Hoe een West-Vlaming aan de basis van de wereldberoemde technotempel Fuse ligt: “In Kuurne ben ik weggejaagd”

Peter Decuypere hield in 1994 de Fuse boven de doopvont. Sindsdien is de nachtclub in de Brusselse Marollen uitgegroeid tot een technotempel. © GF/BELGA
Philippe Verhaest

Goed nieuws voor nachtraven en fans van harde beats: de Brusselse discotheek Fuse mag opnieuw twee dagen per week open. De danstempel sloot eerder de deuren na klachten van een buurman. Wie zeker een zucht van opluchting slaakt, is Peter Decuypere. De West-Vlaming stond in 1994 aan de wieg van de technotempel en blijft 29 jaar later nog altijd begaan met het lot van zijn geesteskind. “Het zou bijzonder jammer geweest zijn mocht Fuse zo moeten eindigen.”

Fuse. Het vierletterwoord staat in het (inter)nationale nachtleven en technomiddens synoniem voor een heiligdom. De bekendste technoclub van België houdt sinds 12 januari echter de deuren hermetisch gesloten. Een buurman diende klacht in tegen geluidsoverlast, waarop de Brusselse Milieuraad een begrenzing tot 95 decibel en een sluitingsuur om 2 uur ‘s nachts oplegde. Onmogelijk om onder dergelijke omstandigheden het technoparadijs dat Fuse is tot zijn volle recht te laten komen. Dus volgde er een – hopelijk tijdelijke – sluiting.

Woensdagavond kwam er dan toch goed nieuws: Leefmilieu Brussel besliste dat Fuse opnieuw twee dagen per week open mag als nachtclub. Een belangrijke voorwaarde is wel dat de discotheek binnen de twee jaar verhuist óf de akoestische problemen in die tijd oplost.

Een grote opluchting voor Peter Decuypere (59). De West-Vlaming staat te boek als de geestelijke vader van Fuse en ook al deed hij de zaak jaren geleden van de hand, het wel en wee van de nachtclub staat nog altijd bij hem op het voorplan.

Kiem in Kuurne

Dat Peter de Fuse uit de grond stampte, berust ergens op een toeval, zegt de Kortrijkzaan die nu in het Antwerpse Zoersel woont. Zijn eerste stapjes in het nachtleven zette hij immers in Kuurne, waar hij in een oude vlasroterij de legendarische Club 55 opstartte. “Begin jaren tachtig was daar de discotheek On The Beach te vinden”, graaft hij in zijn geheugen. “Als 16 jaar jonge student kluste ik daar wat bij. Ik was er barman, portier… Alle mogelijke jobkes heb ik gedaan, behalve de toiletten poetsen”, lacht Peter. “Daar heb ik de liefde voor de sector ontdekt.”

On The Beach hield er echter mee op en Peter trok naar de Hantal in Kortrijk om er marketing te studeren. “Daarna heb ik een half jaartje bij staalproducent Bekaert in Zwevegem gewerkt, maar dat was niks voor mij. Toen ik hoorde dat de locatie van mijn vroegere vaste dancing vrij stond, heb ik de sprong gewaagd: ik blies Club 55 in het leven.”

“In Kuurne, of Zuid-West-Vlaanderen, zou ik mijn droom niet kunnen waarmaken. Ik moest naar een grootstad: Brussel”

Iets wat Peter als een van de beste beslissingen van zijn leven omschrijft. “Ik maakte er een plek van waar de opkomst van de elektronische muziek gevierd kon worden. Met succes, want na drie à vier maanden zaten we op kruissnelheid. Van heinde en verre, zelfs uit Noord-Frankrijk, kwamen de feestvierders naar Kuurne afgezakt. En dat bracht jammer genoeg wat overlast met zich mee.”

In 1992 trok Peter de stekker uit Club 55. “De politie en lokale overheid hadden me letterlijk weggejaagd. In Kuurne, of Zuid-West-Vlaanderen, zou ik mijn droom niet kunnen waarmaken. Ik moest naar een grootstad.”

Peter Decuypere op het dak van de Club 55 in Kuurne, de discotheek die onrechtstreeks mee aan de basis van de Fuse ligt.
Peter Decuypere op het dak van de Club 55 in Kuurne, de discotheek die onrechtstreeks mee aan de basis van de Fuse ligt. © GF

En dat werd Brussel. “Dankzij mijn goeie vriend en West-Vlaming Thierry Coppens. Hij organiseerde in een oude Spaanse discotheek – Disco Rojo – in de Marollen in Brussel elke zondagavond La Démence, een muziekconcept voor de gay-gemeenschap. Maar dat pand stond op zaterdagavond gewoon leeg. Volledig uitgerust, alles erop en eraan en in hartje Brussel. Maar er werd niks mee gedaan. Dat bracht me op ideeën.”

Mond-aan-mondreclame

Amper zes weken nadat Peter de plek in de Blaesstraat 208 voor het eerst met eigen ogen zag, was de Fuse een feit. “16 april 1994 zwaaiden de deuren een eerste keer open, maar een echt succes was dat niet. En dan druk ik me nog voorzichtig uit”, glimlacht Peter. “Ik focuste meteen op techno, maar het genre kwam toen net om de hoek kijken, was compleet nieuw. Het hele verhaal kwam maar erg traag op gang en we verloren handenvol geld. Tot 100.000 oude Belgische frank (2.500 euro, red.) per weekend.”

Na enkele maanden besloot Peter om de handdoek te gooien. “We wilden nog één stevig feestje bouwen en er dan mee ophouden. Het had niet mogen zijn, dacht ik. Maar net die avond zat de Fuse opeens behoorlijk vol. We waren vertrokken. De mond-aan-mondreclame had eindelijk zijn werk gedaan. Je moet weten dat 1994 een compleet andere tijd was dan nu. Sociale media bestond nog niet, we reden het land rond met flyers en affiches en moesten het vaak hebben van wat mensen aan elkaar over de Fuse vertelden.”

Sinds midden januari heerst er op de dansvloer van de Fuse een doodse stilte.
Sinds midden januari heerst er op de dansvloer van de Fuse een doodse stilte. © BELGA

De jaren nadien groeide de Fuse uit tot het mekka voor de technofanaat. Alle grote namen stonden er ooit achter de decks. Laurent Garnier, Felix The Housecat, Aphex Twin… In de broeierige Brusselse boîte deden ze allemaal hun ding. “Dave Clarke (legendarische Britse techno-dj, red.) heeft me ooit zelfs in hoogsteigen persoon opgebeld met de vraag om in de Fuse te mogen draaien. Waarna hij zijn nogal hoge fee zei, maar we hebben elkaar in het midden gevonden”, lacht Peter.

“Daft Punk, toen nog twee jonge en onbekende kerels uit Parijs, kwamen ooit bij ons draaien. Na hun show had ik zoiets van: wát was dat?”

Ook Daft Punk was in die jaren in de Fuse aan het werk te zien. “Ze waren toen nog twee jonge en onbekende kerels uit Parijs. Maar van bij de eerste beats wist ik dat ze iets uniek in handen haden. Na hun show had ik zoiets van wát was dat?. Een aha-erlebnis, als het ware. Ze draaiden toen zelfs nog zonder hun later iconische helmen.”

Om maar te zeggen: in de Fuse is muziekgeschiedenis geschreven. “Al had ik dat toen niet echt door. Ik wist wel dat we de opkomst van de elektronische dansmuziek vanop de eerste rij aan het meemaken waren. Mijn doel was van bij de start duidelijk: wat de Ancienne Belgique voor de rockmuziek was, moet de Fuse voor techno worden. En daar ben ik wel in geslaagd, vind ik.”

I Love Techno

Toen Peter de Fuse naar ongekende hoogten aan het stuwen was, moesten festivals als Tomorrowland nog het daglicht zien. “Samen met mijn concullega’s in de club- en discotheekscene heb ik mee het pad geëffend voor de grote dancefestivals die nu tienduizenden bezoekers trekken. Onze nachtcultuur is een dagcultuur geworden. WECANDANCE in Zeebrugge vind ik bijvoorbeeld een fantastisch initiatief. De muziek waar wij in het holst van de nacht op los gingen, daar dansen ze nu onder een stralende zon op.”

Een evolutie die de clubs van weleer wel pijn deed. “Klopt, maar tijden veranderen. Al heeft Fuse altijd zijn populariteit behouden.”

Peter Decuypere in de Fuse, met Trish van Eynde, resident van 1994 tot 2001.
Peter Decuypere in de Fuse, met Trish van Eynde, resident van 1994 tot 2001. © GF

Een viertal jaar na de start verkocht Peter zijn toen al wereldberoemde club om zich volledig op I Love Techno, zijn ander geesteskind, te focussen. “Het eerste echte technofestival die naam waardig”, zegt hij trots. “Maar ik ben de Fuse altijd blijven volgen. Het doet me deugd dat de nieuwe uitbaters onze fundamenten zijn blijven respecteren. Fuse is nog altijd the place to be om vernieuwende techno voor het eerst te horen. Die fond is al die jaren onveranderd gebleven.”

“Dat West-Vlamingen aan de basis van een Brussels succesverhaal liggen, is eigenlijk niet zo vreemd. Wij zijn keiharde werkers, maar weten ook wat feesten is”

Dat zijn geliefde nachtclub twee weken de deuren gesloten hield, deed Peters hart bloeden. “Bijzonder jammer. Eén buurman heeft de Fuse het zwijgen opgelegd. Een vreemde evolutie, want die man wíst toch dat hij naast een club kwam wonen? Aan de andere kant was de tsunami aan steun en solidariteit hartverwarmend. Als je ziet dat tal van politici in de bres sprongen en Brussels burgemeester Philippe Close (PS) zei er alles aan te zullen doen om Fuse opnieuw op een goeie manier te kunnen laten heropenen… De Brusselse Nachtraad adviseerde dan weer om de Fuse als immaterieel werelderfgoed bij Unesco te laten erkennen, dan kan de nachtclub niet op basis van de klacht van één buur gesloten worden.”

“Allemaal erg bemoedigend. Het zou jammer geweest zijn, mocht onze geliefde Fuse op deze manier moeten eindigen. Dit is een instituut. Cultureel erfgoed, zelfs.”

Een beeld uit de beginjaren van de Fuse.
Een beeld uit de beginjaren van de Fuse. © GF

Trots op legacy

Peter zelf is trots op zijn legacy in Brussel. “Dat het West-Vlamingen zijn die aan de basis van dit succesverhaal liggen, is eigenlijk niet zo vreemd. Wij zijn keiharde werkers, maar weten ook wat feesten is. Work hard, play hard. Ik ga zeker nog eens langs. En volgend jaar kunnen we de dertigste verjaardag vieren zoals dat hoort: met alles erop en eraan.”

Peter Decuypere zelf heeft intussen I Love Techno verkocht aan Live Nation Entertainment en werkt als consultant, eventexpert en is lector eventmanagement en -marketing aan de Karel de Grote Hogeschool in Antwerpen. In april publiceert hij zijn derde boek: Succes in 7 Mislukkingen.

Lees meer over: