Wannes Cappelle groeide dan wel op in Wevelgem, toch vond je hem als jonge gast voor cultuur en sport vooral terug in de Wieltjesstad. Hij volgde ook twee jaar lang Latijn-Grieks in het Sint-Aloysiuscollege. Binnenkort mag hij nog eens thuiskomen in CC De Steiger, waar hij als kind voor het eerst op een podium kwam te staan.
“Dat waren volgens mij wel de belangrijkste jaren uit mijn jeugd. Ik zat toen in het presidium van het college. Ik zeg altijd dat ik in het Sint-Aloysiuscollege ben opengebloeid. Ik was fysiek sowieso een laatbloeier en vond mijn draai pas rond mijn zeventiende. Ik heb via het presidium vrienden voor het leven gemaakt. Trouwens, ik deed ook mee met het theater op school, wat mijn eerste echte podiumervaringen waren.”
“In het zesde middelbaar kreeg ik de hoofdrol en mede daardoor begon ik na te denken over het volgen van een toneelopleiding. Ik ben dan zelfs naar de opendeurdag van het Herman Teirlinck-instituut geweest. Ik besliste wel om eerst nog een universitair diploma godsdienstwetenschappen binnen te halen, voor de zekerheid. Ik deed mijn stage in die periode trouwens in het Sint-Aloysiuscollege!”
Heb je verder nog een link met Menen?
“Ik kan eigenlijk echt bijna een boek schrijven over mijn band met Menen… Ik ben er geboren, maar mijn vroegste herinnering in Menen was het balletoptreden met onze Wevelgemse balletclub in CC De Steiger. Mijn zussen volgden die lessen ook en we gingen elk jaar naar die dansshow. Ik heb trouwens ook in De Steiger mijn eerste optreden van Willem Vermandere gezien, wat heel waardevol was voor mijn latere muzikale pad.”
Wie is Wannes Cappelle?
Privé: Wannes is afkomstig van Wevelgem, verbleef een periode in Antwerpen en woont nu al zo’n zeven jaar met zijn vrouw en twee kinderen in Zwevegem.
Het Langste Jaar: Op 21 maart komt Wannes met Het Zesde Metaal zijn nieuw album voorstellen aan het Meense publiek. ‘Het Langste Jaar’ is ondertussen hun negende album.
Vrije tijd: “Mijn werk is mijn hobby”, prijst Wannes zich gelukkig. Hij gaat ook graag fietsen met zijn koersfiets. “Al is dat op een zeer bescheiden niveau”, zegt hij zelf.
“Menen was de stad waar ik ging voor cultuur én sport. Zo was ik ook lid van de triatlonclub van Menen. Daardoor kwam ik wel al eens in het zwembad van Menen terecht. Daar heb ik zelfs Frank Vandenbroucke (wielrenner uit Ploegsteert, red.) verschillende keren gezien. Hij kwam er in de winter trainen.”
Waren die ontmoetingen met Frank Vandenbroucke de inspiratie voor je klassieker ‘Ploegsteert’?
“Neen, ik heb hem toen niet echt ontmoet. Frank was gewoon iemand die op dat moment door iedereen nauwlettend gevolgd werd. Hij was ook van de streek, dus ik wist wel goed wie het was. Dat was ook in zijn eerste profjaar. Frank was toen al de vedette waar iedereen naar opkeek. Ik was een paar jaar jonger en als jonge gast ga je daar niet echt vanzelf naartoe, hé.”
“Ik heb er een paar keer mee in het zwembad gezeten en erna de eerste kilometers op de fiets zijn tempo proberen te volgen.” (lacht) “Ik was onder de indruk van zijn charisma en prestaties. Het was droevig om te zien hoe het leven van zo’n getalenteerd iemand in een neerwaartse spiraal kwam, dat niemand hem nog heeft kunnen redden.”
Wat was dan wel de inspiratie voor het lied?
“Ik las zijn autobiografie ‘VDB. Ik ben God niet’ in enkele weken uit. Toen ik aan de laatste pagina kwam, wist ik wat ik wilde vertellen. In een paar uur was het op een paar zinnen na al af. Het had natuurlijk al wat gerijpt tijdens het lezen, maar het floepte er eigenlijk gewoon uit.” (lacht)
Je bent van de streek, houdt van de regio en komt dus een beetje thuis binnenkort in CC De Steiger. Is dat een optreden waar je specifiek naar uitkijkt?
“Ik kom er heel graag! Ik ben altijd blij als ik De Steiger in de lijst met optredens zie staan. Maar een thuismatch is wel niet per se altijd de makkelijkste. Dat heb ik door de jaren heen geleerd. Je moet soms extra hard je best doen.”
Jullie komen er jullie nieuwe plaat voorstellen, Het Langste Jaar. Die is nog tot stand gekomen in de laatste maanden voor de dood van Tom Pintens, jullie goede vriend en multi-instrumentalist. Was het soms een race tegen de klok?
“Door de ziekte van Tom beslisten we inderdaad om rap nog een plaat op te nemen. Ik zat toen zelf met plannen om solo enkele zaken uit te werken. Begin januari 2023 zijn we er echt voor beginnen te gaan. De tijd tikte wel echt. Eind juni zaten we nog in de studio, en in augustus is Tom gestorven. Het is echt ongelofelijk dat het gelukt is. Voor hetzelfde geld waren we ergens halverwege gestrand.”