Cinema Rio houdt stand in moeilijke tijden: “Zolang het financieel haalbaar blijft”

Ronny Maheur, uitbater van Cinema Rio in de Haan: “Ik heb hier ook wel van die momenten dat de moed mij in de schoenen zakt. Maar het komt wel weer goed, denk ik.”© WK
Ronny Maheur, uitbater van Cinema Rio in de Haan: “Ik heb hier ook wel van die momenten dat de moed mij in de schoenen zakt. Maar het komt wel weer goed, denk ik.”© WK
Wim Kerkhof
Wim Kerkhof Medewerker KW

Nu in Knokke-Heist het doek is gevallen over Beverly Screens , is Cinema Rio in De Haan stilaan de laatste overlever van een tijdperk. “Het is belangrijk dat de mensen over ons blijven praten”, zegt Ronny Maheur, die voortgedreven wordt door zijn passie voor de film.

Corona was voor Beverly Screens de finale doodsteek. Net zoals bij andere buurtcinema’s ging het al een tijdje minder goed door de concurrentie van populaire streamingdiensten zoals Netflix en Disney+.

“Ik word daar boos van, ja. Disney is groot geworden dankzij de kleine bioscopen en nu laten ze ons vallen voor streaming. Dat doet pijn, en de distributeurs maken het ons ook niet altijd gemakkelijk”, zucht Ronny Maheur (63), al sinds jaar en dag het gezicht van Cinema Rio.

Het afgelopen jaar was ook voor hem een rollercoaster. Waar het vorige zomer eerst nog voorzichtig hoopvol klonk, keerde al snel weer het tij voor de buurtbioscopen. De ene na de andere belangrijke releasedatum werd uitgesteld.

“Hopelijk gooien ze nu niet alles ineens op de markt. Ik heb tenslotte maar één zaal”, glimlacht Ronny wat groen. Zoals zovelen maakte hij van de gelegenheid gebruik om wat klusjes uit te voeren. “Nieuwe lambriseringen, een likje verf hier en daar… En ik heb mijn filmposters in een mooi kadertje gestoken”, toont hij.

Dubbel gevoel

In juni hoopt hij weer open te gaan. “Al heb ik daar een dubbel gevoel bij: het EK voetbal start in juni, er zijn examens, en misschien zullen veel mensen communiefeestjes willen inhalen. Maar het komt wel weer goed, denk ik. Cinema is een sociaal gebeuren, achteraf wordt er gezellig bijgekletst op café. En we hebben het ook gezien met de terrasjes: de mensen hebben lang genoeg thuisgezeten.”

Ronny wijst erop dat de mensen vóór corona ook al cocoonden. “De opkomst van de grote cinemacomplexen is voor de buurtbioscoopjes een zegen en een vloek geweest. Vele hebben de deuren moeten sluiten, maar zonder Kinepolis en konsoorten was het misschien allang gedaan met de cinema.”

“Toen ik hier in 1984 begon, had je in Knokke ook nog de East Side en de Nova. In Koksijde had je de Rex, in De Panne de Minerva, in Nieuwpoort de Ritz,… Waar zijn die allemaal naartoe? Die buurtcinema’s hebben jaren goed hun boterham verdiend, maar op een bepaald moment te weinig geïnvesteerd om mee te blijven.”

Ik verdien hier geen schatten, maar ik ben content met wat ik heb

“Ik vond het jammer toen de Rialto verdween in Oostende. Jammer dat het Beverly Screens nu ook zo is vergaan, want het is niet zo dat als de ene buurtcinema de deuren sluit, de andere daardoor meer klanten krijgt. Vergeet dat maar. Heist had vroeger ook twee cinema’s, en toen de ene de deuren sloot, ging het jaar erna de andere ook dicht. Voor veel mensen is cinema gewoon cinema hé. Er zijn er genoeg die mij opbellen om te vragen welke films er spelen bij Kinepolis”, aldus Ronny. “Ik verdien hier geen schatten hé – folietjes kan ik mij niet veroorloven. Maar ik ben content met wat ik heb.”

“Het is de passie die mij drijft. Dus zolang het financieel haalbaar blijft, hou ik vol. Maar het is natuurlijk geen geheim dat de kleine buurtbioscopen het lastig hebben. Al jaren loopt het, afhankelijk van het filmaanbod van ’t moment, met ups en downs. Ik heb hier ook wel van die momenten dat de moed mij in de schoenen zakt. Vooral dan op zo’n avond zonder publiek. Ik doe dan een telefoontje naar mijn collega van de Cameo in Sint-Truiden. Als ’t hier kalm is, dan elders ook vaak.”

Handvol buurtcinema’s

Ronny troost zich met zijn trouw publiek, maar roept wel op tot solidariteit met de buurtcinema. “Niets tegen Netflix hé, ik vond La Casa de Papel zelf ook een steengoede serie. Ik hoop alleen maar dat de mensen mij niet vergeten. Iedereen had de voorbije maanden de mond vol van de horeca, maar over ons wordt er nooit gesproken. Bioscopen worden gemakkelijk over het hoofd gezien, en zeker de kleintjes. Daar zijn er in heel Vlaanderen ook maar een handvol meer van…”