Cindy Barbarin: “Op Sri Lanka gaf ik online dansles midden in de jungle”

Balletdanseres Cindy Barberin moest door de pandemie haar Chinese droom achterwege laten.©Peter MAENHOUDT
Balletdanseres Cindy Barberin moest door de pandemie haar Chinese droom achterwege laten.©Peter MAENHOUDT
Hannes Hosten

Dansleerkracht Cindy Barbarin (41) trok net voor het uitbreken van de coronacrisis als balletlerares naar China. In januari 2020 was ze even weer in België, maar toen brak de coronacrisis uit en kon ze niet meer vertrekken. Cindy werkt nu op de campus Serruys. “Ik mis het sociaal contact als dansleerkracht, maar mijn werk in de zorg vult de leegte op.”

Cindy Barbarin is een echte Oostendse, die al danst sinds haar zesde. Tijdens haar studies rechten aan de Universiteit Gent behaalde ze haar dansdiploma via een internationale opleiding. Ze studeerde af als juriste, maar rolde meteen de danswereld in. “Ik deed een vervanging als dansleerkracht en dat vond ik zo tof dat ik een opleiding danslerares ging volgen aan de RAD in Londen: de theorie via afstandsonderwijs, de praktijk ter plaatse.”

In Oostende richtte Cindy eerst Danscenter Barbarin op en vijf jaar later – samen met Eefje Devulder – Elevation DanceCademy (EDC). De school telt 450 leerlingen, is gevestigd in de Fyzix in de Leffingestraat en biedt zowat alle dansstijlen aan. Na negen jaar waagde Cindy de sprong naar het buitenland. Ze solliciteerde bij een dansschool in Beijing en reisde in november 2019 af naar de Chinese hoofdstad.

“Azië trok mij altijd erg aan”, vertelt Cindy. “Misschien omdat mijn papa drie vierden Vietnamees is. Hij is nog een vierde Frans, terwijl mijn mama Oostendse is. China is wel nog iets aparts. Alles is er groot en veel. In een dansschool met meer dan 1.000 leerlingen werd ik verantwoordelijke voor een nieuwe afdeling, gevestigd in het centrum van Beijing.”

Mondiger

“Ik was heel graag in China. Mijn leerlingen waren Chinezen uit de rijkere bevolkingsgroepen. De leeftijd varieerde van 3 tot 17 jaar, al verdenk ik sommigen ervan dat ze jonger waren. Ouders willen hun kinderen forceren en nemen het niet zo nauw met de minimumleeftijd. Er is veel verschil tussen de leerlingen daar en hier. Hier zijn ze mondiger en creatiever, daar oefenen ze de les allemaal in tegen de volgende keer. En hun examens moeten supergoed zijn.”

“Mijn Chinese dansleerlingen waren héél gedisciplineerd, maar als je hen vroeg of ze wisten waarom we iets deden, kreeg je geen antwoord. You are the teacher, we do it , luidde het. Het ideale ligt natuurlijk ergens tussen beide werelden. Met mijn leerlingen in Oostende en hun ouders had ik een heel warme band. In China was dat maar met enkele het geval. Het zijn niet zo’n warme mensen”, vindt Cindy.

Vast op Sri Lanka

Met Chinees Nieuwjaar in januari 2020 reisde Cindy even naar België om haar kinderen Elisa (12) en Mathis (8) te zien. Die verbleven bij hun papa, maar Cindy zou elke twee, drie maanden naar huis komen. “Toen brak daar de coronacrisis uit en kon ik niet meer terug. Maar eigenlijk ben ik blij dat het zo gegaan is. Enkele buitenlandse collega’s die er nog zitten, mogen het land niet meer uit en zagen al anderhalf jaar hun familie niet.”

“Ik gaf nog een hele tijd online les, ook toen ik in maart voor een workshop naar Sri Lanka trok. Maar ik zat op het laatste vliegtuig dat uit België vertrok en dan gingen de grenzen vier maanden dicht. Bij aankomst moest ik twee weken in quarantaine op een militaire basis in de jungle. Ook daar gaf ik online les. Daarna verbleef ik er drieënhalve maand bij vrienden. Er was een lockdown, maar ik gaf in den duuk dansles aan enkele kinderen uit de straat. Ik moest toch iets doen?”

“Online lesgeven vond ik mentaal zò afstompend”

“Begin juni mocht de dansschool in Beijing weer fysiek openen en kon ik er niets meer doen. Eind juli kwam ik weer naar België en ging in de horeca aan de slag. Toen die in oktober dicht ging, hoorde ik via mijn zus dat er buddy’s werden gezocht op de campus Serruys van het AZ Sint-Jan Brugge-Oostende. Sindsdien sprong ik er al zowat overal bij, ook op de covidafdeling. Patiëntenvervoer, eten op- en afdienen, logistieke hulp: ik kreeg een betalend contract en kan zeker blijven tot eind juli.”

“Ik doe mijn werk heel graag”, aldus Cindy. “Als dansleerkracht had ik altijd veel sociaal contact. Dat mis ik nu, maar het werk in het ziekenhuis vult de leegte. Graag zou ik weer dansles geven, maar misschien in combinatie met een job zoals ik er nu een doe. Ik ben bang dat er over enkele jaren weer iets gebeurt en ik in financiële troubles kom.”

“Los van het financiële vond ik het verschrikkelijk om online les te moeten geven. Je kan niet anders als je wil overleven, maar voor mij miste het elke artistieke voeling. Filmpjes uploaden, knippen en plakken achter mijn computer,… dat was mentaal zo afstompend. De dansschool in Oostende draait nog goed, maar ik ben er nog niet uit welke uitdaging ik nu wil aangaan. De liefde voor dans gaat in elk geval niet weg.”