Laurence Van Cauter, het gezicht van het Cultuurcafé: “Oostende heeft alles wat je zoekt in een stad”

Laurence Van Cauter voelt zich goed thuis in Oostende. (foto Davy Coghe)©Davy Coghe Davy Coghe
Laurence Van Cauter voelt zich goed thuis in Oostende. (foto Davy Coghe)©Davy Coghe Davy Coghe
Gillian Lowyck

Er zijn zo van die plekken in Oostende waar iederéén komt. Het Cultuurcafé in De Grote Post is zo’n plaats. Stap er binnen op eender welk moment in pre-coronatijden uiteraard en je vindt er een gezellige drukte en een divers cliënteel. Achter het succes van het Cultuurcafé staat Laurence Van Cauter, die de zaak samen met haar man David uitbaat. “Voor mij voelt dit niet aan als werken.”

In het eens zo bruisende Cultuurcafé is het ook vandaag nog altijd stil. Geen voorstellingen in het cultuurcentrum, geen vaste klanten met een koffie of pint. Gelukkig blijft lekker eten wél nog beschikbaar via takeaway.

Laurence, hoe ben jij in Oostende beland?

“Ik ben afkomstig uit Lokeren en werkte als jobstudent in de horeca. David is in 1996 gestart met een populair jongerencafé en is zo overgeschakeld naar de zaak bij het cultuurcentrum. Daar hebben we elkaar leren kennen. Ik werk dus al lang in de horeca, ja. Maar weet je, ik heb altijd wel de guts gehad om iets te proberen. Ik ben van het principe: als iets niet goed lukt, dan is dat niet erg, dan zoek ik wel iets anders. Gelukkig is het wel goed uitgedraaid ( lacht ). Uiteindelijk baatten we de cultuurcafés in Lokeren en Beveren uit voor we naar Oostende kwamen. David had een oproep gezien in de krant om een zaak uit te baten bij een jong cultuurcentrum in Oostende. Eerst dacht ik nog, het is maar een flard van David… Maar kijk, uiteindelijk zijn we hier in 2014 gestart, en we zitten hier nog steeds.”

Hoe anders is het cultuurcafé in Oostende in vergelijking met het binnenland?

“Hier is het groter. Daarnaast hebben we hier ook veel meer toeristen naast onze vaste klanten, dat maakt het hier veel diverser en dat maakt het net zo fijn. Geen enkele dag is hier hetzelfde. We doen ook catering voor voorstellingen en daar hebben we dan ook telkens een ander publiek.”

Het is opvallend dat alle lagen van de bevolking samenkomen in het Cultuurcafé.

“Dat is onze bedoeling! Hoewel er een letterlijke drempel is aan de ingang ( lacht ) willen we dat het hier zo laagdrempelig mogelijk is, dat het een ontmoetingsplaats is voor iedereen. En dat lukt. Een groot deel van de Oostendenaars komt hier binnen, maar nog niet iedereen. Ik denk dat we zeker bij Oostendenaars nog wat een imago hebben van cafetaria.”

De eerste lockdown, was een shock, maar ik heb er ook oprecht van genoten

“De plek waar je voor een voorstelling snel een croque monsieur of een spaghetti eet. We hebben dat op onze kaart staan, en dat moet ook blijven, maar we zijn zo veel meer dan dat. Je kan hier ook écht lekker eten. In de zomer hebben we de Panoramabar en daar zetten we nog meer in op dat gastronomische. Maar ik wil dat er een goede afwisseling is tussen de twee. Daar gaan we nog harder op inzetten.”

Koken is jouw passie?

“Ja, volledig. Ik ben echt zot van eten. Ik lees enkel kookboeken ( lacht ). Nu de kinderen wat groter zijn, heb ik daar ook wat meer tijd voor. Ik kijk geen televisie en ben ’s avonds bezig met mijn kookboeken, recepten uittesten en experimenteren. Nu we gesloten zijn door de lockdown en takeaway doen, kook ik alles zelf. Vroeger was ik niet speciaal gepassioneerd door koken, dat is zo gegroeid in de loop der jaren.”

Had je vroeger gedacht dat dit jouw passie zou worden?

“Nee, helemaal niet. Had ik het geweten, dan was ik voor een koksdiploma gegaan. Ik ben een autodidact. Ik heb heel lang niet geweten wat ik echt wilde doen. Mensen die dat al van kleins af aan weten, ik ben daar jaloers op! Ik heb uiteindelijk journalistiek gestudeerd, omdat het sociale aspect me aansprak. Vandaag is dat ook belangrijk. Het is zeker niet zoals in een restaurant, waar je als gastvrouw het gezicht bent van je zaak. Maar ik moet ook mensen verwelkomen, werken met personeel, onderhandelen met leveranciers, de ene dag een koffietafel bespreken en de andere dag een huwelijksfeest. Je moet dus wel empathisch zijn, met mensen kunnen omgaan. Of ik een extravert ben? Goh. Ik ga niets snel iets over mezelf vertellen, maar ben ook geen gesloten boek.”

Woon je graag in Oostende?

“Ja, ik wil hier nooit meer weg. Oostende heeft alles wat je zoekt in een stad. Ik voelde me hier ook direct thuis. Soms voel ik me meer Oostendenaar dan de echte Oostendenaars, denk ik ( lacht ).”

Hoe heb je de coronacrisis beleefd tot nu toe?

“Een rollercoaster. Van de eerste lockdown heb ik oprecht genoten. Het was ook wel een shock: van heel veel werken naar plots niets meer. Maar de kinderen waren ook thuis van school, het was mooi weer en we hebben de tijd van ons leven beleefd. Daarna besloten we ook met takeaway te starten en sindsdien heb ik non-stop gewerkt. Eerlijk? Ik heb eigenlijk wel nood aan vakantie.”

Waar droom je van?

“Reizen. Ik wil graag naar Azië, een maand lang reizen met de kinderen mee, veel eten en workshops rond Aziatisch eten volgen. En verder? Blijven verder doen zoals we bezig zijn, verder groeien. Het cateringluik meer vormgeven. Vroeger had ik nog ambitie voor een andere zaak, maar nu niet meer. Het enige wat ik misschien nog zou willen is een traiteurdienst openen. Een beetje zoals we nu doen eigenlijk.”

Waar haal jij voldoening uit?

“Als de dingen goed lopen. Als de mensen content zijn. Wanneer ik na de afhaling van een box ’s avonds een berichtje krijg dat het lekker was. Voor mij voelt dit niet aan als werken. Als ik naar het Cultuurcafé vertrek, zeg ik tegen mijn kinderen dat ik naar de Post ga, niet dat ik naar mijn werk ben.”