Marnix Peeters draagt roman op aan… Roger Vangheluwe

Bert Vanden Berghe

In ‘Komt een priester bij Beëlzebub’, de nieuwste roman van Marnix Peeters, staat een pedoseksuele priester centraal die naar het vagevuur wordt gestuurd. Opvallend: het boek is opgedragen aan ex-bisschop Roger Vangheluwe.

In ‘Komt een priester bij Beëlzebub’, de nieuwste roman van Marnix Peeters, staat een pedoseksuele priester centraal die naar het vagevuur wordt gestuurd. Opvallend: het boek is opgedragen aan ex-bisschop Roger Vangheluwe. “Ik heb mijn boek opgestuurd naar hem, maar nog geen antwoord gekregen.”

Voor Roger Joseph Vangheluwe. Doorgaans worden romans opgedragen aan geliefden of vrienden, maar het begin van het boek ‘Komt een priester bij Beëlzebub’ is op zijn minst opmerkelijk te noemen. Daarin volgen we Ambrosius Pelkmans, een niets ontziende en scrupuleloze pastoor, die van minderjarigen misbruiken bijna een soort sport heeft gemaakt. Zijn gedachten zijn dan ook ronduit pervers en wansmakelijk. In tegenstelling tot Vangheluwe zoekt het hoofdpersonage echter zijn geil, euh… heil, niet in de Westhoek maar in Zuidoost-Azië, van Thailand tot Cambodja.

Het personage bestond volgens auteur Marnix Peeters al een tijdje in zijn hoofd, maar vond nu pas zijn weg op papier. “Twintig jaar geleden ben ik als journalist naar Pattaya (kustplaats in Thailand, red.) getrokken, om daar het sekstoerisme in beeld te brengen. Dat is blijven plakken. Als het over sekstoerisme gaat denk je altijd dat die beelden erg zijn, maar in werkelijkheid zijn ze afschuwelijk. Ik kwam er terecht in een open riool. Eén groot bordeel, waar veel jonge meisjes in de prostitutie verzeild geraken. Een normvervaging die je je niet kan voorstellen. Veel mensen denken dat het figuur Pelkmans overdreven is, maar eigenlijk is hij een verre echo van de realiteit. Het personage is ook gebaseerd op een Vlaming, een huisdokter uit Ninove. Indertijd durfde ik dat niet luidop zeggen, vanuit een zekere schroom, maar vandaag wel. Hoe die te keer ging… Het was zo akelig dat het haast grensde aan het ongeloofwaardige.”

Diepgang

Het boek opdragen aan de verketterde ex-bisschop Roger Vangheluwe, kwam er pas in een later stadium. “Zonder de zaken te minimaliseren, zeker niet, maar Vangheluwe is haast een koorknaap in vergelijking met wat Pelkmans uitvreet. Ik vroeg me wel af hoe het nu zat met Vangheluwe. Ik wist niet of hij dood was, of zich nog steeds ergens verschuilde in een abdij. Via via ben ik aan zijn adres geraakt en heb ik het boek opgestuurd. Ik hoop nog op een antwoord, maar ik vrees ervoor. (lacht)

Opvallend: hoewel er duidelijk vanalles schort aan de psyche van Palkmans, vind je in de roman geen diepgravende psychologische doorgronding van het personage. “Of zoals Frank Vanderlinden het ooit met een boutade omschreef in een recensie: diepgang is voor schepen. De personages zijn in zekere zin wel karikaturaal.”

Kinderlijke vreugde

Nog voor we de naam van Madam Pheip koppelen aan een ander personage, brengt Peeters zelf al Nero ter sprake. “Ik hoor vaak die vergelijking, maar ik heb altijd opgekeken naar Marc Sleen. Natuurlijk lees ik ook boeken van pakweg Franse Nobelprijswinnaars, maar ik kan evengoed genieten van een Nero-strip. Dat kinderlijke plezier in een stripverhaal vind ik fantastisch. Dat alles kan. Niet alles in mijn boek is even geloofwaardig, maar dat hoeft ook niet. Dans even lekker mee in het puin, denk ik dan. Op mijn 57ste kan ik nog steeds genieten van een soort ongebreidelde kinderlijke vreugde, van een kleuterlied zingen als ik opsta tot praten met een koe als ik met mijn hond ga wandelen.”

Hoe dan ook: van het boek word je niet bepaald vrolijk. “Of die reportage indertijd mijn geloof in de mensheid heeft aangetast? Laat ons zeggen dat het al wankel was, maar mijn wereldbeeld is vooral heel realistisch. Je kan je verbeelding de vrije loop laten, maar je kan er van uitgaan dat het wel bestaat. Vorige week las ik nog een stuk over minderjarige vluchtelingen die spoorloos verdwijnen en opduiken in de prostitutie. Het is ook duidelijk dat het celibaat invoeren geen goed idee was. Het was simpelweg vragen om problemen. Hadden we indertijd het psychologisch inzicht van vandaag gehad, waren we er misschien niet aan begonnen. Maar ik vind het op zijn minst wel fascinerend. Ook het geloof zelf. Een jaar na die reportage over sekstoerisme ben ik naar Lourdes getrokken. Als geloof een opperste vorm van troost kan zijn, vind ik het heel mooi. Hier in de Oostkantons, waar ik woon, vind je nog een Duitse vorm van devotie, vaak met rituelen die wij nooit gekend hebben en die dubbel zo intens beleefd worden.”

De cover van het boek.
De cover van het boek. © GF

Voor Peeters is het tien jaar geleden dat hij debuteerde met ‘De dag dat we Andy zijn arm afzaagden’. “Toen schreef ik met een zekere argeloosheid. Het was immers nooit mijn bedoeling om te hengelen naar een schrijversloopbaan. Het was eerder een samenloop van toeval en onnozeliteiten. Maar ik heb er geen seconde spijt van. Ik was heel graag journalist, en schrijf soms nog in die zin. Als journalist kan je je laten leiden door de nieuwsgierigheid, maar bij fictie ben je dubbel zo vrij en kan je zonder remmingen werken.”

Opvallend: in het dankwoord van zijn roman vinden we ook de naam van Wim Opbrouck. “Ik las een tijd geleden een interview met hem, waar hij het had over één van mijn boeken. We hebben toen gebeld, omdat ik vind dat hij een interessante visie heeft op de kunstsector, niet alleen door jonge mensen te ondersteunen, maar ook geld te zoeken bij privé- en persoonsbedrijven. Dat leverde me heel wat interessante contacten op. Oh ja, en de trailer van het boek werd gemaakt door Manon Sels, een 16-jarig meisje uit Damme. Zij studeert digitale kunst en computertechnologie in Spanje. Het is fantastisch om jonge mensen mee aan boord te kunnen nemen.”

‘Komt een priester bij Beëlzebub’ van Marnix Peeters, is uitgegeven bij Pottwal Publishers en nu verkrijgbaar in de boekhandel.

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier