Brugs kunstenaar Guy Slabbinck: “Mijn leven liep niet over rozen”

Bruggeling Guy Slabbinck bij de expo van zijn werken in The Bruges Art Institute. © Davy Coghe
Stefan Vankerkhoven

“Schilderijen zijn meer dan designobjecten die je boven je sofa hangt”, beweert de Brugse kunstenaar Guy Slabbinck. In The Bruges Art Institute gaan zijn monumentale werken de dialoog aan met meester Jan Frederic De Cock en diens leerling Roel Vandermeeren.

De Bruggeling Guy Slabbinck (41) verdient al vijf jaar lang de kost met zijn artistiek werk. Ooit was het anders. Na zijn studies grafische vormgeving aan Sint-Lucas in Gent deed deze oud-leerling van het Sint-Leocollege en de Brugse Steinerschool seizoensarbeid in Denemarken.

“Op het Deense eiland Odense reed ik van september tot Kerstmis met de tractor en werkte ik in de velden”, bekent Guy Slabbinck. “Ik sliep in tenten, verplantte struiken en oogstte groenten. Leuk werk, dat zeer goed betaalde. Zo kon ik mij de rest van het jaar concentreren op het schilderen.”

Oude bakkerij

Guy Slabbinck is een van de vele West-Vlamingen die na zijn studies naar Gent verkaste. Inmiddels woont hij met zijn echtgenote Ilse Monkerhey en hun twee kinderen (Romi en Nikki) in Gentbrugge, en toverde hij een oude bakkerij in Wondelgem om tot kunstatelier. Zijn tweejaarlijkse tentoonstellingen in een oude loods en in de Gentse Zebrastraat bezorgden de Bruggeling enige faam, connecties en centen. Hij wil binnenkort in een oude hoeve in de Franse Auvergne een atelier inrichten, waar hij in alle rust wil werken.

“Mijn leven als kunstenaar liep niet altijd over rozen, het was vallen en opstaan”, bekent de Bruggeling. “Toen een verzamelaar al mijn vroegste schilderijen voor een prikje opkocht en ze in zijn garage gooide, wou ik er de brui aan geven. Voor wie ben ik aan het schilderen? Voor mezelf? Voor de kunst? Of voor een gehaaide verzamelaar? Vijf jaar lang heb ik geen penseel vastgenomen. Ik zat emotioneel in een zware dip. In die periode was ik zelfstandig boomverzorger. Fysiek heel zwaar werk. Maar op een dag heb ik al mijn tuinmateriaal verkocht en ben ik opnieuw voltijds beginnen schilderen”, aldus de Bruggeling.

Cowboys

Guy Slabbinck heeft een kritische kijk op de hedendaagse kunstwereld: “Het Belgische wereldje zit vol cowboys. Heel wat galeries gijzelen hun kunstenaars financieel, in de zin dat ze een grote som van hun verkoop eisen. Ik ben blij dat ik mijn eigen ding kan doen en op veilige afstand blijf.”

“Dat ik grafische vormgeving en geen schilderkunst studeerde aan Sint-Lucas bleek voor mij een zegen. Ik heb les gekregen van illustratoren Eddy Vermeulen en Gerda Dendooven. Nu doe ik mijn eigen goesting. Ik heb me nooit bezig gehouden met de hedendaagse kunstscene, maar wel de oude meesters bestudeerd: Van Eyck, Goya, Rubens en Delacroix.”

Oude meesters

“Mijn stijl is figuratief en verhalend. Ik keer terug naar de klassieke waarden, al klinkt dat te oubollig. In mijn werken zitten, net als in het oeuvre van Jan De Cock, referenties naar de oude meesters. Zo heb ik een elf meter lang schilderij vervaardigd dat een antwoord is op de levensvragen die Paul Gauguin zich stelde: waar komen we vandaan? Waar zijn we? En waar gaan we naartoe? In hedendaagse kunstkringen moet je er als individu uitspringen en verschillend zijn van de rest. Dat versnippert de cultuur. Ik interpreteer de culturele rijkdom van beroemde meesters.”

In 2018 genoot Guy Slabbinck internationale aandacht toen hij samen met de Israëlische regisseur Amir Yatziv de film Standby Painter maakte. “Een film over een man die in Polen een werk van Claude Monet gestolen had. We zijn die dief gaan opzoeken, hij beweerde dat hij die diefstal uit liefde voor Monet gepleegd had. Aan dit project was ook een expo in het museum van het Poolse Wroclav gekoppeld. Ik schilderde Monets doek La Plage à Pourville na en plaatste het bordje ‘Monet’ (tussen aanhalingstekens) erbij. De mensen stonden in rijen aan te schuiven! Vonden ze het schilderij mooi? Of lokte de hype zoveel publiek?”

Hedendaags gemis

“Voor mij is schilderen een avontuur, ik weet zelden waar ik zal belanden. In de expo Acqua e Terra toon ik recent werk: heroïsche maar klassieke taferelen. Ze fuseren met de zelfportretten van Roel Vandermeeren, een leerling van Jan Frederick De Cock in The Bruges Art Institute. Ook Roel verwijst graag naar oude meesters, met name naar James Ensor. Jan Frederic De Cock heeft zich eveneens genesteld in de expo, met bronzen hoofden: een interpretatie van de Zes Burgers van Calais van Rodin. Elk van ons reageert op de oppervlakkige beeldschepping van deze Istagram-tijd en wijst op een hedendaags gemis.”

De expo Acqua e Terra loopt tot eind september in The Bruges Art Institute, Spinolarei 17.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier