Illustratrice en straatkunstenares Mieke Drossaert: “Blije mensen zien maakt mij gelukkig”

“Ik heb huidhonger. Mijn kleinkinderen zijn nog altijd niet op bezoek geweest”, zegt Mieke Drossaert.©Davy Coghe Davy Coghe
“Ik heb huidhonger. Mijn kleinkinderen zijn nog altijd niet op bezoek geweest”, zegt Mieke Drossaert.©Davy Coghe Davy Coghe
Gillian Lowyck

Wie een werk van haar ziet, weet meteen: dat is een Drossaert. Ja, men spreekt tegenwoordig over een ‘Drossaert’. De kunstenares zelf kan het nog altijd niet helemaal goed geloven. “Dat is toch fantastisch? Wat een eer!” Een gesprek over inspiratie, huidhonger en vooral: verwondering.

De ‘Colour Full People’ van Mieke herken je overal: vrolijke, volumineuze personages die altijd naar boven kijken. Mieke zelf herken je trouwens ook overal; de kunstenares heeft haar eigen stijl, is altijd vrolijk en houdt met volle teugen van het leven. Dat merk je meteen als ze spreekt. Wanneer we in de zon bij de Mercator afspreken, stopt een dame en vraagt: ‘Mieke Drossaert?’ “Dat gebeurt tegenwoordig regelmatig”, lacht Mieke. “En mensen spreken niet meer over een werk van Mieke Drossaert, maar over ‘een Drossaert’. Ze glundert.

Hoe ben jij in Oostende beland?

“Dat is nu al zo’n 35 jaar geleden. We verhuisden naar hier voor het werk van mijn man. Ondertussen zou ik hier niet meer weg willen. Mijn favoriete plekjes in Oostende? Het Bosje, de strekdam zeker ook. Maar vooral ‘mijn strand’. Ik woon in Mariakerke, vlakbij het strand. Dat is daar ‘mijn zee’ en ‘mijn strand’.” ( lacht )

Ben je al altijd bezig met kunst?

“Ja, maar nooit om er echt een carrière van te maken. Ik heb Kunstacademie gevolgd in Mechelen: beeldhouwen, tekenen, schilderen… Maar ik was nooit echt tevreden. Ik was veel te perfectionistisch. Ik wou te veel, te vlug. De directeur van de Kunstacademie, Frans Walravens, me zei dat mijn tekeningen doedels, eigenlijk mijn signatuur waren, dat ik hét gevonden had. Zo zijn mijn Colour Full People geboren, vandaag echt mijn ‘smoel’. Ik maak ze op doek in acrylverf van tien cm tot twee meter en op tapijt.”

Wat trekt je zo aan in schilderen?

“Het geeft me een smile. Het is een blik naar de toekomst, want mijn werken gaan mij overleven. Het geeft me energie, maar maakt me tegelijkertijd ook rustig. Dat is dubbel. Ik ben er van ’s morgens tot ’s avonds laat mee bezig. Tussen de soep en de patatten.” ( lacht )

Van waar haal je jouw inspiratie?

“Van zodra ik een doek voor me heb, zie ik wat er inzit. Muziek kan me ook heel erg inspireren. Ik hoorde onlangs een flard van een nummer van Air. Ik kende het niet, maar het bleek dat het nummer La femme d’argent noemt. Een titel die perfect past bij het werk dat ik momenteel aan het schilderen ben. Ik droom ook over mijn werken ’s nachts. ’s Morgens sta ik op en schets ik de beelden die ik in mijn droom zag. Ik haal inspiratie ook gewoon uit het dagelijks leven hoor. Ik zag eens op de zeedijk twee mensen op een bank zitten, elk onder een paraplu. Daar neem ik dan een foto van.”

Deze zomer werk je mee aan kunstenfestival The Crystal Ship.

“Amai, ja! Toen Bjørn (Van Poucke, curator van het festival, red.) me belde ben ik toch even vijf minuten moeten gaan zitten. Dát had ik niet zien aankomen. Wat een eer, zeg! Ik zal zorgen voor tien interventies in de stad. Waar, dat weet ik nog niet. Het zal niet de eerste keer zijn dat ik op een muur werk. Ik maakte eerder al werken in winkels, een woonzorgcentrum… Maar toch droom ik wel nog van een heel groot muurproject.”

Wat maakt jou gelukkig?

“Blije mensen zien. Daar word ik zelf altijd heel vrolijk van. De kleine dingen, eigenlijk. Weet je wat heel belangrijk is voor mij? Verwondering. Daar draait het om. (kijkt rond zich) Kijk, die madeliefjes daar in het lange gras, bijvoorbeeld. Dat vind ik fantastisch.”

Wat maakt jou boos?

“Ik word niet vaak boos, maar als ik het ben, is wel ráák. Nonchalance. Ruwe, onbeschofte mensen, die geen respect hebben. Mocht er hier bijvoorbeeld nu iemand passeren en afval in het Mercatordok gooien. Ik gooi die persoon er mee in.” ( lacht )

Ben jij een sociaal persoon?

“Ja. Ik wil altijd iedereen helpen, dat zit in mij. Ik wéét dat ik niet iedereen kan helpen, maar ik kan er niet aan doen. Ik ben heel sociaal, en dat terwijl ik tijdens het schilderen altijd alleen ben. Ik en mijn doek ( glimlacht ). Het voorbije coronajaar was wel moeilijk. Al moet ik zeggen dat ik me toch echt heb opgetrokken aan de weinige contacten die ik wél had. Nu heb ik toch wel huidhonger. Mijn kleinkinderen zijn nog altijd niet op bezoek geweest. Ja, Zoom en Skype en wat is het allemaal. Maar dat is niet hetzelfde. Ik ben een heel tactiel persoon; als ik aan het praten ben, dan raak ik graag mensen aan. Spontaniteit vind ik ook zo belangrijk, dat is nu weg. Als ik een kindje op de zeedijk zie fietsen met een ijsjeskar, dan ga ik daar gewoon naartoe en vraag ik met een knipoog om een ijsje. En dan zie je ze zó kijken. ( lacht ). Dat is weer die verwondering hé.”

Hoe kan je zorgen voor meer verwondering in je leven?

“Mijn vader was architect en hij zei altijd: ‘de meeste mensen zijn blind’. Vroeger dacht ik daar niet veel van, maar nu weet ik dat hij gelijk had. Verwondering is gewoon kijken. Ik zie een paardenbloem en verzin er een verhaaltje rond, bijvoorbeeld. Of eens naar boven kijken, naar de gebouwen. Er valt zoveel moois te ontdekken.”

Bio

Privé: Mieke (68) groeide op in Willebroek. Ze spoelde zo’n 35 jaar geleden aan in Oostende. Ze is getrouwd, heeft een zoon en twee kleinkinderen.

Opleiding en loopbaan: technisch onderwijs in Brussel. Mieke was haar hele loopbaan technisch adviseur in het onderwijs. Ondertussen is ze al jaren actief als kunstenaar. Ze schildert haar ‘Colour Full People’, maakt TINY*-people en zorgt voor de illustraties in de prentenboeken van auteur Eddy Surmont. Deze zomer werkt ze mee aan The Crystal Ship.

Vrije tijd : musea bezoeken en reizen.

Info: www.miekedrossaert.com.