Dirk Bossouw exposeert in kunstacademie: “Militaire missie heeft schilderen beïnvloed”

(foto DJW)
Freddy Vermoere
Freddy Vermoere Medewerker KW

Dirk Bossouw (61) bereidt een nieuwe expo voor, die vanaf 9 september in zaal 29 van de stedelijke kunstacademie in de Olmstraat loopt. Dat is de plek waar hij zelf 15 jaar lang lessen schilderkunst volgde. Nu is die opleiding afgerond en gaat de conciërge van het stadhuis resoluut zijn eigen weg.

De jongste jaren liet Dirk Bossouw vooral in het Koetshuis van park Casier schilderijen zien, zowel solo als met collega-kunstenaars die zelf hun werk toonden. Momenteel loopt er een tentoonstelling in Kwaremont, waar hij op uitnodiging van beeldhouwer Jos Vanoverberghe uit Avelgem recente doeken exposeert.

In enkele voorbeschouwingen op je werk heb je het zelf altijd over de intentie om het innerlijke van de mens te laten zien. Hoe komt dat?

Dirk Bossouw: “Emoties, gevoelens, hoe de mens reageert op zijn omgeving, hoe hij omgaat met zichzelf en met de anderen: dat zijn thema’s die mijn schilderwerk bepalen. En misschien is het allemaal niet zo vrolijk als je ernaar kijkt. Momenteel heb ik samen met Jos Vanoverberghe in Kwaremont een expositie. Die loopt tot eind augustus en kreeg al vrij veel bezoekers. Zo was er vorig weekend een vrouw die mijn schilderijen grondig had bekeken en mij na afloop toevertrouwde dat zij ‘er niet vrolijker van werd’. En het moet gezegd: ik geef haar gelijk. Als ik zelf analyseer hoe dat komt, dan moet ik terug naar het verleden, naar wat ik allemaal in mijn leven heb meegemaakt. Daaruit blijkt dat in mijn zoektocht en poging om de innerlijke mens in mijn doeken vast te leggen, ik altijd wel terugval op wat je ‘erge feiten’ kunt noemen. Of toch zaken die mijn oordeel over de mens toch wel hebben gevormd.”

Welke feiten zijn van invloed op je schilderwerk?

“Ik keer daarvoor terug naar mijn kinderjaren. En vooral het feit dat mijn vader heel vroeg overleed. Ik was 9 jaar, oudste van vijf en kreeg dan al de verantwoordelijkheid om samen met moeder er ons doorheen te slaan. Een harde tijd was dat, weinig centjes, heel veel zwarte sneeuw gezien. Dat woog zeker ook op mijn studies. Echt hogerop gaan zat er niet bij wegens gebrek aan geld. Ik had architect willen worden. Maar dat was onmogelijk.”

Ik ben voortdurend op zoek naar de innerlijke wereld

“Toen ik 16 was, schreef ik mij in aan de militaire school. Dat was eerst in Zedelgem, Kazerne Kapitein Stevens. Daar werd je meteen ook betaald tijdens de opleiding die eindigde in je aanstelling tot sergeant. Die soldij was voor mij en zeker voor ons hele gezin levensnoodzakelijk. Na Zedelgem bleef ik verder in het leger, als beroepsmilitair. Vanaf mijn zestiende tot vijf jaar geleden ben ik dat ook geweest. Ik eindigde als Commandant bij de Militaire Politie. Over heel die periode van 40 jaar leger ben ik veel verhuisd, woonde met mijn vrouw op diverse locaties, ook in het buitenland. En er waren ook missies die ik kreeg om uit te voeren.”

Welke missies waren dat?

“De belangrijkste is die in de jaren 90 van vorige eeuw geweest. Dat was in ex-Joegoslavië, het toneel van een verschrikkelijke burgeroorlog. Ik was in Sarajewo, in internationaal verband en heb daar dingen meegemaakt die erg zijn. Daar heb ik echt ondervonden wat mensen elkaar kunnen aandoen, hoeveel miserie, hoeveel pijn ook. Precies dàt heeft mij echt gevormd, toen, in Sarajewo. Het heeft mijn beeld over de mens definitief vastgelegd. En het was precies dàt wat die vrouw in mijn doeken die ik tot eind deze maand toon in Kwaremont zag. Met miserie leren omgaan maar ook ondergaan na de veel te vroege dood van mijn vader, het beredderen in moeilijke omstandigheden tijdens mijn puberteit: dat zijn omstandigheden waarin je bijzonder vlug volwassen wordt en zelfs ineens, misschien zonder dat je het op dat moment goed beseft, tien stappen tegelijk zet.”

Maar je bent eigenlijk niet cynisch in je werk, ook niet ontgoocheld?

“Neen, helemaal niet. Na wat ik heb meegemaakt zou je inderdaad denken dat ik pessimistisch ben, cynisch zelfs. Maar niets van dat, ik voel mij optimistisch gestemd. Toen wij in Waregem kwamen wonen, nu al 15 jaar geleden, ben ik meteen aan de Stedelijke Kunstacademie begonnen. Allicht was op dat moment de drang van de zoektocht naar het innerlijke al aanwezig en heb ik het concreet gestalte gegeven tijdens mijn opleiding en in de resultaten daarvan: de doeken die ik laat zien op tentoonstellingen.”

Je schildert figuren, personages, gezichten. Is dat bewust?

“Mensen, allemaal mensen, ja. Het is in hun gezichten, hun houdingen dat ik het zoek. De jongste tijd gaat het zelfs over haartooien en kapsels, over hoe de haren op het hoofd van een mens liggen, in welke vormen, welke figuren. Dat fascineert mij nu.”

“En ik hou het altijd bij het figuratieve. Maar je moet er zeker jezelf in willen leggen. Want als je alleen maar een foto schildert, alleen maar de werkelijkheid zoals de werkelijkheid is, dan is het beter dat je een foto maakt. Schilderen moet een meerwaarde zijn. Dat is het uiteindelijk waar het voor mij op aankomt. “

“andaar ook mijn voortdurende zoektocht naar de innerlijke wereld. Want die is altijd boeiend. Die geeft altijd een persoonlijke toets aan mijn schilderijen. Zo hoort het ook.”

(Jan Decock)