelijk, hé. Ja maar ja, heb je het gezien, Kedistje? Je staat al in de top drie van de favorieten.” Kedist lacht haar tanden bloot, zoals ze het komende anderhalf uur wel vaker zal doen.

Je bent nu bijna een half jaar Miss België. Hoe heeft het kroontje jouw leven veranderd?

“Ik ben nog altijd mezelf, gewoon Kedist. (lacht) Maar ik voel dat ik rijper ben geworden, net omdat ik heel veel bijgeleerd heb de laatste maanden. Ik geniet er wel van. Je komt in contact met zoveel verschillende mensen, die je altijd wel iets bijbrengen. Weet je, vroeger was ik heel erg beschaamd. Nog altijd een beetje, maar het wordt beter. Ik sta veel steviger in mijn schoenen dan een jaar geleden. Het mooiste aan Miss België? De kansen die je krijgt. Ik merk dat mijn titel veel meer deuren opent. Je wordt overal gevraagd, mensen stappen op je af en willen met je samenwerken. Een gewoon meisje kan daar enkel van dromen. Ik probeer zoveel mogelijk op te nemen en voorlopig voelt niets als van moeten. Het vliegt wel snel voorbij. Te snel soms.” (lacht)

Is het soms niet té? Ik kan me voorstellen dat iedereen een stukje van Kedist wil.

“We krijgen heel veel verzoeken en vragen, maar je kan natuurlijk niet voor iédereen goed doen. Je moet soms neen durven zeggen, dat klopt. Maar ik zei het al eerder: België heeft me alles gegeven wat ik ken en ben. Ik zie dit alles eigenlijk een beetje als een unieke kans om iets terug te doen voor veel mensen. De overstromingen in Wallonië bijvoorbeeld. Het was voor mij en Darline meteen duidelijk dat we iets moesten doen. Ik wilde die mensen daar helpen. We hebben toen samen met andere Miss-kandidaten elektrische toestellen gebracht, omdat er daar op dat moment nood aan was. Oké, het is misschien iets kleins, maar ik voelde dat het hen deugd deed dat we daar waren.”

Op sociale media kreeg je veel lof, maar er waren ook giftige commentaren. ‘Ze doet het enkel voor de foto en de aandacht’, bijvoorbeeld. Raakt je dat?

“Ik vind het jammer dat veel mensen zo negatief zijn. Op álles, hé. Hun leven moet toch enorm zuur zijn? Het is zo gemakkelijk, vanuit hun zetel, maar zelf doen ze niets. Ik snap dat niet. Raakt me dat? Ik zou liegen mocht ik zeggen van niet, al probeer ik het gewoon niet te lezen. De eerste keer was ik oprecht kwaad, dat wel. Maar zulke commentaren glijden al beter van me af.”

De eerste dagen nadat je tot Miss België werd gekroond, waren de online reacties niet altijd mals. Kwetsend, racistisch zelfs. Ben je daarmee bezig geweest?

“Ik heb het zelf niet echt gelezen, maar ben er wel door vrienden over aangesproken. (even stiller) Het is zo, hé… Ik denk dat ik het gewoon moet accepteren dat sommige mensen de kleur van mijn huid niet kunnen verdragen, zeker? Natuurlijk doet dat pijn, dat zou bij iedereen zo zijn.”

Ben je ooit al rechtstreeks kwetsend aangesproken wegens je huidskleur?

“Neen, dat niet. Nooit in mijn gezicht. Dat durven die gasten niet, denk ik.”

“Integendeel”, pikt Darline in. “Overal waar ze komt, krijgt ze alleen maar complimenten. Altijd superpositief. Iedereen is zot van Kedist. Ze is heel populair, maar ze is ook heel mooi. De mensen staan altijd in bewondering: goh, gij zijt een mooi meisje, zeggen ze dan. Op den duur weet je niet meer hoe je daarop moet reageren.”

Kedist: “Ik zeg altijd gewoon Dank u! (lacht) Dat voelt soms wat awkward, ja.”

Is je schoonheid iets waar je je vroeger al bewust van was?

“Ik was erg bezig met mijn uiterlijk, moet ik toegeven. Maar als jonge tiener vond ik mezelf nooit echt mooi. Ik vergeleek mij altijd met de andere meisjes op school bijvoorbeeld, allemaal witte mensen. Ik zag niemand van kleur rond me en dacht toen van: oh neen, mijn neus is te dik, of mijn lippen zijn zo dik, of mijn haar krult te veel. Ik was daar énorm onzeker over. Als ik daar nu over nadenk, was dat misschien normaal. Ik zag niets anders, maar dat maakte het soms complex voor me. Hoe ouder ik werd, hoe makkelijker ik mezelf kon accepteren. Ik voelde me wél goed genoeg en keek dan vaker naar andere meisjes van Afrikaanse origine. Dat is natuurlijk gegroeid, er was niet zo één moment waarop dat is veranderd. Ik kan nu zeggen dat ik blij ben met mezelf.”

© Christophe De Muynck

Toen ze 8 jaar was, overleed Kedists moeder, naar wie ze erg opkeek, aan kanker. Van dan af aan stond ze noodgedwongen in voor de zorg voor haar broer en zusje. Haar vader hertrouwde, maar die vrouw – een heks, noemt Kedist haar – keek niet om naar de kinderen, integendeel. Haar vader koos echter haar kant en liet zijn drie kinderen achter in een weeshuis.

In 2007, je was al tien jaar toen, werd je samen met je broer en zus geadopteerd. Herinner je je nog die eerste dagen in België?

“Het was heel raar. Je komt in een land toe waar je niemand kent en alles anders is. En vooral: het was hier veel te koud. (lacht) Maar ik was erg blij om hier te zijn. Al die nieuwe kleren waren voor mij echt het paradijs. Als kind wist ik niets over de wereld. Zelfs niet dat die rond was. Ik heb alles hier geleerd en ben letterlijk vanaf nul begonnen, op tienjarige leeftijd.”

Hoe was het om als kind uit Ethiopië op te groeien in de Westhoek?

“Eigenlijk ben ik opgegroeid als een echte West-Vlaamse. (lacht luid) Ik dacht ook als één van hier. Dat merkte ik vooral toen ik later mensen uit het Brusselse of Antwerpen leerde kennen. Mijn blik op de wereld was smaller dan die van hen. West-Vlamingen zitten soms precies wat in hun eigen wereldje, wat ik niet negatief bedoel. Alles is hier dichtbij, heel klein. Als 17-, 18-jarige wilde ik daar wel uit ontsnappen. Vleteren of zelfs Ieper was veel te klein voor mij.”

Hoe was je band met je ouders hier?

“Mijn ouders zijn heel belangrijk voor me geweest, nog altijd trouwens, maar ik geef toe dat ik niet altijd de makkelijkste was. Ik begreep hen niet altijd, snap je? In mijn ogen waren ze superstreng, maar nu weet ik dat ze dat deden om me te beschermen en om me te helpen. In Ethiopië, op straat, was ik altijd de baas over mezelf. Ik mocht doen wat ik wilde. Hier moest ik luisteren en dat ging me niet. Ik was te volwassen voor mijn leeftijd, door alles wat ik mee had gemaakt.”

© Christophe De Muynck

Heeft het lang geduurd om hier je draai te vinden?

(denkt na) “Ja, heel lang. Een paar jaar toch. Een stom voorbeeld: wij mochten hier enkel in de tuin spelen. Ik vond dat zó raar. Ik wilde naar buiten, ik wilde weg. Ik was een straatkind, hé. In die zin voelde ik me soms opgesloten. Een groot deel van mijn onzekerheid is te wijten aan mijn kindertijd. Ik volg daar nu bewust therapie voor. Waar ik toen door ben gegaan, weegt. En ik heb een achterstand. Ik kon op mijn tiende niet wat kinderen van tien zouden moeten kunnen. Ik heb dat allemaal moeten inhalen en dat lukte niet altijd. Dat deed me soms kleiner voelen. Ik weet dat ik slim en sterk genoeg in het leven sta, maar soms voel ik die… Tja, die pijn.”

Weet je biologische vader waar je nu staat? Weet hij bijvoorbeeld dat je Miss België bent?

“Dat weet ik niet. (even stil) Ik heb als jong kind nooit echt een vaderfiguur gekend en daar zit ik nog heel hard mee. Ik draag nog een last op mijn schouders. Vorig jaar was ik nog heel boos op hem, maar nu heeft die boosheid plaatsgemaakt voor iets anders. Ik wil met hem praten, ik zal niet gaan om ruzie te maken. Ik denk dat ik hem moet kunnen zien om hem te vergeven. Om alles af te sluiten misschien.”

Je zei eerder: ‘later wil ik hem ontmoeten, maar ik weet niet wanneer ik daar klaar voor zal zijn’. Voel je je nu klaar voor die zoektocht en eventuele confrontatie?

“Ik denk van wel, ja. Eind oktober reizen we met Ethiopian Airlines naar Addis Abeba, samen met Darline en Guy. Voor een groot deel om mijn vader te zoeken. Samen met hen zie ik dat zitten, op mijn eentje zou ik het nu nog niet kunnen. Toen we samen met mijn adoptieouders naar Ethiopië zijn gereisd om Telile op te halen, hebben we al eens een poging gedaan. Onder meer via de tussenpersoon van het adoptiebureau. Maar die man stelde het voortdurend uit en hield ons aan het lijntje. Uiteindelijk was onze reis voorbij, zonder een ontmoeting. Achteraf heb ik gehoord dat mijn vader echt boos was dat hij ons niet had gezien.”

Kedist Deltour: “Ik heb veel geduld en ben altijd braaf, maar je moet me niet uitdagen of me testen. Ik heb heel veel vuur in me.”
Kedist Deltour: “Ik heb veel geduld en ben altijd braaf, maar je moet me niet uitdagen of me testen. Ik heb heel veel vuur in me.” © Christophe De Muynck

Ben je niet bang voor een teleurstelling?

“Dat klinkt misschien raar, maar op de één of andere manier heb ik er vertrouwen in. Ik ben nu zo overtuigd dat het moét lukken. Het gaat moeilijk worden, maar als we de juiste mensen contacteren, zullen we hem vinden. Ik wil mijn vader kunnen verrassen, ik wil voor hem kunnen staan en hem tonen wie ik ben geworden. Maar ik weet dat het heel zwaar zal worden, heel emotioneel ook. (zwijgt even en kijkt in haar tas) We zullen zien zeker? Ik zei het al: ik sta nu sowieso sterk genoeg in het leven.” (glimlacht)

Als ik eerlijk mag zijn: van die onzekerheid waar je het over had, merk ik niet veel. Je vult de hele kamer met je aanwezigheid.

“Ik ben van nature heel sociaal, dat wel. En dat komt me nu heel vaak goed van pas. Ik ben gewoon graag bij mensen. Altijd alleen zijn, is niets voor mij. Ik denk dat ik gek zou worden. Uiteraard zijn er ook avonden waarop ik echt moe ben en wat rust wil, of wat tijd met mijn vriend. Als Miss België moet je altijd lachen en altijd vriendelijk zijn, ook als mensen je niet echt met respect behandelen of heel opdringerig zijn. Recent nog kwam ik ergens aan en werd ik redelijk fel aangeklampt, terwijl ik eigenlijk eerst iets wilde eten. Ik had zo’n honger! (lacht) Die man leek niet te begrijpen dat hij even moest wachten. Later ben ik nog tot bij hem gegaan, om die foto die hij wilde toch te nemen. Soms voel ik me een pop die van het ene naar het andere wordt gesleurd. Van foto naar selfie naar foto.”

Darline: “Zeker met corona is dat niet altijd even fijn. Als ik erbij ben, zeg ik altijd dat ze niet aan haar lichaam mogen komen. Want dat is het eerste wat ze doen: die arm rond haar schouders of een hand op haar kont.”

Dat is niet meer ‘gewoon’ een beetje opdringerig, toch?

“Ik ben niet de persoon die gaat zeggen je mag me niet aanraken. Maar ik denk het wel. Die grens trekken, is niet altijd gemakkelijk. Ik wil niet als arrogant worden aanzien of alsdie Miss België die zich beter voelt dan de rest. Er zijn grenzen natuurlijk. Mocht iemand me vastpakken op plaatsen waar het echt niet kan, zou ik me nooit laten doen. Echt niet. Ik heb enorm veel geduld en ben altijd heel braaf, maar je moet me niet uitdagen of me testen. Ik heb heel veel vuur in me.” (lacht)

Dat vuur zal je ook kunnen gebruiken op Miss Universe, in december. Als ik de bookies mag geloven, word je tot de kanshebbers gerekend. Hoe kijk je daar zelf naar?

“Ik ben heel gefocust alleszins. Dit is een supergrote kans die je sowieso maar één keer in je leven krijgt. Heel veel meisjes dromen daarvan, dat besef ik. Het is het grootste podium ter wereld. Ik hoop alleszins dat ik ver kan raken, maar al die meisjes zijn super, supermooi. Ze zijn precies perfect.”

Je hebt daar je plaats tussen, toch?

“Ik hoor vaak dat ik ver kan komen en ik heb wel wat fans. Maar dat wil niets zeggen natuurlijk. Ik ga nu niet zeggen: ik ga naar Miss Universe om te winnen. Ik ga om het beste van mezelf te geven en mezelf zo goed mogelijk te bewijzen. Wie weet gaan er nadien nog deuren open. Of ik nu win of niet, niemand pakt me dat nog af.”

Dit weekend is er de provinciale finale van Miss West-Vlaanderen, in voorbereiding op de nieuwe Miss België 2022. Probeer je die meisjes te helpen, met tips of wat steun?

“Ik vind het belangrijk om hen daarin bij te staan. Onlangs nog was ik op een fotoshoot met hen en sprong ik hier en daar wat bij om hun haar te doen. Het voordeel van kapster te zijn natuurlijk. (lacht) Ik merk dat ze dat leuk vinden. En als ze vragen hebben, probeer ik zo goed en eerlijk mogelijk te antwoorden.”

© Christophe De Muynck

Heb je favorieten?

“Goh, ik ga nu niet één of twee namen zeggen. Het is niet aan mij om daarop vooruit te lopen. Er zijn nu nog 200 kandidates in heel België, straks gaan we naar 75, denk ik. Trouwens, op het podium volgt het belangrijkste moment. Er zijn altijd meisjes van wie je het op voorhand niet verwacht die plots helemaal stralen eens ze daar staan. Ik gun het iedereen, sowieso.”

Hoe zie je je toekomst na het kroontje? De televisiewereld in?

“Ik weet het niet. Misschien later, ja. Ik zou dat willen doen, maar… ik vind van mezelf dat ik daar nog niet goed genoeg voor ben. Iets als Hollands Next Top Model. Dat zou cool zijn, omdat het dicht staat bij wat ik ken. Ik wil sowieso ook de wereld nog zien. Is België mijn eindpunt? Ik hoop van niet.” (lacht)

Hoe wil je als Miss België herinnerd worden?

“Ik hoop vooral positief. En ergens misschien ook als een rolmodel voor meisjes van kleur. Ik kreeg vaak berichtjes van hen via Instagram of andere sociale media en antwoord daar altijd op. In mijn jeugd had ik niet meteen een voorbeeld, zeker niet in mijn eigen omgeving. Misschien kan ik op mijn manier iemand inspireren. Eén iemand zou al heel mooi zijn.” (lacht)