José Clauw verzamelt alles wat met Veurne te maken heeft: “Ik ben en zal altijd een trotse Veurnaar blijven”

Van een koffielepeltje tot tekeningen en schilderijen, José Clauw verzamelt alles over Veurne.© foto MG
Van een koffielepeltje tot tekeningen en schilderijen, José Clauw verzamelt alles over Veurne.© foto MG
Paul Bruneel

Veurne en José Clauw zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Niet enkel hijzelf is een rasechte Veurnenaar, maar ook zijn ouders en grootouders hadden een sterke binding met de boetestad.

“Ik betrap me er vaak op dat het zogenaamde Veurnegevoel mij overmeestert”, zegt José. Geen wonder dat hij dan ook waar het kan zijn stad promoot en alles wat er bestaat over Veurne koestert en verzamelt.

Wederzijdse liefde

José wordt er straks 64, maar is nog altijd even dynamisch als de tijd dat hij door het leven ging als hoofdcommissaris-korpschef. Zoals Benny Scott het destijds had over ‘k en Brugge in mien herte , klinkt het bij José Clauw ‘k en Veurne in mien herte .

“Ik ben geboren op 3 juni 1957 en Veurne heeft mij eigenlijk nooit meer losgelaten”, vertelt José, “maar omgekeerd is het evenzeer zo. De wederzijdse liefde zal in de genen zitten, want generaties ver is aan mijn moederszijde de familie met het Veurnse verbonden. Ik heb via mijn oom, kunstenaar Georges Tahon, Veurne leren liefhebben en koesteren.”

“Hij leerde mij kennis maken met het Veurnegevoel. Dankzij mijn oom kwam ik in de jaren zeventig ook in contact met enkele mensen die in de culturele wereld iets betekenden en ook een link hadden met Veurne. Ik denk hierbij aan Willem Vermandere, José Van Gucht, Trebla en Paul Doise. Uniek is dat iedereen dit Veurnegevoel op zijn eigen manier uitte.”

Met ups en downs

José liep school in het Koninklijk Atheneum en studeerde er in 1975 af. Niets zag er naar uit dat hij uiteindelijk bij de politie zou belanden.

Na zijn job bij West Juke-Box Palace in de Zuidstraat in Veurne, ging hij aan de slag, in achtereenvolgens de bibliotheek van Veurne en de VDAB in Brussel.

Op 1 april 1979 trad hij in dienst bij de gemeentelijke politie van Veurne, een dienst die hij trouw bleef tot aan zijn opruststelling op 1 juli 2017.

Hervormingen

“Ik ben begonnen als politieagent en geëindigd als hoofdcommissaris-korpschef” zegt José. “Een parcours met ups en downs, vooral bij de hervormingen dan, waarbij de landelijke en gemeentelijke politie en de rijkswacht werden geïntegreerd in een lokale en federale politie.”

“Ik ben content dat ik onze politiezone, Veurne, Alveringem en Lo-Reninge, een eigen naam heb mogen geven, Spoorkin, naar de legendarische figuur Eustaas Spoorkin die in 1302 de strijders van Veurne-Ambacht heeft aangevoerd tijdens de Slag der Gulden Sporen.”

Verwoed verzamelaar

Na zijn pensioen bleef José actief op verschillende vlakken. Hij is voorzitter van de Culturele raad, secretaris van de Ghesellen van de Kastelnij Veurne en voorzitter van de Bond der Oud-leerlingen van het Koninklijk Atheneum.

“Ik ben en blijf een trotse Veurnenaar en ik probeer de liefde voor mijn stad door te geven aan mijn kleinzoon Cillian, die regelmatig langs komt . In Schotland heb ik nog een dochter, schoonzoon en kleindochter wonen en ook aan onze Princess Lili Jay, vertel ik maar al te graag over Veurne.”

Verwoed verzamelaar

“Ik ben een verwoed verzamelaar van alles wat met Veurne te maken heeft. Dat gaat van een koffielepeltje met het embleem van Veurne, over foto’s en prentkaarten, tot boeken, tekeningen en schilderijen, als het maar Veurns is.”

“Sommige zaken zijn echt kitch en dat besef ik maar al te goed en veelal gaat het om zaken die niet zo’n geldelijke waarde hebben, maar sommige zijn echt wel moeilijk te vinden en spreken mij aan. Ik ben ook een grote poëzieliefhebber en in 1995 heb ik een gedichtenbundel gepubliceerd voor kinderen en al wie jong van hart is”, besluit José.

(PB)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier