Paul getuigt in ‘War Junkies’ over de dood van journalist Danny Huwé: “Urenlang lagen we naast zijn lichaam”

Op de kleren van cameraman Paul Van Schoor (rechts) zie je nog de sporen van die dramatische avond. © gf
Wim Kerkhof
Wim Kerkhof Medewerker KW

Tijdens het Filmfestival Oostende kan je de eerste aflevering bekijken van ‘War Junkies’, een driedelige docureeks waarin regisseur Jasper Christiaens in de wereld van de oorlogsjournalistiek duikt. Wat drijft verslaggevers, fotografen en cameralui om steeds opnieuw die plekken op te zoeken waar iedereen van wegvlucht? In een van de getuigenissen blikt cameraman Paul Van Schoor terug op de dood van journalist Danny Huwé, toen hij verslag uitbracht van de Roemeense Revolutie.

Het is 24 december 1989. Zo’n anderhalve maand daarvoor was de Berlijnse Muur gevallen en in Boekarest bereikte de Roemeense Revolutie stilaan haar kookpunt. De dag nadien – eerste kerstdag – zou president en dictator Nicolae Ceausescu op straat, voor het oog van de camera, geëxecuteerd worden. “Het was het trieste hoogtepunt, of dieptepunt, van een reeks gebeurtenissen die het einde van de communistische regimes en de Koude Oorlog inluidden. Zelf zaten we toen nog in de euforie na de geslaagde opstart van de commerciële zender: VTM bestond nog geen jaar”, vertelt de Brugse cameraman Paul Van Schoor. Drieëndertig jaar geleden is het ondertussen al, maar Van Schoor – die Huwé voor zijn ogen zag sterven – draagt de journalist nog altijd in zijn hart. “Er gaat geen week voorbij zonder dat ik aan Danny denk.”

Sluipschutters

Paul Van Schoor, op dat moment amper 25, rijdt samen met Danny Huwé, klankman Jan De Coninck en monteur Ingrid Bertrand de Roemeense hoofdstad binnen wanneer het viertal in een hinderlaag terechtkomt en door sluipschutters onder vuur wordt genomen. Huwé krijgt een kogel in het hoofd en sterft ter plekke.

“Het moet rond half elf ‘s avonds geweest zijn, toen we met onze Volkswagen Passat Boekarest binnenreden. Op een bepaald moment kwamen we uit in een straat waar een tank de weg versperde. Danny zat zelf achter het stuur en zette de auto in achteruit, maar wat verderop liepen we vast op een kapot tramspoor”, vertelt Paul. De Passat wordt verschillende keren geraakt en de vier zoeken halsoverkop dekking. “Danny is achter de auto tot bij mij gelopen om verslag uit te brengen. Hij stond geknield naast me, toen hij getroffen werd ter hoogte van zijn slaap”, herinnert Paul zich. Huwé stierf voor zijn ogen, Paul en zijn twee collega’s bleven nog urenlang roerloos op de grond liggen. Tergend lange uren, waarin Paul naar eigen zeggen doodsangsten uitstond.

“In gedachten had ik al afscheid genomen van mijn familie” – Paul Van Schoor, cameraman

“Op een zeker moment klonken er voetstappen en trapte er iemand tegen Jans been om te zien of hij nog leefde. We werden voor dood achtergelaten. Toen het begon te schemeren, had Jan de tegenwoordigheid van geest om achter het stuur te kruipen. We zijn toen plankgas naar het eerste checkpoint gereden”, vertelt Paul. Het is dankzij die koelbloedigheid van zijn klankman dat de rest van de filmploeg het overleefde. “We hadden alle drie vrieswonden door daar urenlang op de grond te liggen. In gedachten had ik al afscheid genomen van mijn familie”, zegt Paul.

Diep trauma

Het lichaam van Danny moesten de drie in hun vlucht achterlaten. Het werd enkele dagen later teruggevonden in een mortuarium in Boekarest. Ook de camera lieten ze achter, vertelt Paul. “VTM kreeg vijf jaar later wel een bericht dat de camera was teruggevonden in een oude legerkazerne. Onze fixer is die toen gaan halen, maar de cassette was verdwenen.”

Paul Van Schoor.
Paul Van Schoor.

Zelf was Paul nadien ernstig getraumatiseerd door de gebeurtenissen. Al heeft hij dat pas later goed en wel beseft. “Die eerste maanden na onze terugkeer werden we wat geleefd. Ik ging weer aan het werk en dacht dat het wel zou lukken. Tot ik op een zekere dag achter een Volkswagen Passat reed: identiek dezelfde wagen als degene waarmee we in Boekarest onder vuur waren genomen. Ik begon hevig te hyperventileren en moest op de pechstrook gaan staan.”

“Op een dag reed ik achter identiek dezelfde wagen als degene waarmee we in Boekarest onder vuur waren genomen. Ik begon hevig te hyperventileren en moest op de pechstrook gaan staan.”

Paul werd daarna behandeld voor PTSS (posttraumatische stressstoornis, red.). “Dat kan jaren sluimeren, tot het plots ergens door getriggerd wordt. Ook nu nog raak ik soms in paniek als ik vuurwerk hoor, of schiet ik middenin de nacht wakker, helemaal nat van het zweet. Ook wat ik zie gebeuren in Oekraïne valt me erg zwaar. In zo’n vuile straatoorlog weet je niet altijd wie aan welke kant staat.”

Volgens onderzoek zouden het soldaten geweest zijn die de Belgische filmploeg in Boekarest onder vuur namen – volgens een Roemeense journaliste omdat ze in de buitenwijk Razoare het militaire hoofdkwartier gefilmd hadden. Maar dat klopt volgens Paul niet. “Het is ook de eeuwige vraag of ze al dan niet wisten dat we pers waren”, zegt hij. “Hoe meer antwoorden er zogezegd kwamen, hoe meer vragen er rezen. Het is gewoon een trieste samenloop van omstandigheden geweest. Verkeerd moment, verkeerde plaats: het had helemaal niet zo moeten aflopen.”

Andere tijden

Huwé liet een zoon en een dochter na. “Zoon Tim baat met zijn echtgenote een B&B uit in Italië. Ik ben daar nog met mijn vrouw op bezoek geweest. Zelf troost ik mij met de gedachte dat uit alle slechte dingen ook iets goeds voortkomt. In de nasleep heb ik namelijk mijn vrouw Cathérine leren kennen, die een tijdje vrijwilligster was in een Roemeens weeshuis. We kregen zelf ook twee kinderen samen.” Dat ze roekeloos of onbezonnen te werk gingen, hoort Paul liever niet. “Danny was een heel beslagen journalist, we beschikten gewoon niet over de middelen die oorlogsjournalisten vandaag hebben. Kogelvrije vesten waren er niet, net als gsm’s. We wisten op dat moment niet goed waar we zaten”, zegt hij. Paul is vandaag nog altijd cameraman, maar hij is nadien nooit meer in conflictgebied geweest.

Pauls camera stond op testbeeld, toen Danny Huwé in Boekarest het leven liet. “Zijn laatste woorden waren letterlijk: We worden op dit moment onder vuur genomen… Ik werkte toen al een jaar met hem samen en keek enorm naar hem op. Er gaat nog altijd geen week voorbij zonder dat ik aan hem denk.”

‘War Junkies’ gaat zondag 29 januari (20 uur) in première in De Grote Post in Oostende. Na de vertoning is er een optreden van het muzikale trio Ramkot, dat de soundtrack maakte bij de reeks. Vanaf 1 februari is de docu te zien op Streamz.