Brugge onder de loep (63): Wapenschild Jeruzalemkapel

Het wapenschild op de gevel. (foto Davy Coghe) © Davy Coghe
Redactie KW

Door corona herontdekte iedereen het plezier van het wandelen. Wie de Brugse binnenstad doorkruist, passeert achteloos honderden details met een bijzonder verhaal. Gediplomeerd gids Chris Weymeis haalt elke week zijn loep boven en vertelt het verhaal van een bijzonder object. Vandaag: wapenschild Jeruzalemkapel.

De Jeruzalemkapel is een van de parels van het Sint-Annakwartier. Elke rechtgeaarde Bruggeling herkent de kapel van mijlenver. Toch rijst de vraag of hij of zij ook de details van die kapel kent. Een ervan is het (wat bedeesde) wapenschild op de gevel. Ik ben er vrijwel zeker van dat velen het nog nooit hebben opgemerkt.

Twaalf huisjes

De kapel en de rest van het Adornesdomein is gebouwd op de plek waar zich oorspronkelijk een begijnhof of convent bevond. Dit kan verbazen, maar samen met het huidige begijnhof aan het Minnewater, telde Brugge in de middeleeuwen een tiental begijnhoven. Een ervan was het convent Ten Hamerkine gelegen thenden Muelenmeersche upden houc vander Balcstrate.

Wanneer het werd gesticht is niet bekend. Mogelijk omstreeks 1350 door de kluizenares Catheline die er in 1368 overleed. Ten Hamerkine werd in 1427 in de Jeruzalemstichting opgenomen, maar bleef tot 1455 bestaan. Hoewel het begijnhof toen verdween, herinneren de twaalf huisjes aan de Balstraat – nu als museum ingericht – er nog aan. De huisjes waren bestemd voor twaalf arme vrouwen. De bouw van de Jeruzalemkapel is een initiatief van Pieter II Adornes, hierbij gesteund door zijn broer Jacob.

De Jeruzalemkapel in het Sint-Annakwartier. (foto Davy Coghe)
De Jeruzalemkapel in het Sint-Annakwartier. (foto Davy Coghe) © Davy Coghe

Beiden trokken ooit op bedevaart naar Jeruzalem wat meteen de naam van de kapel verklaart. De familie Adornes was oorspronkelijk afkomstig van Genua en vestigde zich omstreeks 1300 in Brugge. Zij was in belangrijke mate actief in de aluinhandel, maar ook in de leerlooierij en de glasindustrie. Aluin was toen een onmisbaar product voor het fixeren van kleuren in het laken.

Hart

De eigenlijke opdracht van de bouw van de kapel kwam van Anselm Adornes, de zoon van Jacob. Samen met zijn echtgenote, Margaretha van der Banck, had hij zestien kinderen waarvan sommige bekende peters hadden zoals: Lodewijk van Gruuthuse, Jan de Baenst, abt Jan Crabbe van de Duinenabdij en Tommaso Portinari. Anselm werd op 23 januari 1483 in Schotland vermoord en werd er begraven. Enkel zijn hart werd naar Brugge overgebracht en in het praalgraf in de kapel bijgezet, naast het stoffelijk overschot van zijn echtgenote. Bij de bouw van de kapel werd in het interieur ten overvloede het wapenschild van de familie Adornes aangebracht.

Ook aan de buitenzijde werd het wapen aangebracht, maar dan op een bijzonder subtiele manier. Als men naar de gevel kijkt, ziet men het wapen net boven het driehoekige venster. Net als voor de gevel zijn voor het wapenschild bakstenen gebruikt. Enkel een lichte verkleuring van de stenen en de dwarsbalk verraden de aanwezigheid van het wapenschild.

(CW)