Sherman lost nieuw album: “Ik maak muziek, omdat ik niets anders kan”

Steven Bossuyt: “Hoe meer je weet, hoe meer het je soms beperkt.” © Francis Vanhee
Bert Vanden Berghe

Vandaag verschijnt het nieuwe album van Sherman. Singer-songwriter Steven Bossuyt uit Izegem, die al meer dan twintig jaar meedraait in de muziekscene, brengt met ‘Perseverance of the foolhard’ een ingetogen album met veelal akoestische nummers, die evenwel niet zo zwaarmoedig klinken als de titel. “Mijn beste nummers komen als ik er niét mee bezig ben.”

Artiesten als The War on Drugs of Taylor Swift bewijzen het al een tijdje, dat goeie muziek niet noodzakelijk heel poppy of luid hoeft te zijn. Dat is ook zo in het geval van Perseverance of the foolhard, waaruit de singles Wasteland en These are the days al op de wereld werden losgelaten. Geen vijftien instrumenten of veel andere poespas, maar gewoon één microfoon en één gitaar. “Mijn inspiratie hangt meestal af van het moment zelf, of wat je in die periode van het leven raakt”, aldus Steven ofte Sherman. “Dat waren in dit geval akoestische platen uit de seventies. Denk maar aan de band Crosby, Stills & Nash. De plaat heeft daardoor ook een iets rijkere klankkleur, vind ik zelf.”

Volharding

“De titel (de volharding van de roekeloze, red.) vat het wel goed samen. Enerzijds is het wat roekeloos om altijd te blijven doorgaan, aan de andere kant is er dat fijne gevoel van volharding als het iets oplevert. Dat je denkt: wauw, dat ik dít kan doen met muziek. Maar ik heb nooit een radiohit nagestreefd. Ik maak gewoon muziek, simpelweg omdat ik niets anders kán.”

Al is dat niet helemaal waar. In het dagelijkse leven werkt hij als leerkracht in de stedelijke academie van zijn geboortestad Izegem, waar hij met passie lesgeeft in gitaar, songwriting en woord. “Een hele toffe en dankbare job. Zeker bij bandcoaching, zoals we songwriting ook noemen. Als die gastjes van veertien jaar dan staan te rocken en je kan hen daarin sturen… Fantastisch. Mijn belangrijkste advies? Dat ze zich moeten amuseren. Dat je die kracht voelt door samen te spelen. Inspirerend om te zien. Als je al een tijdje bezig bent met muziek, kan je al eens in herhaling vallen. Maar zij kijken nog echt met een open en onbevangen blik naar de wereld. Ik weet niet of het noodzakelijker moeilijker of makkelijker is voor die generatie. Natuurlijk komt dat hele sociale media-luik erbij kijken, maar zij zijn daar echt mee opgegroeid. Bovendien zijn er veel zaken als VI.be of De Nieuwe Lichting die jonge gasten meer mogelijkheden geven om sneller in een professioneler circuit terecht te komen. Maar het blijft knokken, omdat er ook meer bands zijn. Ik geef hen hoe dan ook altijd de raad om vanuit zichzelf te vertrekken, of het nu qua tekst of met een eenvoudige riff is. Wat wil je vertellen, vraag ik hen altijd.”

Spiegel

Bij Steven ontstaan die verhalen eerder sporadisch. “Eigenlijk laat ik het vooral gebeuren. De beste nummers komen als je er niet mee bezig bent. Ik heb veel geschreven aan de keukentafel, met een tas koffie terwijl de kinderen rond mij aan het spelen waren. Wasteland heb ik in het huis van mijn vader in Frankrijk geschreven. Dat is al vaak een inspiratievolle plek geweest. Die leegte, die ruimte, soms een hele dag niemand zien. Dat maakt je hoofd leeg. Als je niet stilstaat bij wat je aan het doen bent en het gewoon op je laat afkomen, dan komt het wel. Dat zijn ook de nummers waar ik het meest content over ben. Dorian heb ik bijvoorbeeld geschreven toen ik het boek The Picture of Dorian Gray las. Het instrumentale nummer is ook een soort rustpunt in het album. Rainbows hintte dan weer naar de nachtmerries die mijn dochter soms had. (denkt na) Kinderen zijn wel dankbaar. Ze doen je anders kijken naar de wereld, houden je een soort spiegel voor en laten je jezelf in vraag stellen.” Zelf ligt Steven naar eigen zeggen van weinig zaken wakker. “Of misschien van hoe de plaat ontvangen zal worden, maar ik ben doorgaans geen grote zorgenmaker. Ik sta wel positief in het leven. Al kan ik mij ook erg verliezen in melancholie. Dat werkt heel troostend. Muziek spelen is dan een vorm om dat te kanaliseren. Als ik even in de put zit, pak ik mijn gitaar en raak ik er weer door. Dat werkt voor mij heilzaam, zoals sport dat voor anderen is.”

Sherman heeft al een heel parcours achter de rug. Twintig jaar geleden speelde hij bij de band Cream & Spices en tien jaar geleden bracht hij zijn debuutalbum uit als solo-artiest. “Of ik zaken anders zou gedaan hebben? Goh, iets meer dan tien jaar geleden woonde ik in Engeland. En toen kon ik On your side live spelen op de BBC, maar het duurde dan nog anderhalf jaar voor mijn debuutalbum verscheen en ik was bang dat het misschien wat laat was, dat het momentum voorbij was. Misschien had ik het sneller moeten releasen, maar je weet dat niet op dat moment. Maar toen voelde het goed en achteraf gezien is dat nog altijd het beste.”

Grote festivals

Het was ook eerder gevoelsmatig dat Steven de afgelopen jaren nummers maakte. “Ik had in 2020 en 2021 veel dingen thuis gemaakt en omdat ik niet kon optreden, had ik het stelselmatig op de wereld losgelaten. Ik schreef veel en had na een tijdje door dat er genoeg bruikbaar materiaal was voor een album. Al die tijd had ik Tom (Coghe, met wie hij ooit de groep Cream & Spices vormde, red.) als muzikaal klankbord. Hij heeft mijn plaat afgemixt. David Demeyere zorgde voor de fantastische drums. Ik kijk er nu naar uit om zoveel mogelijk te spelen. Ik stond op het podium van Dranouter tijdens de Zomersessies en dat was heel tof om te doen. Het is knokken, ja, maar ik mik nog steeds op schone zalen en grote festivals. Ik wil nog steeds zoveel mogelijk mensen bereiken.”

Mocht je je ondertussen afvragen vanwaar je Steven nog kent… Twintig jaar geleden maakte hij ook furore bij de jongerenreeks Spring. Na drie seizoenen stapte hij uit de reeks. “Daarmee doordoen heeft pakweg Jelle Cleymans geen windeieren gelegd, maar op dat moment voelde ik dat Cream & Spices meer mijn ding was. Ik ga niet actief op zoek naar acteerrollen, maar moest er iets op mijn pad komen, zou ik het wel overwegen, ja.”

De goesting om te spelen, zit er bij Steven al van kinds af in. “Ik heb ooit nog muziekschool gevolgd, maar toen was dat nog veel te schools voor mij, die notenleer en saxofoon. Thuis in de living stond er een gitaar. Mijn vader kon daar twee nummers op spelen: Heart of Gold van Neil Young en Down On The Corner van Creedence Clearwater Revival. Ik ben daar toen zelf beginnen op spelen. Ik maakte toen al eigen nummers. En als er een akkoord fout was en ik ontdekte iets nieuws, kon ik daar heel blij van worden. Onwetendheid is soms echt een opportuniteit. Ik merk het tijdens het schrijven ook: hoe meer je weet, hoe meer het je soms beperkt. Dat onbevangen zijn, hoop ik nog lang vast te houden.”