
Het kalenderjaar loopt stilaan ten einde en daarmee zit het Ensorjaar er ook definitief op. Voor de stad lijkt het themajaar bijzonder succesvol te zijn verlopen, maar dat geldt ook voor Ivan Cazaux. Hij zette een waarheidsgetrouwe vertolking van de grootmeester neer tijdens verschillende evenementen. “Maar noem me geen acteur, hé”, knipoogt Ivan.
Wie één van de zes grote expo’s of meer dan honderd activiteiten in kader van het Ensorjaar bezocht, zal meer dan waarschijnlijk James Ensor himself gespot hebben. De man achter het zware pak en dito hoed is namelijk Ivan Cazaux, bekend van kledingzaken Pink Panter, Kazo en vrijwilligersprojecten in Oostende. Hoe blikt hij nu terug op dit straffe jaar?
“Heel positief”, valt hij met de deur in huis. “Alles is eigenlijk heel spontaan begonnen. Onze goeie vriend en amateurfotograaf Zeno Dasseville nam, in het kader van de wedstrijd Stadsfotograaf, enkele foto’s van mij als Ensor bij het Ensorhuis. Ik kreeg meteen leuke reacties en ben zo verder in die rol beland. Mijn eerste grote bijdrage als Ensor in het Ensorjaar was tijdens de basketwedstrijd tussen Oostende en Antwerp eind vorig jaar. Toen moest ik de opworp verzorgen. Toegegeven: ik ging met knikkende knieën naar het basketparket, hoor. Maar de organisatie was fantastisch en alle stress was zo vergeten. De daaropvolgende tien maanden waren best druk: twee tot drie keer per maand werd ik als James Ensor gevraagd tijdens allerlei evenementen.”
Let op: voor Ivan was het acteren niet zomaar een kostuum aantrekken, hoed opzetten en wandelstokken vastnemen. “Ik had al wat kunstgeschiedenis gestudeerd en kende Ensor al wat. Om me echt goed voor te bereiden, ging ik te rade bij onder andere Xavier Tricot in het Ensorhuis. Wie is Ensor, wat doet die allemaal? Ik wou me echt zoveel als mogelijk inleven.”
“Ensor was ook een wat nors type, beetje rebel en anarchist. Hij leefde in de tijd van de belle époque, waar etiquette belangrijk was. Ik weet nog van m’n eigen oma dat zij als vissersvrouw niet zomaar op de dijk ging gaan wandelen. ‘Daar hadden we de kleren niet voor’, zei ze daarover. Een paar keer, zoals tijdens de voorstelling van zangkoor Camerata Ostendia, sprak ik ook het publiek toe. Daarvoor verzwaarde ik heel erg m’n stem, maar ik bleef in het Oostends praten. Trouwens, ‘acteren’: dat is een groot woord, hoor. Ik zie het eerder als présence geven”, knipoogt Ivan. “Nee, aanbiedingen om te gaan acteren heb ik niet gekregen, maar voor kleine optredens of gesprekjes sta ik best wel open.”
Trots
“We mogen eigenlijk erg trots zijn op onze stad. Wat me het meest is bijgebleven van dit themajaar, is dat zóveel mensen zich vrijwillig hebben ingezet. Van kinderen uit de lagere school tot studenten uit het middelbaar, alle deelnemers aan de nagespeelde begrafenis en dodenmars van Ensor… Het toont hoe je via samenwerking tot een mooi resultaat kan komen. En voor Oostende is dit ook het bewijs dat naast het welgekomen strandtoerisme ook cultuurtoerisme belangrijk is. Mijn devies naar iedereen, ook de oudere bevolking: kom buiten! Er valt hier zoveel te beleven!”
“Eigenlijk is de vertolking van James Ensor door Ivan een mooi voorbeeld van hoe hard het Ensorjaar bij het brede publiek leefde”, zegt eventcoördinator Wim Vanseveren. “De opworp tijdens de basketwedstrijd joeg een ware golf door het stadion. Ivan zette zich spontaan en belangeloos in voor het Ensorjaar, en dat wil heel veel zeggen over hoe de Oostendenaars nu met Ensor zijn omgegaan.”
“Het Ensorjaar leefde hard bij het brede publiek” -Wim Vanseveren, Eventcoördinator
“We mogen over het algemeen zeer opgetogen zijn over het resultaat”, stelt Vanseveren. “Vergeet niet: met Ensor gaat het niet over een iemand die brave zeezichten schilderde, en de relatie tussen de kunstenaar en de stad was destijds niet zo gestroomlijnd. Dat er 75 jaar na z’n dood zo’n creatieve reactie kwam, is ongezien.”
Vanseveren staaft dat ook met enkele cijfers. “78 internationale journalisten brachten een bezoek aan Oostende. De tentoonstellingen in de publieke ruimte konden rekenen op massale belangstelling. Denk maar aan Het Masker van Ensor op het Stationsplein, de expo’s in de Nieuwe Gaanderijen of Joke Raes in de Japanse tuin. Het gaat om honderdduizenden, maar uiteraard kun je daar moeilijk een exact cijfer op plakken.”
“Als we ons evenwel beperken tot de binnententoonstellingen dan komen we vlot aan 200.000 bezoekers, zonder dat ik de expo’s in Atlantikwall Raversyde of in de galeries daar bij reken. En er zijn ook nog veel andere cijfermatige successen: ‘James Ensor, inspired by light’ in de Dominikanerkerk (die loopt tot en met 5 januari, red.) zit aan 40.000 bezoekers. En de VRT-documentaire over Ensor en Oostende, die werd uitgezonden op Canvas en de Nederlandse publieke omroep, trok al 340.000 kijkers.”
Promotiespot
Volgens Toerisme Oostende heeft het themajaar sinds de start in december vorig jaar meer dan één miljoen bezoekers naar Oostende gelokt. Vanseveren benadrukt ook dat het Ensorjaar op Oostende een duurzaam effect heeft. “Het is een permanente promotiespot voor waar kunst en toerisme elkaar versterken, zoals dat op weinig andere plaatsen gebeurt.” (TVA)
Dit was 2024
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier