Marc Wackenier schrijft boek over veemarkten en West-Vlaams rood ras

Marc Wackenier: “Het is mijn bedoeling om met dit boek de waarde en ‘verbetering’ van het rood ras rund van West-Vlaanderen te schetsen en in kaart te brengen. (foto AB) © Anne Bovyn
Anne Bovyn
Anne Bovyn Medewerker KW

Marc Wackenier (71) heeft een nieuw boek gepubliceerd. Daarin vertelt hij over de geschiedenis van de veeprijskampen en jaarmarkten in de regio, die begint met ‘de keure van 1663’. Het boek brengt ook een ode aan het West-Vlaams rood ras, dat – met wat hulp – de concurrentie van de Holsteinkoe en het wit-blauwe ras overleefde.

Marc, vanwaar je interesse voor het thema?

“Ik ben de zoon van een veehandelaar. Tijdens vakanties, weekends en op woensdagnamiddag ging ik mee beesten ophalen, om ze ‘s anderendaags vroeg naar de markten van Ieper of Brugge te brengen. Ik ben ook veel mee geweest naar de boeren. Plus, wij woonden met onze neus op de jaarmarkten: moeder had naast het oud-gemeentehuis haar winkel ‘Végé’ Geen wonder dat ik een fascinatie had voor runderen. Toch ben ik mijn vader niet opgevolgd en ben ik gaan studeren.”

“Ik zag uiteraard ook hoe hard de stiel in de jaren 60-70 was. Runderen vangen was toen cowboywerk. Ik zag ook hoe op de markt hormonen werden verhandeld. Het was niet koosjer, maar niemand besteedde er aandacht aan. Slaan op de beesten mag nu ook niet meer. En eigenlijk is dat maar goed ook. ”

Vertel eens over die jaarmarkten. Hoe gingen die in hun werk?

“Ik ga ver terug in de tijd. In het jaar 1663 kreeg de gemeente van de Spaanse koning Filips IV – toen landsheer van onze regio – de toestemming om maandelijks een feest met een koemarkt te organiseren. In 1659 was de kerk afgebrand en een deel van de opbrengst diende voor de heropbouw en als steun aan de armen van de parochie. Tot wel tweehonderd stieren vanuit heel de provincie werden in Alveringem aangevoerd, om ze te laten keuren door een jury van veeartsen, deskundige fokkers en veeteeltconsulenten van het ministerie van Landbouw. De stieren werden ingedeeld in klassen en moesten gekeurd zijn om stamboekkoeien te mogen dekken. Alles in een poging om het West-Vlaamse rood ras te veredelen.”

Mobutu heeft wel degelijk ooit een stier gekocht bij een fokker uit Gistel

“Tussen 1663 en 1939 vonden de markten maandelijks plaats. Al werden ze – afhankelijk van de politieke situatie en uitbraken van ziektes – ook verscheidene keren een tijdlang onderbroken. In 1770, bijvoorbeeld, brak in Houtem de veepest uit na invoer van Franse runderen.”

“Vanaf 1939 werd het een jaarlijks gebeuren, op de derde donderdag van november, en tijdens de Tweede Wereldoorlog liepen de jaarmarkten gewoon door. De Duitsers waren het rood ras zeer genegen, al was dat voornamelijk uit opportunisme: ze hadden de boeren nodig voor voedsel. Afgeleide producten als melk en boter waren ook zeer gegeerd. Tot wel duizend geïnteresseerden verzamelden zich rond de kerkhofmuur. Een overrompeling.”

Het rood ras en de markten floreerden tot in 1980. Wat was de oorzaak van de teloorgang?

“Van de jaren 1950 tot eind jaren 70 bestond er enkel het rood ras. Maar in 1980 was er de opkomst van de zwarte bonte Holsteinkoe. Die werd een stevige concurrent. De verklaring was simpel: een koe van het rood ras gaf gemiddeld 5.000 liter melk, een zwarte bonte 9 à 10.000 liter. De rekening was snel gemaakt. Het rood ras was wel beter gevleesd dan de Holstein, die vel over been is. Maar eind jaren 80 kwam er een nieuwe concurrent: het wit-blauwe ras, dat wel dikbillen voortbrengt. In pakweg 1995 was de interesse voor het West-Vlaams rood weg en werd de jaarmarkt stopgezet.”

“Toch werd het ras enkele jaren geleden beschermd door Europa en ijveren overheidsinstanties voor de instandhouding. Op vandaag is het vlees een luxeproduct. West-Vlaanderen telt mijns inziens hoogstens nog tien fokkers.”

Het is een lijvig boek geworden: 240 pagina’s, met meer dan 600 foto’s, documenten, persartikels en getuigenissen. Hoe begin je daaraan?

“Ondanks de beperkingen die de pandemie me oplegde, kon ik vele contacten leggen en bezoekjes doen. In de periode 1930 tot 1960 telde Alveringem meerdere fokkersfamilies: René Tanghe uit de Noord-Ossenaarstraat, de familie Maurice Mahieu uit de Klarewal, oud-burgemeester Sylvain Degheele en zoon Marcel langs de N8, om er maar enkele op te noemen. Ik ben in contact gekomen met heel wat afstammelingen van die fokkers, in Alveringem en bij uitbreiding in de hele provincie. Hier staat een koffer vol stamboeken die ik allemaal heb doorgenomen. Ik heb er – met pauzes – twee jaar aan gewerkt.”

Een anekdote tot slot?

“Vader vertelde mij ooit dat president Mobutu van Congo/Zaïre in de jaren 80 via de jaarmarkt een stier van een Gistelse fokker had gekocht. Niemand geloofde dat. Mijn onderzoek heeft dat nu zwart op wit bevestigd en het beeld van de stier die naar het vliegtuig wordt geleid, staat in het boek. Blijkbaar was een medewerker van Mobutu in Alveringem op prospectie gekomen. Internationale delegaties kwamen wel vaker naar Alveringem afgezakt. Eenmaal gekeurd, gingen de beste stieren naar internationale beurzen in Parijs of Milaan. Het illustreert de enorme uitstraling die het rood ras en de jaarmarkten ooit hadden!”

Marc Wackenier, Hoogstraat 1B, Alveringem. Voorverkoop 38 euro, eventueel verzendkosten (8 euro). Vanaf 20 oktober in Standaard Boekhandel en vier Alveringemse zaken, 45 euro.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier